Ik word wakker, gooi mijn benen over de rand van mijn bed en kijk op de klok. Het is meestal te vroeg om wakker te worden, maar het is nog vaker te laat om in bed te blijven. Zigzaggend loop ik richting de badkamer, ik vermijd de uitstekende hoeken van het bureau en knal met mijn gezicht tegen de badkamerdeur die zoals altijd, op cruciale momenten, gesloten blijkt te zijn. Met een deken om mijn lichaam gedrapeerd, wankel ik naar de huiskamer en gooi een plens koud water over mijn gezicht. Mijn kleren liggen her en der verspreid door de kamer. Mijn trui ligt over de televisie, mijn T-shirt ligt onder het kussen van de bank, mijn broek ligt over de as op het vloerkleed en mijn onderbroek is, zoals gebruikelijk, weer spoorloos verdwenen.

Ik werp een blik in de spiegel, vis een verdwaalde lipstick uit het aquarium en verf mijn lippen in de kleur van mijn zwemmende compagnon. Met gesloten ogen graai ik een plaat uit de plantenbak, die sinds de planten zijn afgestorven fungeert als een veredelde muziekdoos. Het lot beslist en met een blauwe maandag luidt New Order de dag in.

Met het volume voluit, ren ik terug naar de badkamer waar mijn huisgenoot een vergeefse poging doet om een kater van zijn gezicht te poetsen. “Zocht je deze?”, vraagt hij met geradbraakte stem. Op zijn hoofd draagt hij mijn onderbroek. Quasi-nonchalant graai ik het terug. “Het is half twaalf, verdomme. Het is nu geen tijd voor deze gein!”.

Als uit de dood herrezen, komt mijn andere huisgenoot nog half dronken de badkamer binnen. Met haar gescheurde visgraat panty’s en make-up op alle plaatsen behalve op haar gezicht, ziet ze eruit alsof ze zojuist ontsnapt is uit de handen van een moordlustige psychopaat. “Rot effe allemaal op”, snauwt ze ons toe en gedwee maken we ruimte.

Na pakweg dertig minuten van totale chaos staan we alledrie weer gereed voor een volgende nacht. Buiten horen we een claxon en we haasten ons richting de deur. “Heb jij enig idee welk feest we nu weer gaan verstieren?”. Vragend kijken we elkaar aan. Niemand heeft een idee. Maar we zijn in ieder geval op tijd voor de taxi dit keer.

Categorieën: Fictie

10 reacties

wendy77 · 15 december 2005 op 17:17

Ik had hem al op je website gelezen en ik vond het zeker de moeite om hem nog eens te lezen.
Ik hou wel van deze Troy!! Je schrijft lekker!

Outsider · 15 december 2005 op 22:03

Ik hou ook wel van deze Troy. Zoals bijna altijd ben ik het roerend met Wendy eens, het is twee handen op één buik met ons 😀

melady · 16 december 2005 op 00:00

[quote] Het is meestal te vroeg om wakker te worden, maar het is nog vaker te laat om in bed te blijven.[/quote]

Smullen deze zin en de column. Meer kan ik wel zeggen maar doe het niet.

Mup · 16 december 2005 op 01:38

[quote]wankel ik naar de huiskamer en gooi een plens koud water over mijn gezicht. [/quote]

De wasbak niet achter de gesloten badkamerdeur, maar in de woonkamer?

Groet Mup.

Ma3anne · 16 december 2005 op 08:20

De Troyaanse beelden tot een minimum beperkt, maar subtiel herkenbaar.

Gewoon weer goed!

Dees · 16 december 2005 op 09:39

Heerlijke column. Mooie beeldende beschrijvingen en de energie spat ervan af.

klungel · 16 december 2005 op 10:18

Ik kreeg een beetje een Kees gevoel bij deze column. Prettig om te lezen dus.

WritersBlocq · 16 december 2005 op 19:00

[quote]en mijn onderbroek is, zoals gebruikelijk, weer spoorloos verdwenen. [/quote]Pak eens een schone, je weet wel, in de linkerkast, middelste plank, rechter stapeltje 🙂
Melady had net die quote eruit gepakt die ik ook zo lèkker vind! Heerlijk geschreven.
Mup, ik heb ook een wasbak in de keuken hoor 🙂

melady · 17 december 2005 op 00:23

[quote]Melady had net die quote eruit gepakt die ik ook zo lèkker vind! [/quote]

Mijn specialiteit WB..lekker puh 😀

bert · 17 december 2005 op 03:14

Ja, hier kun je me s’nachts wel voor wakker maken! 🙂 🙂 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder