Twee uur is de afspraak. En wij staan er, al weten we wel dat in Brazilië er aan tijdafspraken wel een staartje blijkt te zitten. Geen verwondering daarom dat we nog geen jeep zien. Kwart over twee: nog geen jeep. Half drie: u raadt het al! We gaan ons afvragen of….. en dan, kwart voor drie, ontwaren wij in de verkeersstroom een open jeep, legermodel groot formaat. Stopt waar wij staan. “Barbara”, zo stelt ze zich voor. “Ze” is de gids voor onze jeeptour. Informeert naar onze herkomst en vraagt of ze ons met engels van dienst kan zijn. Wij zijn de eerste instappers en op weg naar de volgende krijgen we wat meer informatie. Ze is van origine italiaanse, woont al jaren in Brazilië, heeft in Parijs vertoefd en is zodoende in staat haar passagiers in meerde talen van dienst te zijn. De chauffeur, een flink uit de kluiten gewassen Braziliaan, stelt ze voor als Toto. Hij rijdt de jeep soms wel wat overmoedig door het drukke verkeer, zich links of rechts een weg banend naar een positie waar hij meent voordeel uit te kunnen trekken. Met een bakbeest van een jeep kun je anderen je wil opleggen! Behalve die paar keer dat die ander denkt “je kunt me wat” en ook doorduwt. Dan moet Toto vol op de remmen staan en schokken wij over de zitplaatsen in de laadbak wild heen en weer. Barabara schreeuwt ons boven het verkeerslawaai uit in het oor: “Toto is a good driver!” Het “opladen” van de overige passagiers gaat niet helemaal van een leien dakje. Bij één van de topklasse-hotels “en ville” is de cliëntele al zoek. Schijnbaar heeft voor hen het wachten al te lang geduurd… Voor ze dan uiteindelijk toch op het appel verschijnen verstrijkt een hele tijd. Je vraagt je af waar die mensen dan weer al mee bezig waren. Makkelijk voor Barbara: het zijn italianen. Elders nog twee-en-een-halve portugees opgepikt en daarmee was de bezetting voor die middag compleet.

Met zijn allen zijn wij op weg om een favela (spreek uit favééla) te bezoeken. Dat is de gebruikelijke benaming voor een sloppenwijk, waarvan Rio er, groot en klein, naar het schijnt wel 700 rijk is en waar een miljoen mensen moeten leven. En waar het bevolkingsaantal veel sneller groeit dan elders in de metropool. Dicht opéén vind je er de onderkomens waarin gewoond wordt. Veel tegen berghellingen.
Vier muren en een dak, meer is het bijna niet. Een stukje hoger op de berg en half over een al bestaand “pand” bouwt men er weer één. Er ontstaat zo een blokkendoos-effect wat zich gemakkelijk laat voorstellen. Regelmaat of orde is daarbij ver te zoeken: men doet maar wat. Als er al een straat is (de meeste favela”s hebben er helemaal geen) dan is dat ook bij lange na niet wat wij er ons bij voorstellen.
Water en licht wordt door een wirwar van kabels en slangen hogerop getransporteerd. Een soort reuze speciekuipen zijn de “watertorens” voor de eronder liggende ruimtes. Barbara zegt: “maar ongeveer 20 % van het water- en lichtverbruik is legaal, de rest wordt heimelijk afgetapt”.

Een overheidsgezag is er in feite niet. Wat kopstukken uit de favela zelf bepalen wat er mag en wat er niet mag. En daar die kopstukken vaak met het criminele circuit te maken hebben is er weinig overtuigingskracht voor nodig om toeristen er van te overtuigen dat ze maar beter niet op eigen gelegenheid een favela kunnen bezoeken. Als nieuwsgierige toerist wil je toch zelf wel waarnemen hoe schril je eigen welvaart afsteekt tegen de armoedige levensomstandigheden in de sloppenwijken. Dit gat in de markt wordt opgevuld door Jeeptours als de onze. Die bezoeken allemaal dezelfde favela, de grootste van de stad, met zo’n 200.000 inwoners ingeklemd tussen de luxe van Copacabana en Ipanema.
Daar kan een grote jeep nog net en weg vinden op een hoofdstraat en een paar zijstraten.

Je kunt er, onder begeleiding van je gids, te voet met eigen ogen zien hoe men er leeft. In straatjes en steegjes. De gidsen genieten vertrouwen en dan durf je als toerist met hen mee. Ze kennen er mensen, nemen een kind op hun arm, knopen gesprekken aan met bewoners, laten uiteraard ook wel eens wat geld in andere handen overgaan.

Van wat ons het meest is bijgebleven van ons bezoek aan de Rocinho-favela kan ik zeker nog een blaadje vullen. Als u geïnteresseerd bent, wilt daar dan even op wachten ?

Categorieën: Reisverhalen

3 reacties

Dees · 24 april 2005 op 20:22

Op safari in de grote stad. In New York kan je in bus met kogelvrije ruiten door de Bronx. Wat klopt daar toch niet aan? Het is toch geen dierentuin…???

champagne · 24 april 2005 op 22:09

Ik vind wel dat je het goed beschrijft, maar ik merk gewoon dat reisverhalen niet zo mijn ding zijn….

archangel · 25 april 2005 op 09:22

[quote]Als nieuwsgierige toerist wil je toch zelf wel waarnemen hoe schril je eigen welvaart afsteekt tegen de armoedige levensomstandigheden in de sloppenwijken.[/quote]

Ik sluit me aan bij Desaparecida….

Geef een reactie

Avatar plaatshouder