Wethouder Jansen heeft een nieuwe opdracht voor mijn onderzoeksbureau. Vandaar dat ik nu tegenover hem in zijn “bureau de travaille” zit. Zo noemt hij dat werkhok tegenover zijn zakenrelaties.
Hij pakt een langwerpig geel schrijfblok uit een la en even denk ik dat hij onze consumpties gaat opschrijven maar dat is al te optimistisch.
‘Oké, ik heb haast Kees. Ik moet zo met het vliegtuig naar Engeland. Mijn chauffeur kan zo komen. ‘Ga je vliegen Jansen? Jezus, ik ben eens met EL AL naar Israel gevlogen en kreeg onderweg een lunch die uit tweeëntwintig verschillende bonengerechten bestond en het verbaasde me dat het toestel onderweg niet ontplofte en…’

Voor ik mijn verhaal kan afmaken komt er een man met een tulband binnen die in de deuropening blijft staan.
‘Ben jij een geest?,’ vraag ik beleefd.
‘Jazeker,’ antwoord hij lachend. ‘En in mijn auto ligt een vliegend tapijt en je mag drie wensen doen.’
‘Kun je even gaan zitten,’ vraagt Jansen, dit gezellige onderonsje onderbrekend, aan de chauffeur. ’Ik ben in een wip klaar hier.’
Tulband gaat zitten. Op zijn borst heeft hij een naamplaatje gespeld. Wydrzynski staat erop.

Hij zal best oké zijn maar je zult maar met een naam door het leven moeten die op de derde regel van een ogentest lijkt. Ja, ik bedoel maar iemand zou een klinker voor die man moeten kopen.
Jansen begint mij instructies te geven over mijn opdracht. ’Er is een lek op het gemeentehuis,’ zegt hij aan zijn potlood knagend.
’Dan moet je een loodgieter bellen, Jansen. Daar ben ik niet de aangewezen persoon voor en..’

Tulband begint te lachen Ik vraag mij af waar Jansen hem vandaan heeft. Hij vertrouwt hem in ieder geval want anders zou hij hier niet zitten.
‘Sinds wanneer dragen Polen een tulband?,’ vraag ik. ‘Je bent toch een Pool?’
‘Absoluut,’ antwoordt hij. ‘Maar mijn religie kent geen grenzen.’
‘Moet je horen,’ zeg ik terwijl Jansen zijn koffertje driftig begint in te pakken. ’Er komt een Pool bij de opticien en de opticien zegt tegen hem: ‘kunt u lezen wat daar staat?’
En die Pool zegt: ’Zeker wel,ik ken al die mensen.’
Tulband begint oorverdovend te lachen. Jansen kijkt mij woedend aan: ‘Als ik terugkom ga ik ervan uit dat je de ambtenaar die gegevens naar de pers lekt te pakken hebt. En dan nog wat;
Wil jij niet zulke discriminerende onzin uitkramen in mijn kantoor!!’
Daarna beent hij, gevolgd door Tulband, zijn kamer uit.

‘Ja hallo Jansen,’ roep ik hem achterna, ’kan ik er wat aan doen dat die Poolse namen altijd op een verkort overzicht van de top-veertig lijken?’
Het bulderende gelach van Tulband is nog tot buiten te horen. Je maakt wat mee op een gewone maandagmorgen..


11 reacties

lagarto · 1 oktober 2007 op 07:33

Keeeees, ik kan geen bij jou nooit een rotopmerking maken…Hij is alweer fantastisch.
Groeten Lagarto

FatTree · 1 oktober 2007 op 08:48

Ik vond hem mij een beetje bekend voorkomen, maar dat komt omdat ik hem al stiekem op je website had gelezen! Is dit trouwens de eerste column waar je als ‘Kees’ en niet als Paco wordt aangesproken?

lisa-marie · 1 oktober 2007 op 09:18

[quote]Je maakt wat mee op een gewone maandagmorgen..[/quote]
Als ik dit elke maandagochtend mee zou maken dan kocht ik voor die man een klinker en begonnen alle weken goed. 😀
Ik heb niet alleen gelachen maar ook met veel plezier deze column gelezen.

Dees · 1 oktober 2007 op 12:53

Chaotisch en briljant geschreven 😀

Ben blij dat je iig nog elke maand eentje hier neerplempt.

pally · 1 oktober 2007 op 13:56

[quote]Ja, ik bedoel maar iemand zou een klinker voor die man moeten kopen.[/quote]

Dat is toch grandioos gevonden: Het leven als scrabble spel.Dat maakt jouw columns zo speciaal, Kees: Je weet wat er ongeveer komt, maar de woorden die je ervoor gebruikt zijn uniek.

groet van Pally

arta · 1 oktober 2007 op 16:44

Erg leuk geschreven, Kees!
😆 😆

WritersBlocq · 1 oktober 2007 op 18:20

Lekker maf Kees!

[quote]je zult maar met een naam door het leven moeten die op de derde regel van een ogentest lijkt. [/quote]
Geniaal, echt superlachen.
Zonde joh, dat je het later nog een keer herhaalt met die ogentest.

Ciao, Pau.

Li · 1 oktober 2007 op 20:33

[quote]‘Kun je even gaan zitten,’ vraagt Jansen, dit gezellige onderonsje onderbrekend, aan de chauffeur. ’Ik ben in een wip klaar hier[/quote]

Ik kan er niks aan doen, maar bij alle Jansencolumns denk ik dubbeldoor.

Hij is weer geestig! 😀

Li

Siebe · 1 oktober 2007 op 21:16

Eens met Lagarto. Ik kan ook nooit wat lulligs bedenken onder je columns Kees. Ach, als je het zou moeten bedenken deugt er ook iets niet natuurlijk.

De Jansen-columns blijven erg goed Kees. Onuitputtelijk format. Hoop ik.

Erg genoten van deze:

[quote]Ja, ik bedoel maar iemand zou een klinker voor die man moeten kopen.[/quote]

En nu breek ik mijn hoofd over waar dat ook alweer uit kwam. Het was Avro en Hans van der Togt, maar hoe heette dat programma ook alweer?

Gr.
S

[i]EDIT na een nachtje slapen:[/i] Rad van Fortuin!!! Toch?

pepe · 2 oktober 2007 op 07:27

Alleen op maanmorgen? Volgens mij rijgen al jouw dagen zich zo aaneen.

Heerlijk verhaal weer 😆

Prlwytskovsky · 6 oktober 2007 op 12:03

Chauffeur? Vliegtuig? Hopenlijk toch niet aan elkaar verbonden want dat zou dubbelklappen van de lach worden.
Enne … rare namen toch he, die Polen. 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder