Al weken kijken de kinderen en mijn moeder er naar uit: We gaan een midweek naar Slagharen. Dat ik hun enthousiasme niet deel wordt door hen, gemakshalve, over het hoofd gezien.
“Ga je ook mee met ons in de waterachtbaan?” Het is de eerst gestelde vraag, als we uiteindelijk in de trein zitten voor de grote reis.
“Natuurlijk, wat dacht je dan?”
“En in de vrije val?” Ik probeer net zo opgewonden ‘ja’ te knikken, als dat zij de vraag hebben gesteld. De radars, die normaal gesproken elk ‘nep-antwoord’ filteren, laat hen danig in de steek. “Het reuzenrad?”
“De 3D-bioscoop?”
“De Wildwestshow?” Drie en een half uur lang hoef ik alleen maar te glimlachen en ‘ja’ te knikken.
“Gaan we ook naar de bingo ’s avonds?” Stilte. Onee. De bingo. Ik haat bingo.
“Ja, leuk!” Mijn moeder is me voor.

Vijf uur na aankomst zitten we in een enorme zaal met minstens tweehonderd andere mensen. Minuscule kaartjes met cijfers liggen voor ons op tafel. Pennen in de aanslag. Stipt half negen gaat het beginnen, zegt het affiche. De bingopresentatoren denken daar echter anders over. Zij menen eerst te moeten gaan zingen en tasten daarvoor diep in de Nederlandstalige muziekbuidel. Verveeld peuter ik aan een velletje dat naast de nagel van mijn duim zit te irriteren en luister het tafeltje naast ons af.

“Patrick, hou godverdomme nu eens op, pest-pokke-kutjong.” Drie scheldwoorden in één. Vol bewondering luister ik verder en zie dat het gezin meerdere medeluisteraars heeft gevonden. Het oudere stel, aan het tafeltje schuin voor ons, kijkt afkeurend.
“Frits, zeg jij eens iets, jij houdt de hele dag je bek al dicht, klootzak. Het is ook jouw jong”, vervolgt de dame. Frits mompelt iets onverstaanbaars. Patrick blijft met een laserlampje in de ogen van andere bezoekers schijnen. Zijn moeder gaat compleet door het lint. Als een oude stoomlocomotief spuwt ze in steeds sneller tempo de meest originele schuttingwoorden richting zoonlief. Ik heb inmiddels een tweede los velletje gevonden om aan te pulken.

Achter mij zit een gezin met vijf kinderen. De ouders fluisteren steeds dat er niet geluisterd mag worden naar die zondige taal. Woorden als ‘godgeklaagd’ en ‘de hel’ doen vermoeden dat ze streng christelijk zijn. Nonchalant kijk ik om. Ze zien er inderdaad net zo zedig uit als mogelijk is in mijn beleving. Ik voel verbondenheid. Zij zijn net zo niet-op-hun-plaats als ik. Auw, mijn duim bloedt. Gelukkig heb ik meer peutervlees aan de andere kant van mijn nagel.

Drie tafels verderop staat een oma op. Ze draagt een joggingpak met glitter-Elvisprint. Onvoorstelbaar snel beent zij op Patrick af en rukt het lampje uit zijn hand.
“Is het nu afgelopen?” krijst ze door de zaal. “Je zit steeds mij te kloten, pak eens iemand anders.” De jongen grijpt brutaal zijn eigendom terug. Zijn moeder bedwingt een draai om de oren en vader kijkt beschaamd de andere kant uit. De bingopresentatoren beginnen cijfers op te noemen. Elvis-oma sprint terug naar haar tafeltje. Minutenlang zijn alleen de cijfers te horen en het bonken van mijn duim. Ik denk dat de rest van de zaal hem ook hoort. Hij ziet vuurrood inmiddels met hier en daar een bloedstippeltje.

Elke rondewinnaar wordt met een blij muziekje op het podium in het zonnetje gezet. Nog vijf rondes, onderbroken door twee ellenlange pauzes, met ‘live’ muziek en ‘live’ geschreeuw, en dan mag ik weg hier. Mijn moeder en de kinderen bingoën fanatiek mee. Na ronde twee doen zij zelfs de ‘oh’s’ en ‘ah’s’ mee, nadat iemand het hoge woord heeft geroepen. Ik zak steeds verder, met de duim in mijn mond, onder de tafel.

“Bingo!” Nooit eerder hoorde ik mijn moeder zo hard schreeuwen. Driftig wijst ze mijn kant op. Met een ruk zit ik rechtop en van schrik vergeet ik de duim uit mijn mond te halen.
“Jij hebt bingo”, roept ze tegen mij. Ik kijk op mijn kaartje. Verhip, ze heeft gelijk.
“Ik ga echt niet naar dat podium”, sis ik haar boos toe. Ze begrijpt er niets van. Bram pakt mijn kaartje en rent euforisch naar voren. Hijgend vertelt hij tegen de bingomeneer dat het eigenlijk mijn cijferkaart is. Alle gezichten staan nu mijn kant op. Ik kijk naar mijn hand. Vierhonderd ogen kijken mee. Ik ga er bovenop zitten en kijk naar niets.

“Jongeman, waarom wil jouw moeder niet zelf komen?”
“Ze haat bingo, mijnheer, maar ze moest mee van ons.” De gezichten kijken wat minder vriendelijk. Bram vervolgt: “Ze houdt niet zo van de mensen die hier komen, met hun asociale geschreeuw en gescheld. Moet je de moeder van die Patrick eens horen.” Bram moet erg om zichzelf lachen. Ik bijt maar gelijk mijn hele duimtop eraf. De gezichten om mij heen zijn nu ronduit vijandig.
“Oh, uhm… Oké… Zeg haar maar dat ze een neongroene koeltas heeft gewonnen!” schreeuwt de presentator het publiek in.
“Die mag ik van haar hebben, want jullie hebben toch alleen maar stomme prijzen, zegt mijn moeder.” Vaag dringt het nog tot mij door.
“We gaan”, hoor ik mijn moeder zeggen, “Het is afgelopen.”

“Gaan we morgen weer?” roept Marie, wanneer we weer in de frisse lucht staan. Ik bekijk eerst mijn afgepelde duim, dan mijn goede en haal mijn schouders op.
“Als jullie alledrie willen, ga ik wel mee,” zucht ik, en neem me voor morgenavond gewoon mijn andere duim op te eten. Kan mij het wat schelen.

Categorieën: Reisverhalen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

13 reacties

LouisP · 11 september 2010 op 08:24

hey Arta,

een Artaänse titel, een Artaäns verhaal,
Elke keer als ge over da velleke begon schoot ik in de lach..

“Alle gezichten staan nu mijn kant op. Ik kijk naar mijn hand. Vierhonderd ogen kijken mee. Ik ga er bovenop zitten en kijk naar niets.”

Schitterend verteld…Arta!

Dees · 11 september 2010 op 10:13

Whahahaha, heerlijk. Ik krijg enorm zin in een bingo-avond van de beschrijvingen alleen al en lig helemaal dubbel bij jouw bingo en het verhaal van zoonlief. Slagharen rules 😀

SIMBA · 11 september 2010 op 10:22

Jeetje wat een zelfopoffering :wave: :wave: :wave: als je dat doet in de vakantie 😀

Avalanche · 11 september 2010 op 12:24

Tenenkrommend vermaak van de bovenste plank. Duimbijtend goed omschreven. Jij hebt je duidelijk niet vermaakt tijdens dit gruwelijke avondje; ik wel. Met het lezen van dit stukje! 😆

Anti · 11 september 2010 op 13:08

Echt erg grappig. Mooi voor ons dat jij zulke gezellige uitstapjes maakt :hammer: .

WritersBlocq · 11 september 2010 op 13:51

Lekker hè, alle provinciën bij elkaar. En nog lekkerder hoe jij het beschrijft! Ik lag blauw. Herken me ook in dat pulkgedrag, vréselijk, maar niet te stoppen hè? Ik trakteer op een rondje Bossche Bollen, likken we onze vingers erbij af en schrijven een duo’tje. Deal?
Toedeloe en tot snel, Pauline.

pally · 11 september 2010 op 15:09

Ha, ha, Arta, ik zie je al helemaal zitten bij die bingo! Het ponypark is al erg genoeg, maar dan dat ook nog.
Heel geestig hoe je steeds het duim opvreten beschrijft. Echt leuk stuk, dat heeft die bingo dan wel weer opgebracht. 😀
Is je andere duim er ook nog aangegaan? Of zijn jullie daarvoor niet lang genoeg gebleven? Gevaarlijke sport toch: bingo! Je vreet je vingers er bij op 😆
groet van pally

Mien · 12 september 2010 op 01:10

Geweldige column Arta. Herinneringen komen boven.
Mocht ooit als kind van acht, namens mijn moeder die bingo had gelijktijdig met nog iemand uit de zaal, notabene in de finaleronde, een lotje uit een zakje trekken. De medebingonaar voelde in het zakje of het nummer twee cijfers had, en ik, ik trok nummertje zeven. Hij won, door het trekken van het hoogste cijfer, het gouden horloge en ik voor mijn mams, een pond biefstuk van de lokale slager, als troostprijs. Zal dat nooit meer vergeten.

Mien vette pech

lisa-marie · 12 september 2010 op 10:19

Yeah Bingo, echt wel topsport :hammer: 😆

Li · 12 september 2010 op 19:12

Vanmorgen tijdens het zappen, zag ik dat je een reisje naar Slagharen kunt winnen. Iets voor jou ? :hammer:
Geinige column met de stukgebeten duim als een letterlijke en figuurlijke rode draad 😉

Li

sylvia1 · 13 september 2010 op 06:52

Wat een grappig stuk! Maar inderdaad, jouw moederliefde reikt wel heel erg ver zeg, morgenavond nog een keer…

arta · 13 september 2010 op 10:01

Dank jullie wel voor de grappige reacties op mijn horrorverhaal 😀
Slagharen, ik kan het iedereen, die een beetje masochistisch ingesteld is, van harte aanbevelen! 😀

Fem · 14 september 2010 op 07:56

Als mama verdien je een vette pluim hoor!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder