Ik heb heel wat kikkers gekust, in de hoop dat ze vroeg of laat in een prins zouden veranderen. Ook heb ik prinsen gekust, die uiteindelijk kikkers bleken. Mannen die pakken wat ze pakken konden, zoals het een echte kikker betaamt. Mannen die – eenmaal ontmaskerd – luid kwakend bij me weg gingen, of die brullend door mij hoogstpersoonlijk buiten werden gezet. De weg was naar een gelukkig liefdesleven was bepaald niet geplaveid. Ik was jong en naïef. Natúúrlijk was ik dat… Mijn wereld was veilig en mooi en vanuit dat perspectief bekeek ik ook de kikkers en prinsen om mij heen. Kikkers die aangestuurd werden door grote hoeveelheden testosteron. Kikkers en prinsen die na een avond flirten, nonchalant een arm om je heen sloegen bij het verlaten van de plaatselijke kroeg. Dat gebaar hield een belofte in, was een stilzwijgende overeenkomst voor een enigszins verhit afscheid. Ik smolt voor het zoetgevooisde zachte gekwaak in mijn oor. Ik had er toen nog geen benul van dat kikkers als de nood hoog is, zélfs hun glibberige poten om een stevige kluit modder slaan en copulerende bewegingen maken. Jaren later en de nodige desillusies verder, begreep ik pas dat sommige kikkers 24 uur per dag de noodstatus over zichzelf afroepen.

Anyway, verschillende soorten kikkers kwamen langs en hupten na een tijdje weer vrolijk verder. Op een goede dag had ik een mooie kikker beet – een zeldzaam exemplaar – waarbij ik het bestaan van een heuse prins vermoedde. Ik trouwde met hem in de hoop nog lang en gelukkig te leven. De prins in hem bleef echter hardnekkig verborgen, deze kikker was er duidelijk één van het koudbloedige soort. Ik dacht – in al mijn naïviteit – dat als ik maar genoeg van hem zou houden, hij zich vanzelf tot prins zou ontpoppen.

Dus ploeterde ik voort, terwijl mijn prins-in-wording alvast zijn koninkrijkje buiten onze echtelijke poel verkende. Mijn sprookje eindigde kort nadat ik twee kikkervisjes had gekregen. Mijn kikker bleek in the end gewoon een narcistische brúlkikker te zijn, die nooit iets prinselijks in zich zou krijgen. Hij had in de tussentijd niet stilgezeten en had vol enthousiasme in de poel des verderfs rondgesprongen. Daar was hij een spannende dameskikker tegen het naakte lijf gelopen. ‘Hoe meer zielen, hoe meer vreugd,’ dacht de narcistische brulkikker en koesterde zich in de adoratie. Ik, op mijn beurt, schopte hem kordaat mijn poel uit en realiseerde me dat sprookjes wijze levenslessen zijn, en dat het leven op zichzelf bepaald geen sprookje is.

Ik kus nog steeds graag zowel met kikkers als met prinsen, maar ik hoef niet meer zo nodig met ze te trouwen. De herenkikkers hebben hún sloot en ik de mijne, en als we elkaar toevallig treffen voor wat gemeenschappelijk gekwaak of een vurige samensmelting, is dat oké. En trouwens, ik val tegenwoordig niet meer voor de eerste de beste kikker met vermeend koninklijk bloed. Echt niet! De prins die mij uiteindelijk zal weten te veroveren, moet heel wat in zijn mars hebben. Want ik ben – in the end – natuurlijk wel een échte prinses op een erwt.

Categorieën: Mannen & Vrouwen

13 reacties

Prlwytskovsky · 21 augustus 2008 op 18:43

Kijk Sjempeen, ooit was ik een prins op een wit paard maar van ellende heb ik dat beest op moeten eten. Nu ben ik nog een loopgraaf.

En vlak de dames niet uit ….. breek me de bek niet open. 😉

arta · 21 augustus 2008 op 20:05

Sinds mijn tong contact had met de ‘Ollotis alvaria’ (Ook wel likpad of drugspad genoemd) ben ik nooit meer opgekikkerd en totaal van het ‘padje’ af.:-D
Erg leuk hoe jij de metafoor gedurende jouw column vast weet te houden op een erg originele manier. Ondanks dat de ondertoon best triest is heb ik em meteen brede glimlach gelezen!
Mooi!
🙂

pally · 21 augustus 2008 op 22:02

Dit geestige maar ook spotvolle en schrijnende sprookje spreekt me beslist aan.Ook de zelfspot ga je niet uit de weg! Mooi gedaan, champagne, proost op de goede afloop van het sprookje, al ben ik bang dat die goede afloop vaak maar een momentopname blijkt 😀

groet van Pally

priet · 21 augustus 2008 op 22:15

Weer eens zo’n stukje dat je met plezier leest van begin tot eind. Leuk!

lisa-marie · 21 augustus 2008 op 22:32

Ik heb het met veel plezier en een glimlach gelezen,mooi 🙂

SIMBA · 22 augustus 2008 op 08:51

Een mooi sprookje met moraal, erg leuk geschreven het las lekker weg.

weathergir · 22 augustus 2008 op 21:03

Eigenlijk een ongezellig onderwerp op een heel gezellige manier geschreven. Topverhaal, champagne, heel leuk verwoord. En troost je: er zijn minstens zoveel kikkers als erwten op de wereld… 😀

WritersBlocq · 23 augustus 2008 op 07:53

Kwaken en kwakken zal allebei wel mannelijk zijn.

Goed geschreven, lief bruisend tiepje! Kussie, Pau’tje

pepe · 23 augustus 2008 op 11:03

Echt weer een heerlijk verhaal, blij dat je hier weer eens wat kwaakt.

Zou er werkelijk een perfecte kikker of prins bestaan?
Ik geloof niet in sprookjes, dus ik denk van niet.

Neuskleuter · 23 augustus 2008 op 22:37

Heerlijk, dit verhaal is precies dat ik vanavond even nodig had!

Er zit een diepe laag in die triest overkomt, maar het is tegelijkertijd een heerlijke, grappige metafoor, met een geweldige uitsmijter.

Ober, schenk me nog maar een champagne in. Zo lust ik er wel een paar.

DriekOplopers · 24 augustus 2008 op 14:17

Naar mijn gevoel doet de allerlaatste zin wat afbreuk aan het uitstekende verhaal. En inderdaad, er zijn zowel goede als foute kikkers (m/v). Kop op, Champagne.

Mup · 24 augustus 2008 op 17:56

Hier kikker ik van op, leuke vergelijkingen, geen vals sentiment,

Groet Mup.

KawaSutra · 25 augustus 2008 op 02:15

[i]
Er zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot.
De sloot was toegevroren, de kikkertjes half dood.
Ze kwekten niet, ze kwaakten niet,
van honger en verdriet. 2x

De jongste, die een wijsneus was, zei tot zijn kameraads,
Die malle nachtegalen, wat hebben die een praats,
Was eerst het ijs maar in de dooi,
wij zongen eens zo mooi. 2x

Maar toen de lieve lente kwam, zij kwaakten de oude wijs.
Als zij dat zingen noemen, wens ik ze weer in ’t ijs.
Ik geef die kikkers allemaal,
voor ene nachtegaal. 2x
[/i]

Geef een reactie

Avatar plaatshouder