Ik doe het hekje open. Nee, ik veeg het hekje weg. Ik delete het hekje. Wat doet dat hekje überhaupt, daar voor de weekopdracht? Voordringen?

Had ik niet moeten doen. Het hekje openen. De woorden stromen over de dijk. Het hek is van de dam. Ze zijn niet tegen te houden. Wat een woordenstroom. Het gaat zo snel dat ik ze amper kan volgen.

Al snel vergeet ik de volgorde. Optellen lukt ook al niet. Ik raak verstrikt in cijfers en getallen. Een, twee, drie, dat gaat nog. Maar bij veertig wordt het al lastig. Maak maar eens een zin van veertig woorden.

Vijfenveertig, vijftig of zesentwintig, twaalf. Ik weet het niet meer. Het stallen van de woorden is bepaald een sinecure. Ik voer ze stro zodat ze wat rustiger worden en niet voortdurend willen voordringen.

Ik raak zo in de war dat ik vergeet te slapen. Die rotwoorden houden me wakker. Wat ging ik nu alweer doen? O ja, slapen. Waarop? Op mijn slaap natuurlijk. Niet op mijn rug. Blijven oefenen.

Ik begin opnieuw. Sluit het hekje voor de weekopdracht. Nadat ik alle woorden heb teruggestuurd, achter de dam. Vermoeiend hoor. Woorden verzamelen die verdwaald zijn. Gelukkig hebben ze genoeg gegeten. Anders zouden ze maar gaan jammeren en blètten.

Nog één poging waag ik. Op naar de tachtig. Dat moet toch lukken?!

Categorieën: #Weekopdracht

Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder