Met een kundige blik bekijk ik de datum op een verpakking kaas. Als ervaren vers-medewerker mag je wel verwachten dat je daar naar kijkt. Achter me hoor ik een vage groet met mijn naam ergens tussendoor geworpen en kijk achter me. Een collega, tenminste, ze werkt bij de kassa, dat kun je geen werk noemen, kijkt me aan. ‘Hallo Francine’, groet ik terug. Een standaardgesprek over wat ze hier doet – wat een overbodige vraag is, want wat zou je in een supermarkt moeten doen, experimenteren met zeeolifanten?- is een opvolgende gebeurtenis. Ze loopt weer verder en één van haar kinderen begint op een gegeven moment te huilen. Het is een samenhangend geheel, als kind hóór je te huilen anders kun je een kind geen kind noemen, dan fungeert het als robot wat op een kind zou moeten lijken. Op dat moment, beginnen mijn hersenen op een – voor mij nog steeds onverklaarbare manier – te werken. Mijn gedachten gaan terug naar mijn kinderjaren naar één van de ‘huilincidenten’. Het is op een moment dat ik samen met mijn (nu volwassen) zus iets uitgehaald had wat mijn vader op zijn zachts gezegd ‘niet zo plezierig vond’. We stonden op het punt er een paar weekjes tussen uit te gaan naar onze iets nog zuidere buren dan onze Zuiderburen: Frankrijk. Wat we hadden uitgevreten kan ik me niet meer uit mijn natuurlijke harde schijf halen, maar hij dreigde er zelfs mee dat we niet mee mochten op vakantie. Én dat moment daarna vergeet ik nooit meer. Mijn moeder huilde toen mijn vader dat zei..

Toen knapte er iets vanbinnen. Ik had altijd de gedachte gehad dat ouders niet konden huilen. Dat we als mensen op een gegeven moment geprogrammeerd worden om niet te huilen. Ik had het idee dat huilen met een deleteknop weg was gevaagd.. Eigenlijk raar , verbazend misschien wel, dat ik na 5 jaar pas doorhad dat ouders kunnen huilen. Ze kunnen het, alsof ze een cursus bij de LOI gevolgd hebben..

Dat vond ik raar, maar wat ik nog raarder vind is dat ik – als halfvolwassenen of halfkind, hoe je het ook wilt noemen- zelf ook lijk te evalueren tot een ‘zo-min-mogelijk-huil-figuur’. We verbergen onze emoties. Denken dat het zo uit de tijd is om te huilen als de emoties losbarsten. Dat we voor schut staan, dat het onze image aantast. Dat we op twitter geen dramaking/queen genoemd willen worden. Dat we ons niet in een hoekje willen aanstellen, want eigenlijk geen aanstellen is.

Ik ben van mening dat het juist goed is als je je emoties laat zien. Je laat zien hoe je je bij een situatie voelt en mensen weten dan dat je bepaalde dingen niet kan waarderen. Ze kunnen zich – indien het aanpassingsvermogen zodanig ontwikkeld is- aanpassen aan jou en aan de situatie. Een vriendschap wordt ook hechter als je je emoties toont. En ik ben nu niet zomaar aan het gissen of ik waag een gokje in de ‘EmotieCasino’, dit is iets wat ik uit eigen ervaring heb meegekregen.

Het idee dat volwassenen robots zijn heb ik al van me afgeworpen. Ze beginnen steeds meer op mensen te lijken. Misschien bestaat er wel een mogelijkheid dat het mensen zijn. Maar ach, ik zal dit stuk in het midden laten. Er is een mogelijkheid dat volwassenen gaan huilen van het lachen na het lezen van dit stuk of ze huilen na dit stuk omdat het zo bar slecht is. Maar die kans is miniem, want volwassenen huilen niet…

Categorieën: Maatschappij

2 reacties

Mien · 12 september 2011 op 11:10

Soms kom ik pinken te kort. Maar helaas, bij je column niet. Iets te veel opgepoetst de column.

Mien

Ferrara · 12 september 2011 op 17:00

Ik denk dat je bedoelt te devalueren.
Gaat dit stuk nu over volwassenen die niet huilen of dat ze hun emoties niet tonen. Emotie is namelijk niet alleen maar huilen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder