Een haat-liefde relatie is het. Telkens wanneer ik denk het kunstje onder de knie te hebben, haalt de werkelijkheid me genadeloos in, komt de grauwe donkerte erover en slaat het feestje dood. Dan moet ik de boel leeghalen, uitpluizen en met frisse moed opnieuw beginnen.

De Noorse bosgod, onze houtkachel, is zowel mijn warmteheld als mijn plaaggeest. Regelmatig bouw ik een torentje van brandhout op de bodem van de kachel, inclusief hier en daar een ontluchtingsplek, zodat het vuur ook om de blokken vlam kan vatten. Vervolgens vlij ik er twee aanmaakblokjes tussen en steek het zaakje aan. Niet altijd ontstaat er direct een vreugdevuur.

Het gebeurt namelijk regelmatig dat wij met elkaar overhoop liggen, de Noorse bosgod en ik. Dan weer sukkelt mijn houten stapeltje in, of ik heb een slecht aanmaakhoutje getroffen. Een andere keer is de aansteker leeg. Met lucifers is het vragen om problemen; het enige wat ik met zwavel ontstoken krijg, zijn mijn vingers.

Wanneer de vlam wel goed aanslaat, hoor ik de kachel niet veel later brommen, wat overgaat in woest gebrul, waarvan ik dan weer vreselijk schrik. Toch schijnt het zo te horen. Onze Noorse bosgod moet brullend branden, volgens de overlevering én volgens lief. Op het moment dat ik begin te geloven dat de houtkachel uit zijn schoorsteen ploft is het goed en is het huis in no time zeer behaaglijk. Zelfs in de badkamers boven, aan de achterzijde van het huis, is het –mits de deuren opengezet- aangenaam vertoeven.

Het schrijft ook zo heerlijk, aan een warme keukentafel, op het ritme van een brullende kachel. Met warme vingers. Daar kan geen vloerverwarming tegenop.


Odette

Overtuigd twijfelaar. Boetseert woordjes tot sprekende beelden.

6 reacties

troubadour · 18 januari 2016 op 07:49

O, heerlijke nostalgie O. Zonder zo’n kachel zou ik al gauw geen woord meer op papier krijgen. Joew schrijfstijl lijkt veel op die van Pally. Dan weet je dat het goed is toch, want haar schrijfstijl lijkt evenveel op de jouwe.

Odette · 18 januari 2016 op 07:53

Dat noem ik nog eens een bijzonder mooi compliment op de vroege maandagmorgen. Blauwe maandag, ook nog. Dank, Troubadour 🙂

Mien · 18 januari 2016 op 08:02

Ik zweer bij de Zwitserse methode.
Een kachel altijd eerst flink laten branden (opstoken).
Je smelt dan wel bijna de ‘kiet’ uit.
Daarna kun je de kachel temperen.
Welk type Jøtul heb je?
Succes.
Leuke column over een ergernis die iedere beginnende stoker overkomt.
http://youtu.be/KnLUiFD_yp8
Welke

Meralixe · 18 januari 2016 op 19:49

Echt waar, ik was in een vroeger leven nog kolenhandelaar. Gezellige warmte te vergelijken met een houtvuur. Dat heb je duidelijk verwoord.

trawant · 19 januari 2016 op 21:18

Zittend in de sneeuw bij de knetterende buitenkachel is dit stukje
een genot!

Esther Suzanna · 20 januari 2016 op 12:50

Leuk!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder