Mensen kijken is altijd leuk. ’s Zomers op een terrasje met een biertje in je hand kijken naar andere mensen, wat ze aanhebben, hoe ze lopen, wat ze zeggen, is vermakelijk. Je ziet op een middag zo heel wat voorbij komen en je kan bij de voorbijgangers een prachtig verhaal bedenken; waar ze naartoe gaan, wat ze voor een leven hebben. Er is alleen één plek waar dat beter kan dan op een terrasje: het station. Een man in pak, type zakenman, loopt gehaast met een koffertje in de hand naar het grote blauwe omklapbord in de stationshal. Hij ziet dat hij waarschijnlijk zijn trein gaat missen en begint te rennen, half uitglijdend met zijn nette zwarte lakschoenen op de gladde stationsvloer. Tegelijkertijd rent een student met een zware, onhandige weekendtas naar dezelfde roltrap als de zakenman. Halverwege komen ze elkaar op een ruwe manier tegen; de weekendtas beukt tegen de in pantalon gestoken heup van de zakenman. De student mompelt een excuus en laat de zakenman dan toch maar voorgaan op de roltrap, geïmponeerd door het krijtstreeppak.

Een jongen met skateboard komt de stationshal binnen gerold, waar hij bijna een moeder met een kindje aan de hand omver rijdt. Hij krijgt de nodige verwensingen naar zijn hoofd geslingerd, maar dat hoort hij niet met de mp3-speler om zijn nek en de koptelefoon ter grote van oorwarmers op zijn hoofd. Halverwege de hal stapt hij van zijn skateboard en wipt met zijn voet het geval handig omhoog, zodat hij het verder kan dragen. Relaxed loopt hij naar het informatiebord, kijkt op zijn mobiel en schrikt duidelijk van de tijd. Hij hijst zijn kruis, dat op zijn knieën hangt, met één hand op tot normale hoogte en trek een sprintje naar het perron.

Een meisje leest de nieuwe Nicci French, hangend tegen het moderne standbeeld dat het blauwgele meetingpoint vlaggetje moet vervangen. Een jongen staat tegenover haar, zijn handen diep in zijn zakken gestoken. Hij probeert te zien welk boek ze leest, misschien om een gemeenschappelijke factor te vinden waar hij het met haar over kan hebben als inleidend praatje tot wat een gezellige avond kan worden. Ze heeft door dat ze bekeken wordt en kijkt op, lacht wat verlegen naar de blonde jongen, die als reactie op haar lach een rode boei krijgt.

Een oudere man zit op een bankje verward te kijken naar al deze drukte en houdt zijn tas krampachtig vast. Na een tijdje verslapt zijn greep wat, en zijn houding wordt ontspannen. Zijn ogen beginnen steeds verder dicht te vallen, zijn hoofd zakt naar beneden. Hij schrikt weer wakker en kijkt om zich heen of iemand het gezien heeft. Na een paar minuten zakt zijn hoofd weer richting zijn borst, en blijft daar hangen. Zijn mond zakt een beetje open. Een vrouw met een hond ploft naast hem op het bankje, de hond snuffelt aan de broekspijp van de man die daarvan wakker schrikt. Hij kijkt op zijn horloge, staat op en loopt rustig naar het goede perron.

Alle mensen op het station zijn totaal verschillend van elkaar. Ze hebben verschillende bestemmingen, verschillende doelen. Iedereen heeft zijn eigen verhaal. Mensen die niets met elkaar te maken hebben, van verschillende leeftijden en verschillende sociale lagen, komen elkaar hier bedoeld of onbedoeld even tegen.
Daarom zijn stations zo mooi, alle verhalen, alle levenslijntjes, komen hier even samen.


6 reacties

Trukie · 4 februari 2006 op 14:53

Heerlijk Mug, ik kijk en geniet met je mee. Stations zijn vermakelijke plekken. Ik probeerde uit te vinden op welk statoin je hebt gezeten. Maar het zou overal kunnen zijn. Het gevoel van onderweg zijn kookt alweer door mijn aderen.
Je had het misschien wat meer betrokken kunnen verbeelden en verhalen. Het is nu een opsomming van indrukken. Maar je hebt de dingen om je heen goed geobserveerd.

KawaSutra · 4 februari 2006 op 17:26

Een mooie observatie die het wachten op de trein met vertraging meer dan de moeite waard maakt.

[quote]Hij hijst zijn kruis, dat op zijn knieën hangt, met één hand op tot normale hoogte en trek een sprintje naar het perron. [/quote]
Om vervolgens de broek weer tot halverwege de bilnaad te laten zakken zeker? 😀

Anne · 4 februari 2006 op 18:21

Ik kan jou geloof ik de hand schudden, jij bent ook zo’n kijker als ik. En een beschrijver, zoals ik ook. Niks mooier dan in het allersimpelste goud zoeken – en vinden, lijkt mij. Leuk.
Anne.

Mosje · 4 februari 2006 op 19:37

Nou, echt samenkomen doen die levenslijntjes niet. Het botst vooral.
Ik houd niet zo van stations. Het is er altijd koud en tochterig, zelfs als de mussen dood van het dak vallen, wat ze maar beter niet kunnen doen, want dan heb je zo maar weer zo een vertraging.
“Wegens een dode mus zal de sneltrein richting Amsterdam met tien minuten vertraging vertrekken vanaf spoor 4.”
😉

Dees · 4 februari 2006 op 20:13

Mevrouw zoem en prik, heerlijk die observaties. Heerlijk om zelf te doen en net zo heerlijk om erover te lezen. Stations – en treinen trouwens ook – zijn geweldig, als je je ogen openhoudt, zoals jij dus 😉

Li · 5 februari 2006 op 13:52

Na dit gelezen te hebben vind ik het bijna jammer dat ik nooit met de trein ga.
Hopelijk wordt het snel weer terrassenweer.

Li

Geef een reactie

Avatar plaatshouder