Ik wist dat het er op een dag van zou komen. Ik zou mijn weg gaan en jij zou jouw kronkelige paden met al zijn dubieuze afslagen volgen. Hoogstwaarschijnlijk zouden we elkaar nooit meer terug zien. En toch speel je om de zoveel tijd weer een rol in een van mijn krankzinnige dromen. Als een vuurspuwende heks die mij eindeloos achtervolgt door donkere bossen, of als een louche waarzegster die mij hel en ontij voorspelt terwijl ze mij koffie laat drinken waarvan ik ben overtuigd dat het giftig is. Of als een engelachtig wezen met een rood gebreide muts en zwart omlijnde ogen. Iemand waar ik eindeloos mee door de regen wil lopen, als twee gerafelde motten, op zoek naar licht; iets om ons aan op te warmen.

Het is nu zeven jaar geleden. Meer dan tweeduizend dagen zijn voorbijgegaan sinds ik je voor het laatst gezien heb.

Soms schiet ik wakker; overtuigd dat je niet meer leeft. Maar er is geen nummer dat ik kan bellen, geen adres dat ik kan bezoeken. Je bent vast geëmigreerd; leeft als een bohémien in een knusse boerderij met oudrose geschilderde muren en een veel te rijke kerel. Jullie zijn de trotste eigenaren van talloze olijvenbomen en ’s avonds drinken jullie huisgemaakte wijn, ergens in de Provence.

Jij in de hoofdrol in het cliché dat je leven zal redden: onwaarschijnlijker kan haast niet.

Een paar maanden geleden dacht ik je even gezien te hebben. Het kunstmatige licht van het sombere metrostation maakte je bleek en het gezelschap waarin je verkeerde haalde alles wat goed en mooi aan je was terstond omlaag. Ik wil niet weten wat jullie daar deden. Ik wil niet weten waar jullie naar op zoek waren. Ik dacht je gezien te hebben en veel van mijn gedachten neem ik al lang niet meer serieus.

Onlangs sprak ik je moeder. We hadden het over het weer, de opkomende sterrenregen, operatiekamers en in welke restaurants we vooral niet uit eten moesten gaan. We zwegen over jou. We zwegen over het gif. En altijd hebben we diezelfde opgewekte blik op onze gezichten geplakt.

‘Als ik stil ben, ben ik meestal gelukkig’ zei je ooit.
‘Of dood’ grapte ik.
Op de achtergrond klonk een nummer van Talking Heads.

‘We’re on a road to nowhere,’ galmde het in de kamer.

En ik bevestigde dat ik nergens heen zou gaan, wetende dat ik hoe dan ook vooruit zou moeten en mijn pad nooit dat van jou zou zijn.

‘Ik hou van dit nummer’ zei je.
‘En ik hou van je muts’ zei ik, waarop ik hem plagend over je gezicht trok en je welterusten kuste.

Categorieën: Overig

9 reacties

arta · 22 september 2008 op 12:30

Je schept op een afstandelijke manier een knusse sfeer in jouw stuk.
Heel mooi!
🙂

lisa-marie · 22 september 2008 op 12:30

Ik werd er zo in meegenomen dat ik zelfs de muziek kon horen.

Niet alleen mooi geschreven maar ook sterk :wave:

Mup · 22 september 2008 op 12:30

Krijg meteen naast kippevel van allerlei nummers in mijn hoofd, ‘Ask me how i feel’ in de uitvoering van Tina Turner, ‘With or without you’ U2, en Billy Idols ‘Eyes without a face.

Groet Mup.

Prlwytskovsky · 22 september 2008 op 18:56

[quote]En ik hou van je muts[/quote]
Nou dacht ik toch even …., nee, ligt aan mij; aan mijn vunzige geest. 😉

Maar een story die er staat Troy. Herkenbaar verwoord. Een beauty!

axelle · 22 september 2008 op 21:00

Troy, j’aimeeee tes textes, maar dat weet je zo onderhand wel hè. :p Axelle

Dees · 23 september 2008 op 09:13

[quote] Iemand waar ik eindeloos mee door de regen wil lopen, als twee gerafelde motten, op zoek naar licht; iets om ons aan op te warmen. [/quote]

Prachtig Troy…!

SIMBA · 23 september 2008 op 10:59

Geweldig stuk, net zoals ik the talking heads geweldig vind!

pally · 23 september 2008 op 15:56

Wat mooi geschreven, Troy! En ja die zin van de gerafelde motten sprong er voor mij meteen uit. Jammer genoeg al gequote door Dees.Ik vind dit stukje begrijpelijker en meer down to earth dan je meeste schrijfsels. Het werkt bijna filmisch. Nog beter, vind ik! :wave:

groet van pally

Mien · 24 september 2008 op 09:41

[code]Jij in de hoofdrol in het cliché dat je leven zal redden: onwaarschijnlijker kan haast niet. [/code]

= Killin’ me softly

Column with a human touch!

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder