We moeten een plaatsbewijs laten zien en worden één voor één naar binnen geduwd.
Het is aardedonker. Een zware stem snauwt dat ik het touw moet volgen, op de tast. Het ruikt naar rook, niet van sigaretten maar smeulend plastic, as, kolen. Het is er koud. Het touw voelt ruw, rafelig, alsof duizenden me voor zijn gegaan.
Voor mij schuifelt iemand, ik hoor de snelle ademhaling, voel de lichaamswarmte en ik probeer afstand te houden. Ik houd me in en voel hoe het lijf achter mij tegen me aan botst.
Het touw stopt en ik tast in het duister. Ik vraag me af waar degene voor mij is gebleven. Iemand achter mij grijpt mijn schouder, duwt me het duister in en pakt me vast. Het stelt me gerust, ik ben niet alleen.

We staan in totale duisternis en wachten, seconden lijken eeuwen te duren.
Het dondert in de verte, geen onweer maar geschut, zware ontploffingen die als golven dichterbij komen en ik kan de trilling onder mijn voeten voelen.
De man heeft zijn armen om mij heengeslagen, dat het een man is voel ik aan zijn lijf, ademhaling en geur.

Plots worden we verblind door zaklampen, donkere schaduwen met stampende laarzen doemen op, een touw drijft ons als vee bijeen.
Een sterke geur dringt mijn neus binnen, chemisch, maar ook iets van menthol. Onheilspellende gevoelens nemen bezit van me, associaties en beelden van kelders, kerken, kerkhoven en kampen flitsen door mijn brein.
Ik wil vluchten maar blijf verstard staan, door de duisternis weet ik niet waarheen ik vluchten kan…
We worden door de schaduwen met zaklampen uiteengerukt, iemand klemt zijn hand om mijn arm en trekt, maar de man achter mij weigert los te laten.

Het geluid is oorverdovend, een gonzend schril, bijna onverdraaglijk geluid dat rondom is, uitwaaiert en weer aanzwelt, zoeklichten flitsen door de ruimte en ik sluit mijn ogen, leg mijn handen op mijn oren.
Ik waan me in een schuilkelder, een oorlog, ik ben even een vluchteling, een gevangene.
De man houdt me stevig vast en ik weet dat als hij er niet zou zijn geweest dat ik de voorstelling had verlaten.

‘Vond je het wat?’ vraagt hij buiten.
‘Ja…ik vond het heftig,’ antwoord ik.
‘Mmm…ik vond het wat slap. Zullen we lekker gaan eten?’ lacht hij en pakt mijn hand.

Categorieën: Algemeen

Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

8 reacties

Nummer 22 · 11 juni 2017 op 08:36

Hmmm Oosterbeek ervaring?

Mooi opbouwend de spanning geschreven!?

van Gellekom · 11 juni 2017 op 11:37

Je schrijft ook deze keer weer top

KawaSutra · 11 juni 2017 op 14:00

Een spannend avontuurtje?
Voor mij wel, knap!

Karen.2.0 · 11 juni 2017 op 23:40

Spannend en verrassend ES, knap geschreven weer!

Esther Suzanna · 12 juni 2017 op 11:45

Dank jullie wel. Het was gewoon een verslagje van een experimenteel theaterstuk, waar ik heenging met een eerste date.

🙂

Vandaag date drie met diezelfde leukerd. 🙂

Bruun · 12 juni 2017 op 14:21

Meeslepend geschreven; ik zat op het spreekwoordelijke puntje van mijn stoel. Date ze 😉

Arta · 12 juni 2017 op 20:33

Wat een gewaagde eerste date, leuk!

Je bouwt de spanning mooi gedoseerd op en verweefd de climax er geruisloos in.
Heel mooi!

Esther Suzanna · 13 juni 2017 op 18:01

🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder