Uit mijn vingers komen vaak woorden die ik niet uit mijn mond krijg.
Op het scherm ben ik spontaan, adrem, vrouwelijk, aantrekkelijk en bij tijden zelfs geestig. Wie mij in het echt ontmoet wordt teleurgesteld: ik ben slechts een flauw aftreksel van de schrijfster. Als ik ooit beroemd zou worden met een boek, dan verschijn ik niet op boekenbals of televisieprogramma’s maar neem ik daarvoor een leuke stand-in. Anders kost het me inkomsten. Het bevreemdt me wel. Je zou toch denken dat het in moeten voeren van woorden een extra handeling is, die belemmerend werkt. Wie praat hoeft enkel de hersensignalen tot klanken te vermalen en de mond te laten verlaten. Eigenlijk alleen maar een kwestie van je mond op het juiste moment opentrekken. Wie via de computer schrijft, moet een langere weg nemen.
De bedachte zinnen moeten eerst geëlimineerd worden tot betekenisloze letters. Met enige moeite worden de letters op zich zelf staande woorden en pas daarna onstaat er uiteindelijk een logische zin.

Misschien komt het doordat schrijven voor mij ééndimensionaal is en ik me hier volledig op kan concentreren. Ik vorm schrijvend een eenheid met mijn toetsenbord en scherm. Mijn vingertoppen vliegen over de toetsen en maken zaken die zelfs voor mij nog niet bekend waren, openbaar. Als ik met anderen praat, raak ik echter afgeleid door een geur, een vage beweging van een wapperend gordijn, een krakende verwarmingsbuis. Dat komt mijn communicatievaardigheden niet ten goede. Ik raak de draad kwijt, ga onzin uitkramen of laat me meevoeren door de geur die me herinnert aan een romantische vakantie.
Wat ook heel erg vervelend is bij mondelinge communicatie, is dat monologen bijna nooit gewenst zijn. Terwijl ik veel beter ben in monologen dan in dialogen, of erger nog: triologen, quatrologen, etcetera. Antwoorden leiden alleen maar af van wat ik zelf te zeggen heb.
Hoe kan ik een goed idee uitleggen als iemand me steeds onderbreekt? Een keertje ‘ja’ of ‘hmmm’ zeggen kan ik zeer waarderen, maar meer tekst werkt echt op mijn zenuwen.
Ik heb al eens uitgezocht of er geen beroep is dat past bij mijn goede monoloogvaardigheden maar kom daar niet echt verder mee. Vindt maar eens werk als koningin, pastoor, minister-president of directeur met mijn vooropleiding.
Ik zal het schrijven dus als hobby moeten blijven uitoefenen, én als instrument om voortdurend alles goed te maken wat ik overdag met mijn mond bedorven heb.
Vervelende gesprekken met collega’s, ruzies met huisgenoten, familievetes, ik los alles op vanachter mijn scherm. Mijn schriftelijke woorden verzachten en maken veel goed, als een lekker hollandaisesausje op te gaar gekookte bloemkool. De volgende dag word ik persoonlijk bedankt voor de lieve mail die ik stuurde en ik reageer opnieuw te verlegen, te snel of te cynisch. Gelukkig kan ik ’s avonds weer mailen…..

Categorieën: Algemeen

13 reacties

KawaSutra · 19 maart 2007 op 12:36

[quote]Vindt maar eens werk als koningin, pastoor, minister-president of directeur met mijn vooropleiding.[/quote]
😀
Via een uitzendbureau misschien?

Ronaldjecas · 19 maart 2007 op 13:37

Ja, kut voor je, wel leuk beschreven :lach:

Mup · 19 maart 2007 op 14:20

Leuk beschreven idd, ik heb het juist andersom. Niet dat ik in het echt leuker ben, hoor, maar [quote]Wie praat hoeft enkel de hersensignalen tot klanken te vermalen en de mond te laten verlaten. Eigenlijk alleen maar een kwestie van je mond op het juiste moment opentrekken.[/quote]
dat geeft mij juist problemen. ik praat eerst en denk dan;-)

groet Mup.

Shitonya · 19 maart 2007 op 14:28

Hm..verdomd, ik kon mijn ogen niet geloven toen ik dit las, maar sinds tijden kan ik weer eens trots zijn op één van mijn mede columnxertjes. Keep going on like you do now.

pally · 19 maart 2007 op 14:34

Ik vind dit een leuke column, Ietje! En er komen geregeld columns langs over het proces van schrijven. Die vind ik maar zelden de moeite waard.
Leuke intro en uitsmijter ook.
De titel had volgens mij origineler gekund.

groet van Pally

SIMBA · 19 maart 2007 op 16:10

Ik heb hetzelfde probleem maar dan net andersom, ik klets 5 kwartier in een uur maar op papier druk ik me meestal wat oenig uit.
Leuke column!

DreamOn · 19 maart 2007 op 18:11

Mooie column hoor! 😉
Groetjes DO

Joy · 19 maart 2007 op 20:01

Mooi omschreven hoor, ik kom juist meestal veel te hard in lettertjes over, waardoor ik het mondeling weer allemaal moet verantwoorden.

pepe · 19 maart 2007 op 20:15

Ietje een top-column over schrijven.

Misschien met doven werken een optie;-)
Die zeggen niets terug, gebarentaal is zo anders. Misschien dat je dan minder afgeleid wordt?

Zullen we mailen? 😆

DriekOplopers · 19 maart 2007 op 21:00

Hahaha, leuk opgeschreven! Compliment!

Doet me erg denken aan een uitspraak tegen mij: “In het echt ben je wél aardig”… Tsss…

arta · 19 maart 2007 op 22:05

[quote]Misschien komt het doordat schrijven voor mij ééndimensionaal is en ik me hier volledig op kan concentreren. Ik vorm schrijvend een eenheid met mijn toetsenbord en scherm. Mijn vingertoppen vliegen over de toetsen en maken zaken die zelfs voor mij nog niet bekend waren, openbaar.[/quote]
Erg treffend!
Hele mooie column!
🙂

Li · 19 maart 2007 op 22:47

Geweldig!

Anne · 20 maart 2007 op 21:56

Leuk stukje, en heel waar.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder