De lucht was diepblauw; alleen de contouren van het grijs van de vele eeuwenoude rotsen die als zware pilaren de twee werelden van water en materie van elkaar wisten te scheiden waren nog enigszins herkenbaar. Het geruis van de golven vertelde me dat er een zee was, de bliksem vertelde me dat er een hemel was en slechts zo nu en dan vertelden mijn herinneringen me dat ook ik, ja, zelfs ik, werkelijk bestond. Op het moment van mijn vertrek, slechts enkele weken geleden waande ik me een vulkaan die ieder moment tot uitbarsting kon komen. Het was een van de weinige keren geweest dat ik ooit voor mezelf had gekozen. De stad, het verkeer, het pandemonium van geluiden, de altijd voortbewegende mensenmassa en de immer opjagende wijzers van de klok hadden me uitgeput en dwongen me ertoe om keuzes te maken. Om na te gaan denken over wat het was dat ik werkelijk wilde. Het was zwemmen of verdrinken. Maar ik koos ervoor om te zijn. Om te zijn en niets meer dan dat.

Mijn verblijf was primitief, maar comfortabel op een geheel eigen wijze. Een haard, een door houtwormen afgekloven tafel en een wankele stoel verwerden met een fles Scotch, wat vilten, een kussen en enkele houtblokken tot een gerieflijke plaats waar ik mijn gedachten door middel van een pen en een notitieblok helderder dan ooit te voren uiteen wist te zetten. Ieder verward, verdwaald en versplinterd deeltje van mezelf wist ik na verloop van tijd een plek, een reden en daarmee een hart te geven. Een hart dat ik in al mijn tijd van vechten met mezelf en rekening houden met al veel te lang niet meer had horen kloppen.

Oude militaire paden, veedrijversroutes, verweerde kastelen, een enkele, naar het leek, jarenlang onbetreden Romeinse weg. In Schotland bleef alles staan zonder dat er ook maar iets elkaar in de weg stond. De vele wandelingen werkten louterend. Om ergens te zijn waar ik alle indrukken die ik opdeed een eigen en daarmee unieke naam en betekenis kon geven werkte kalmerender dan de hoogste dosis xanax. Het rijpte mijn individualiteit; het sterkte mijn zijn. En daarvoor was ik gekomen.

Een scherpe bliksemflits daalde neer op het water. Enkele vogels die zich verpoosd hadden aan de kust sloegen alarm, klapperden met hun vleugels, maakten bange geluiden en verlieten als opgejaagd wild de plek waar ik mijn kerst en uiteindelijk het nieuwjaar in volstrekte eenzaamheid had doorgebracht.

Op mij na was er nu geen enkel leven meer te bekennen.

Categorieën: Fictie

7 reacties

pally · 13 januari 2008 op 13:16

Heel mooi met elkaar verweven, Troy, de tocht naar jezelf via de eenzame en ruige Schotse natuur.

[quote]Ieder verward, verdwaald en versplinterd deeltje van mezelf wist ik na verloop van tijd een plek, een reden en een hart te geven.[/quote]
een kernzin!

Groet van Pally

SIMBA · 13 januari 2008 op 13:58

Ontzettend mooi, de quote die pally aanhaalde vind ik ook erg bijzonder.
Ik hoop weer meer van je te lezen, de stilte was wel erg lang 🙂

KawaSutra · 13 januari 2008 op 15:05

Lijkt me heerlijk om in de verlatenheid van de Schotse Hooglanden jezelf terug te vinden. Prachtig beschreven.

[quote]eeuwenoude rotsen[/quote]
Dit lijkt mij een voorbeeld van een pleonasme. Ik geloof niet dat er rotsen bestaan die niet eeuwenoud zijn.

Trukie · 13 januari 2008 op 23:37

De natuur heeft de mens zoveel te vertellen.
Wat je ver weg ontdekt, herken je opeens ook heel dicht bij huis. 😉
Mooi Troy.

lagarto · 14 januari 2008 op 07:38

Heerlijk he?

Groeten Lagarto.

KingArthur · 14 januari 2008 op 10:41

Pas in de retraite kan je zien hoe gestresst de Nederlandse maatschappij werkelijk is. Schotland, de remedie die mij al jaren helpt om alles in het juiste perspectief te zien.

lisa-marie · 15 januari 2008 op 23:09

De uitwerking van de schotse hooglanden is geweldig,zo heb ik dat mogen ervaren.
Van deze column heb ik dan ook genoten. 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder