Ik zit op het strand en laat me vollopen met zon, zee en zand. Er is geen zuchtje wind en er hangt geen wolkje in de lucht. Ik slurp zoete dromen naar binnen. Totdat ik plots word gestoord door een vreemd geluid. Ik kijk in het gezicht van een balkende ezel. Op de ezel zit een man in Hawaii-outfit.
“Hallo meneer, wat doet u hier? En kunt u misschien een beetje aan de kant gaan met uw ezel, u staat in mijn zon?”

“Ik wil best een stukje verderop staan”, antwoordt de ezel, “maar dan moet ik wel aangespoord worden. U moet wat harder praten. De man op mijn rug is wat dovig. “
“Zwijg.” Klinkt het vanaf de rug van de ezel. “Ik heb de man met zijn emmertje en zijn schepje prima gehoord. U stelt dus dat de zon van u is, hè? Wie heeft u dat wijs gemaakt?”

“Ik zal me eerst maar eens even voorstellen. Mijn naam is Zjonnie Rainbow, en ja een stuk van de zon is van mij. Vorige week gekocht op Heelalplaats.nl. Ik heb het meteen gemeld bij het kadaster. Die hebben mijn eigendom gemeten en vastgelegd. U staat nu precies in één van mijn zonnestralen. Dus als u zo vriendelijk wilt zijn?”

“Net wat ik dacht. De kat heeft u dat klaarblijkelijk wijs gemaakt.” Zegt de geëzelde man. “Weet u zeker dat uw achternaam geen “Zonnesteek” luidt? De zon is in zijn geheel eigendom van John de Mol. Dat weet iedereen. En u beweert dat ik in een stukje van UW zon sta? John is mijn bridgepartner. Die wil ik best wel even bellen, indien u doorgaat met raaskallen?”

“John de Mol? Ho, ho, die is toch blind? Behalve voor geldpegels. Belt u hem gerust. Bel ik even met mijn eigen brugmaatje, Sylvio. Als ie tenminste niet aan het bungelen is. Ziet u die stralen? Ja kijkt u maar even achterom, die stralen zijn echt van mij. Maar wat is uw naam eigenlijk? Met wie heb ik de eer? En niet onbelangrijk, hoe luidt de naam van uw levendig vervoermiddel?”

De ezel lispelt; “Ik heet Har… “ “Zwijg!” onderbreekt de man zijn muildier. Terwijl hij zijn mobiel uit een heup trekt en wat nummers intikt vervolgt hij; “Onze namen zijn niet relevant… Momentje,… John?! Met Freek. Zeg, de zon, die is toch van jou?… Precies… Ik sta hier met Harold op het strand bij een man die beweert dat ik in zijn zon sta. Nou kan ik hem wel zeggen dat hij in mijn schaduw zit, maar…. Wat zeg je?… Oh, die is ook van jou?…. Okay, okay, ik geef hem je zelf wel even.” De man op de ezel gooit zijn mobieltje naar Zjonnie. “Meneer de Mol wil je spreken.”

“Met Zjonnie. Met wie? Met John? Dat is dan 25 euro, pannenkoek. Waarom? Omdat jij mijn naam gebruikt, oelewapper. Wat zeg je? Of ik overal eigenaar van ben? Wat …? Ja, dat kan wel zijn, en dan heb ik het nog niet eens over de zon gehad. Die brugmaat van jou die staat er middenin en weigert weg te gaan. Wat zeg je? Dat Freek wel een oplossing weet? Wat … ja, ja, … wat kan Harold? O… ja, ja, dat wil ik wel zien. Hé, Freek het schijnt dat die Harold van jou gouden munten kan poepen. Laat eens zien. Dan hebben we het nergens meer over.”

“Ik poep helemaal niks!” Antwoordt Harold bars. “M’n hoeven staan in brand en ben helemaal klaar met jullie dispuut. Ik geef het heerschap op mijn rug de keuze; of zich naast mijn rug vervoegen, of een rondje rodeo. Het interesseert mij geen biet van wie de zon is en vraag mij serieus af wie van ons nou de ezel is. Ik ga een patatje halen.” Geschrokken van de felle toon ontstijgt Freek zijn viervoeter. Samen kijken Zjonnie en Freek naar de kont van een wegwaggelende ezel. “Van wie de zon is”, horen ze Harold nog mompelen. “Get a life….”

“Altijd koppig die ezels. Geef mij maar zebra’s. Die blijven altijd binnen de lijntjes. Wel Freek, volgens John weet jij een oplossing. John denkt dat ie zelf de zon en de schaduw bezit. Maar daar gaat het mis. In Italië zijn de zon en de schaduw ooit lang geleden geboren. In de vroege middeleeuwen zijn ze aangekocht door de keizer van Rome en in de late Middeleeuwen kwamen ze in het bezit van de adel. Onlangs is de meest ijdele edele van Italië eigenaar geworden, Sylvio Scaduzoni. En ik ben zijn schatbewaarder. Die John van jou is een grote fantast. Dus, zeg het maar. Hoe lossen we dit op?”

“Gekocht op Heelalplaats.nl en nu ineens schatbewaarder van een edele met een nog slechtere naam dan de uwe? Een ezel die gouden munten poept? Bungelende brugmaatjes? 25 euro vragen, omdat iemand uw naam gebruikt? En dan is John een fantast? Wat een slecht verhaal”, antwoordt Freek. “Ik wil graag mijn mobiel terug. Steek die zon maar in uw roze dossier.”

Co-column geschreven door Pierken en Mien

Categorieën: Co-Column

Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

6 reacties

Libelle · 30 juli 2013 op 09:52

Een Co-column stijgt niet altijd uit boven de prestaties van de afzonderlijke schrijvers. Omdat ik die altijd in mijn gedachten meeneem, of ik nu wil of niet, kon ik hier geen andere conclusie trekken. Het verhaal begint in de ik-vorm, maar vervolgens komt er een verteller boven hangen. Het verstrooide mij even.
Verder veel leuke vondsten. De term ‘Get a life’ kom ik teveel tegen op CX.

    Pierken · 30 juli 2013 op 17:42

    ‘Grow up’ doet het ook altijd lekker. Ach, het is pielen in de marge wat we hier doen. Er zitten grappige vondsten in, dus over de schutting ermee. Ik ben het met je eens, maar we hadden onderling a gezegd en dit is b. Ik vond het leuk en leerzaam. En Mien had ook al zijn plezier aangegeven.

    Voor hetzelfde geld waren we wel in staat om (meer) in elkaars verlengde te schrijven. Dat een goed verhaal zich laat lezen als geschreven door één schrijver, of als geloofwaardige dialoog. Even googelen bewijst dat dat vele duo’s is gelukt. Dat ambieer ik ook wel. Samen vind ik evenzo leuk als alleen. ‘Een goed verhaal deel 2&3 – (slot)’ was ook min of meer in coschap geschreven en ik lees daarin het verschil vwb eenheid. Of het verschil met ‘Damsnuiver’, die Mien indiende en samen had geschreven met Nachtzuster. Ook meer één verhaal. Belangrijker vond en vind ik daarbij de lol die je samen hebt. En die hebben Mien en ik ook gehad.

      Ferrara · 30 juli 2013 op 20:39

      Bij dit antwoord is verder commentaar overbodig.
      Voor mijn gevoel wilde deze niet echt lukken.
      Kan gebeuren.

Sagita · 30 juli 2013 op 11:09

Tja wat zal ik hier van vinden? Sowieso geen liefhebber van Co-columns. Mij te forceerd! Te gemaakt. Hoewel ik het eerste stuk – het verhalende – nog wel aardig vind. Maar de laatste twee alinea’s zijn echt teveel. Alleen uitleg waardoor het beetje leuke uit het verhalende gedeelte weer afgebroken wordt.
groet Sa!

pally · 30 juli 2013 op 22:21

Voor mij liever geen co-columns, ober. Ik hou er gewoon niet van. Leuk voor de makers, bijna nooit voor de lezers.
Nou ja, laat ik voor mezelf spreken, niet voor deze lezer… 🙁

Mien · 31 juli 2013 op 13:37

Soms valt het mee en soms valt het tegen. Maar het blijft leuk, co-columns schrijven. Bedankt voor jullie reacties en Pierken bedankt voor de moed dat je het aandurfde. Het was tevens een leerzaam projectje. Groet, Mien.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder