De flat werd opgeleverd. Overal in de omgeving lagen bergen zand, lege zakken, onkruid en bouwmateriaal, zodat het leek alsof de nieuwe woningen een veilig onderkomen waren in de wildernis. Na haar mislukte huwelijk was ze blij met haar eigen huisje. Het had in elk geval een dak, het was er warm en droog. Eindelijk vrijheid. Vijf kinderen had ze, en vier ervan wilden haar nooit meer zien. Ze was een verrader. Nee, en dan die minnaar. Een morsige baardige Hongaar. Moeilijk verstaanbaar, een zonderlinge zwerver.

Ze kende hem al toen ze jong was, van een geheime nacht in het weiland achter de Ambachtsschool. Van toeten of blazen wist ze niet. Haar moeder sprak in die tijd nog niet eens van menstrueren. De daad zelf was niet noemenswaardig, maar er ging een zekere mate aan spanning van uit. Nooit eerder was ze ongehoorzaam geweest. Tot nu. Toen ze zwanger bleek schopte vader de Hongaar van het erf. Niemand mocht weten dat Janus het kind was van een minnaar. Zelfs haar verloofde Piet was in de veronderstelling dat hij de vader was. Ze trouwde met hem, van liefde was geen sprake. Keerde haar minnaar maar terug, dan zou ze met hem meegaan, maar hij kwam niet. Ze bleef bij Piet. Soms staarde ze in de verte over de heuvels. Misschien kwam hij juist voorbij, of was hij ergens dicht in de buurt.

Piet verwekte vier kinderen bij haar zonder enige passie. Het was zo. Geen van deze kinderen leek op de oudste, maar daar trok hij zich weinig van aan. Hij zweeg. Zelfs tegen grapjassen die hem ervan beschuldigden dat hij vast toverballen had. Geen reactie. Op en neer slofte hij van de garage naar de huiskamer en weer terug. De dikke harige buik hangend over de broekband, een half opgerookte peuk bungelend in de mondhoek. Brilletje op.

De conversatie was beperkt. Ja en nee, meer werd er niet gesproken. Zij bakte eieren met spek, die at hij graag, en soms een spiegelei. Elke zondagmorgen om tien uur precies wurmde hij zijn kleine lid tussen haar bleke volle dijen. Ze verdroeg wekelijks deze vijf minuten, maar dacht intussen aan de was, de strijk of een lekker bord dampende stamppot.

Tot Janus op en een dag wilde weten wie zijn echte vader was en de Hongaar ergens werd opgeduikeld in de binnenlanden van Hongarije. Hij wist nog wel wie Ank was en lachte zijn gouden tand bloot toen zij ter sprake kwam. De tatoeages op zijn lichaam waren half vervaagd maar nog zichtbaar. Haar naam viel te lezen in blauwe inkt, op de rimpelige huid van zijn bovenarm. Samen reisden ze naar Nederland. De Hongaar had in zijn vaderland kind noch kraai, en nam gemakkelijk afscheid van zijn oude bestaan.

Hij ontmoette zijn geliefde op hun geheime plaats. Achter de oude Ambachtsschool. Het weiland was inmiddels bebouwd.
‘Hier is Janus ontstaan,’ sprak hij in gebroken Nederlands en wees met een vuile vinger naar het bewuste gebied. Zij knikte en keek goed naar zijn gezicht. Het was ouder, anders. Niet zoals ze zich hem herinnerde in haar dromen. Maar ze wist van binnen dat ze met hem verder wilde.

Piet zweeg toen ze hem vertelde van haar oude liefde en dat ze wegging. Hij nam de afstandsbediening en richtte zijn blik op de televisie. Er werd gejuicht. PSV scoorde juist.

 

 

Categorieën: Verhalen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

29 reacties

Bram van de Gevel · 23 oktober 2016 op 17:31

Meeslepend tot de laatste zin!

Esther Suzanna · 23 oktober 2016 op 22:32

Je schrijft écht heel goed. De eerste alinea is heel sterk. Daarna volgt er voor mij een onrealistisch verhaal, iig te kort door de bocht en lijkt het bijna ‘afgeraffeld’ om naar de clou te kunnen schrijven. Het kan best echt gebeurd zijn , dat geloof ik best. Maar dan mag het wat mij betreft meer worden uitgediept. Dat de Hongaar plots ‘opgegraven’wordt is in deze vorm onwaarschijnlijk. Enz..

    NicoleS · 24 oktober 2016 op 06:48

    Het verhaal is idd waar gebeurd. Ik denk dat een columnvorm voor mij gewoon wat te kort is..

emaessen · 23 oktober 2016 op 22:34

Volledig met Bram eens. Ik ben net bezig met dat boek van Erica Jong “Het ritsloze naspel.” Dit komt over of je je inspiratie rechtstreeks daaruit hebt.

    NicoleS · 24 oktober 2016 op 06:50

    De inspiratie komt van mensen die ik heb gekend. Ik zal het boek eens opzoeken Emeassen.

Nummer 22 · 24 oktober 2016 op 07:09

?goulash daar had ik direct trek in

Bruun · 24 oktober 2016 op 09:25

Eens met Esther; het is een verhaal dat het verdient om meer in detail te worden uitgewerkt. In de huidige vorm is het naar mijn smaak iets te gecomprimeerd. Wat overigens niet wegneemt dat het uitstekend geschreven is.

    NicoleS · 24 oktober 2016 op 09:42

    Ik moet toch echt verder met langere verhalen. Maar ja you win some, You loose some? voor mij is de column toch wat te beperkend soms

StreekSteek · 24 oktober 2016 op 09:40

Ik vind het als column zeer geslaagd: het gebeurde wordt met veel oog voor detail krachtig en toch bondig verwoord. Wat niet is geschreven komt ook door. Dat is een knappe prestatie. Compliment!

Mien · 24 oktober 2016 op 10:40

Von der Pusta will er traumen. Aug Gitarmusik. 😉

van Gellekom · 24 oktober 2016 op 10:58

Geweldige column. Behalve die laatste zin…:D

Thomas Splinter · 24 oktober 2016 op 11:40

Prima verhaal, boeiend van begin tot eind.

pally · 24 oktober 2016 op 13:28

Mooi verhaal dat nu een beetje ‘rennend’, maar toch goed wordt verteld. Meer uitwerken zou zeker een plus opleveren.

    NicoleS · 24 oktober 2016 op 13:39

    Ik zie het zelf ook. Ik wil te veel in een te kleine beweegruimte?

Snarf · 24 oktober 2016 op 13:36

Naar mijn idee minder geschikt als column, maar wel als aanzet voor een verder uitgewerkt verhaal of boek. Je hebt het in je!

Mikescolumnhoekje · 24 oktober 2016 op 15:04

“Elke zondagmorgen om tien uur precies wurmde hij zijn kleine lid tussen haar bleke volle dijen. Ze verdroeg wekelijks deze vijf minuten, maar dacht intussen aan de was, de strijk of een lekker bord dampende stamppot.”

ieder woordje in dit stukje lijkt speciaal gemaakt voor de zin waar hij in staat. klasse, echt klasse!

Pierken · 24 oktober 2016 op 15:21

Heb ‘m twee keer gelezen, Nicole. Voor mij werd ie beter. Ik vind juist dat in die compactheid de kracht van het verhaal schuilt. Ik wens als lezer zelf ook iets in te vullen. En dat sta je me hiermee toe, zonder dat ik de draad kwijtraak. /:Duim:\

    NicoleS · 24 oktober 2016 op 16:02

    Dank Pierken. Het blijft een beetje jongleren met de lengte van mijn verhalen en vooral hoeveel moet ik delen? Maar ook dan is het zo dat iedereen andere behoeftes heeft qua invulling van het verhaal.

Blanchefort · 24 oktober 2016 op 19:31

Ik vind het heel goed gedaan. Als ik zoiets lees, dan denk ik “waar blijft mijn inspiratie?” Ik voel dat de verhalen om de hoek liggen. Maar ze laten zich (nog) niet zien.
Gave column.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder