De eenzaamsten dat zijn wij. Wij die begeerte dragen. Wij die door de mazen van het net zien en weten hoe het is om te moeten schikken in het feit dat hetgeen we aanschouwen nooit deelgenoot van ons zal worden.

Jij en ik. Wij zijn de werkelijke poëten. En alles wat we kunnen doen is pogen. Om tenminste te proberen om dat wat we voelen in een woord, een schets, of een conceptie te vangen. Ik wilde je liefhebben. Maar als een gouden slang met giftige tanden moest ik je van me weghouden. Achter een vitrine van glas. Daar waar wij elkaar konden bewonderen, maar op geen enkele manier konden schaden. En toch deden we juist dat wat wij wilde voorkomen. Door elkaar de rol toe te bedelen van zeloot. Degene die slechts vanaf een afstand mocht toezien, maar die nooit met een vinger zou kunnen aanraken.

Maar wat moesten we anders.
De dood met schrille treden tegemoet komen?
Of gewilloos toegeven aan hun vernederingen, met in ons achterhoofd het beeld van de beul met zijn staal.

De eenzaamsten dat zijn wij. Wij die weten van de verdichting. Wij die moeten gehoorzamen aan het woord van God. Woorden die zijn opgeschreven door al die anderen; woorden die zijn geinterpreteerd en geherinterpreteerd en die nu slechts tot een cyanotypie zijn verworden van hetgeen zij ooit betekenden. Wij die moeten afzien van liefde en die keer op keer gewezen worden op de onmogelijkheid daarvan.

Zie, ik weet wat er in het boek stond geschreven.
Ik weet van de appel, de zondeval en het Sodom en Gomorra.
Maar is dat wat ons zo slecht maakt?
Is dat nu werkelijk de reden waarom anderen ons verachtelijk vinden en waarom zelfs het kleinste gebaar van tederheid wordt bezien als een misdaad?

De eenzaamsten dat zijn zij. Zij die niet beter weten. Zij die geloven dat liefde gebonden is aan regels, en al diegenen die daarvan afwijken met onverdraagzaamheid geweld aandoen. Zij die de marteling van geest en lichaam jaar in jaar uit in stand houden en op geen enkele manier bereid zijn om hun ogen te openen; opdat zij zien dat liefde slechts is wat het is.

En dat in liefde geen lichaam of voorkeur huist.

Jij en ik.

Op een dag zijn we vrij.
Want de eenzaamste dat ben ik.
Ja, de eenzaamste dat ben ik.

Want de eenzaamste dat ben ik.

Want de eenzaamsten zijn wij.

Categorieën: Overig

9 reacties

Sierconflex · 30 mei 2008 op 13:44

zo voelbaar en vatbaar geschreven. ik sidder na

pally · 30 mei 2008 op 16:24

Indringend en apart geschreven, Troy.
Een aanklacht in ‘modern’ bijbelse vorm met archaische trekjes en heel wrang. :wave:

groet van pally

lisa-marie · 30 mei 2008 op 18:05

Fascinerend en apart.
En o zo waar. :wave:

Troy · 30 mei 2008 op 20:08

Inderdaad, Pally. Archaisch, maar helaas nog steeds actueel (zie link). En dit is slechts een van de vele voorbeelden. Om over de doodstraf nog meer te zwijgen.

http://nieuws.nl.msn.com/algemeen/article.aspx?cp-documentid=8422780

Ook de anderen bedankt voor jullie mooie reacties.

Neuskleuter · 30 mei 2008 op 21:46

Het is weer erg scherp neergezet, je beschrijft het op een poëtische wijze, maar de boodschap komt hard en duidelijk over. Wat moet het soms moeilijk zijn, om zo goed mogelijk naar de bijbel te leven, of welk gebedsboek dan ook. Zeker in deze maatschappij, waar veel meer wordt geaccepteerd, zodat je liefde en meer overal om je heen ziet, zonder er zelf deel van uit te mogen maken.

Goed stuk, dus.

Anne · 30 mei 2008 op 22:22

mooi beeld Troy, over de mazen van de wet waar je doorheen kunt kijken, en tegelijkertijd in gevangen zit.

Prlwytskovsky · 31 mei 2008 op 00:43

Inderdaad zo wrang als een groene appel.
Maar ohw Troy
wat is deze weer mooi.

priet · 31 mei 2008 op 15:11

Ik ben erg onder de indruk Troy! Dankjewel.

arta · 31 mei 2008 op 23:31

[quote]Is dat nu werkelijk de reden waarom anderen ons verachtelijk vinden en waarom zelfs het kleinste gebaar van tederheid wordt bezien als een misdaad?[/quote]
Deze zin kwam echt binnen, puur gevoel zou nooit als verachtelijk beschouwd mogen worden, vind ik!

Prachtig geschreven!:-)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder