Help ik ben mijn Weronika tegen het lijf gelopen. Het is best eng om je evenbeeld tegen te komen. Het gebeurde afgelopen week toen ik mijn bos inspecteerde. Raakhout had mij op zijn geheel eigen wijze, met kwijl op zijn boven- en onderlip, duidelijk gemaakt dat er vreemde wezens in het bos rondspookten. Daar moest ik natuurlijk het mijne van weten. Ik volgde het slijmspoor van Raakhout en keek in de tussentijd oplettend om mij heen. Af en toe had ik het idee dat we gevolgd werden. Of was het alleen maar het ruisen van de wind en de felle lage middagzon die me deed twijfelen. Achter de berkenbomen leek voortdurend iemand met ons mee te huppen. Raakhout hield even zijn pas in en luisterde aandachtig. Hij hield daarbij zijn wrattige poot eventjes bij zijn oor. Na een poosje luisteren hoestte hij twee brokken groene fluim richting mijn voeten. Dit betekende onraad. Met z’n tweetjes kropen we achter de rododendron en keken tussen de bladeren door. Een bevreemdend gevoel maakte zich van mij meester. In de rododendron tegenover ons keken een viertal ogen ons onderzoekend aan. Vanuit het niets stak ik vier vingers de lucht in en maakte een cirkelbeweging. Onmiddellijk werden ook aan de overkant in de rododendron vier vingers de lucht ingestoken die een cirkelbeweging maakten. Had ik vanochtend te veel paddo’s gegeten of droomde ik? Raakhout sprong stuiterend uit de struik. Aan de overkant gebeurde hetzelfde. Halverwege botsten de twee evenbeelden tegen elkaar en maakten een vreemdsoortige dans met gelijke bewegingen. Het drong nog niet echt tot me door wat hier plaatvond. Raakhout raakte helemaal in de ban van zijn evenbeeld. Nu pas drong hert besef tot mij door. Raakhout had zijn Weronika ontmoet. Het verschijnsel waarover Preiznig gesproken had tijdens de paddologennieuwjaarsborrel bestond dus echt. Verbaast door deze constatering stapte ik uit de rododendron en stapte naar de overkant. Daar gebeurde precies hetzelfde. Ik werd helemaal euforisch van dit bizarre verschijnsel en liep mijn evenbeeld tegemoet. Halverwege op ons pad schudden we elkaar de hand. Hoi, ik ben Harrie. Hoi, ik ook. Ik stond perplex.

Categorieën: Gein & Ongein

Harrie

Tijdreiziger

2 reacties

Boukje · 8 februari 2011 op 11:31

Te gek zeg, om zomaar op een middag jezelf tegen te komen!
Ik ben benieuwd hoe de conversatie is verlopen…

Ik denk dat ik vanmiddag ook maar weer eens het bos induik.
Daar hebben we genoeg van hier in Drávatamási.
Wie weet, zit ik daar wel ergens verstopt.
Als ik een van onze bloedhonden meeneem speurt ze mij misschien wel voor me op… 😀

maurick · 8 februari 2011 op 23:58

Op een of andere manier kan ik je stukjes wel waarderen. Origineel.

Dit is jammer!
[quote]Verbaast door deze constatering stapte ik uit de rododendron en stapte naar de overkant.[/quote]
‘Verbaast’ met een -t?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder