Ze laat haar slippers achter op het strand, vlakbij mijn handdoek.
Of ik er even op wil letten, terwijl zij gaat spelen.
Ik kan haar volgen, via de voetstappen die ze in het zand achterlaat.
Mijn dromen laat ze achter, net buiten mijn bereik.
Ze is een vleugellam gemaakt vogeltje in mijn hand.
Mijn kleine vogeltje.
Voor het eerst ontmoet zij de dame die mij weer even laat lachen.
Niet in het echt, maar via een wat vervaagde foto in mijn portemonnee.
Ineens hoor ik een lied in de verte wat mij bekend voorkomt.
Ik zing het mee, denk ik. Het is ons liedje.
Maar ik ben alleen maar aan het dromen.
Ik heb visioenen in mijn hoofd.
Ik praat in mijn slaap.
Draai in mijn bed.
Mijn leven is zonder haar niet compleet.
Ik ontmoet haar alleen met mijn ogen dicht.
Zij spreekt dan tegen mij in rijm.
Ze heeft oceaan blauwe ogen.
Ik zie mezelf in haar, zij is mijn evenbeeld.
En alle sterren aan de hemel vallen naast mij neer als regendruppels.
Ik denk aan haar, ik mis haar.
Mijn leven voelt niet compleet, als ze niet bij mij is.
Als ze er wel is, heb ik de wereld aan mijn voeten.
Want dan hou haar heel dicht tegen mij aan.
Maar ik was alleen maar aan het dromen over haar.
0 reacties