Ik verlaat het nest  om als ‘au pair’ voor twee kindertjes te zorgen en de Franse taal leren. Bij een katholiek gezin. Dat was de voorwaarde die mijn ouders stelden.  Mijn moeder vergezelt me naar het station en geeft me een klein boekje met  adressen van ambassade, plaatselijke pastoor en hulpdiensten voor au  pairs. ‘Je vader is wekenlang bezig geweest om die adressen te verzamelen’ voegt ze er aan toe. Ik zucht
Nog geen zeventien, en zeker niet wereldwijs, reis ik met de trein van Arnhem naar Genève, met een overstap in Basel.  De grote koffer, met bagage voor een jaar,  is vooruitgestuurd.
Op het station in Arnhem koop ik nog gauw de dikste krant die ik kan vinden. Genoeg leesvoer om de komende twaalf uur door te komen. Mijn moeder kijkt me woedend aan en vraagt me of ik gek geworden ben. ‘Ik schaam me voor je’  sist ze in mijn oor. Ik begrijp haar niet. Het afscheid verloopt niet zoals ik me dat had voorgesteld.

De trein zet zich in beweging terwijl  ik tegen mijn tranen vecht. De vrouw  tegenover me kijkt me doordringend aan en zegt dat praten altijd helpt.  Met een brok in mijn keel vertel ik dat ik eindelijk thuis weg  ga, de wereld in. Weg van mijn betuttelende ouders , het huis vol kinderen  en de eeuwige mij toebedachte voorbeeldfunctie . Maar omdat mijn moeder zo idioot reageerde omdat ik die dikke krant kocht, moet ik nu huilen.
Zij snapt het wel. ‘Als je de Tijd had gekocht, was er vast geen probleem geweest ‘ legt ze uit ‘ maar De Telegraaf willen jouw ouders niet lezen’. Zo had ik het helemaal niet bekeken.
Het wordt een bijzondere treinreis, met deze onbekende mevrouw. We praten over van alles en nog wat terwijl ze mij, letterlijk en figuurlijk, de weg wijst. Aan die vermaledijde krant lezen kom ik niet eens toe. In Lausanne nemen we uitgebreid afscheid van elkaar en ik geef haar,  met een groots gebaar, de krant mee .

Mijn beoogde ‘monsieur’ zal me ophalen. Hij weet alleen mijn naam. Ik ben moe en gaar van de lange reis. Even bekruipt me een vreemd gevoel. Moet ik zomaar mee met iemand die ik helemaal niet ken? Aan het eind van het perron staat alleen een hele enge man. Met een hazenlip. Hij zegt:  ‘bonsoir  mademoiselle Aimée’ .  Dat moet hem wel zijn.

In  mijn beste middelbare school Frans kan ik net  een ‘bonjour monsieur’ uitbrengen maar verder kom ik niet.  Hij praat aan een stuk door, ik begrijp er niets van. Het is maar goed dat hij al weet dat  mijn grote zware koffer  in het bagagedepot staat te wachten. Als ik dat nu had moeten uitleggen was die koffer nooit opgehaald.  Ik zou hem ook niet eens kunnen tillen.  Een kruier brengt de koffer naar de auto.  Gelukkig is er een lift naar het appartement waar madame met baby op me wacht.
De baby die ik ga verzorgen. Als oudste van tien kinderen draai ik mijn hand niet om voor een beetje babyverzorging. De baby tovert een flinke glimlach op zijn gezicht. De eerste winst is binnen.

Een stortvloed aan Franse woorden waar ik geen touw aan vast kan knopen, komt over me heen. Meer dan  bonsoir,  enchanté , café en fatigué kan ik niet uitbrengen. Dat ik nu zo graag een kop koffie zou willen, landt niet bij mijn Franse werkgever. En ik weet niet hoe ik dat uit moet leggen. Madame ratelt aan een stuk door, ik begrijp er niets van.  Ik krijg een rondleiding door het appartement, we leggen samen de baby in bed en dan mag ik naar mijn kamer. Ze wijst op de klok en ik begrijp dat ik om 8 uur in de keuken verwacht wordt voor het ontbijt.

Een kamer  voor mij alleen. Met – wat een luxe-  een luie stoel en een radio!  Ik pak mijn koffer uit, ruim de kast in, zet de radio zachtjes aan, leg de woordenboekjes onder handbereik en begin, braaf en zoals afgesproken,  direct aan een brief voor het thuisfront met het verslag van de reis.  Over de foute krant rep ik maar niet meer.

Moe en met een hoofd vol indrukken,  kruip ik in bed. Toch vreemd. Voor het eerst van mijn leven alleen in een kamer moeten slapen, in een vreemd land met mensen die ik niet versta, ondanks mijn goede cijfers voor Frans. Eigenlijk Ik voel me wel  even heel zielig en alleen.  Niemand om mee te praten. En tegelijkertijd  realiseer ik me dat ik mijn woordenboekjes echt heel hard nodig zal hebben om ook maar met iemand iets van een gesprek te kunnen voeren.


miepske

Wie regelt verzorging van huisdier, tuin of huis als jij er niet bent of het niet kunt? Dat doe ik met mijn www.vakantie-assistent.nl Wie of wat ben ik? Moeder, oma, partner, ondernemer, actief, fit, snel, enthousiast, vindingrijk, ondernemend, hou van schrijven, organiseren, bezig zijn, bezit een scherp tongetje en een scherp pennetje soms ook.

4 reacties

troubadour · 20 januari 2016 op 19:24

Die krant laat je wel een overheersende rol spelen. Zit het zo diep?
Waar ben je nu uiteindelijk naar toe gereisd? Na Lausanne ben ik het spoor bijster. Een hazenlip lijkt me vreselijk. Ben benieuwd naar het vervolg. Toch?

Mien · 21 januari 2016 op 07:25

Een spannend avontuur lijkt me. Ben wel benieuwd naar het tweede kindje. Of is dat de cliffhanger?

Meralixe · 21 januari 2016 op 08:06

“Weg van mijn betuttelende ouders , het huis vol kinderen en de eeuwige mij toebedachte voorbeeldfunctie .”

Eén en ander krijgt meer dan voldoende aandacht terwijl andere punten te weinig worden uitgewerkt. Zo mis ik een beetje de kern en het doel van je schrijven. (denk ik)

Odette · 22 januari 2016 op 11:03

Het raakt me, dit stuk. Je kunt aan de ene kant het reikhalzend uitzien naar het avontuur voelen en daarnaast sijpelt de eenzaamheid erdoor. Ik vind het prachtig. Tja en die krant, vroeger was dat zo. Net als de verzuiling bij teevee. 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder