Mediamarkt-pretpark

Op mijn werk irriteer ik mij regelmatig aan de domheid van de gemiddelde reiziger. Totaal in de war, bijna hysterisch, huilend en boos benaderen zij mij om vervolgens de meeste simpele vragen zo drie of vier keer achter elkaar te stellen. Een veelvoorkomende vraag is bijvoorbeeld; ‘Werkt u bij de KLM?’. Men denkt namelijk dat ik voor mijn plezier in een blauw smufenpak ronddwaal op schiphol.

Weg

Weg is het. Weg gegleden, Onderbroken. Verstoord en verpest. Vergeten…

Zoals we altijd zeiden nooit te doen.

De pijn wordt minder, het verlangen rustiger, het leven gewoner. De afstand verder weg, ik dichterbij. Bijna kan ik het weer aanraken. Mezelf.

Multiculti-zooi

Ik moet zeggen dat ik niet met grote regelmaat de krant lees. Sterker nog; de enige kranten waarin ik weleens verder lees dan de horoscoop zijn Spits en Metro. Zodoende ook vanmorgen. 07u in de trein is voor mij een hele opgave en het openhouden van mijn ogen minstens zo’n grote. Totaal verstrooid en versuft begon ik in een van mijn favo treinkrantjes.

Relatieperikelen

Toen ik zes was vroeg mijn eerste vriendje Koen mij verkering. Met een rood hoofd en knikkende knieën keek hij mij diep in de ogen en stelde hakkelend de grote vraag: “Elisa, (ja, in die tijd noemde men mij nog netjes bij de voornaam 😉 ) wil jij het met mij?”. Iedereen wist wat er bedoeld werd met ‘het’. ‘Het’ was aan of ‘het’ was uit. En Koen en ik kregen ‘het’. Zelfs mijn eerste echte vriendje, aan wie ik daadwerkelijk kusjes uitdeelde, vroeg mij verkering. Je tongde (plat gezegd bekte) met elkaar en dan was ‘het’ aan. Mobiele telefoons waren er nog niet dus afspraakjes werden gemaakt als je elkaar zag en de term ‘ik bel je nog wel’ was onbekend.