Verhalen
Nachtcafé
Een stad ontwaakt. De eerste karrenvrachten denderen over de kasseien en klieven een weg naar buiten door een weeïge vochtige deken, diffuus verlicht door de zich uitrekkende zon. In een hoek van een steeg hangt een doordringende urinelucht als een restant van de nacht. Het vermengt zich met de geur van versgebakken brood. Een kat krabt ongeduldig aan een verveloze deur, vermoeid en hongerig. De liefde is gewonnen, de nacht geronnen.