Maar dan anders

Ik loop rustig met mijn hond buiten, muziekje op. Een meisje van een jaar of 5 à 6 komt aanlopen. Ik zeg mijn hond dat ze moet gaan zitten, omdat kinderen van die leeftijd altijd het lieve, zwarte hompje dat ik mijn hond noem willen aaien.

De vraag

‘Wat ga je nu doen met je leven?’ vraagt een goede vriend aan mij. Ik sta even verbijsterd zijn vraag in me op te nemen terwijl ik nadenk over wat ik zal antwoorden. Op dat moment vliegt er een enorme libelle door het deurraam naar binnen. Het stoot zijn kop tevergeefs meerdere malen tegen de ruit, waarna het insect terug de natuur in zoemt.

Snurken

Ik loop de computerkamer uit en vind mijn vader onderuit gezakt op een van onze zitstoelen die mijn moeder elke week verplaatst (waarom eigenlijk zit- ervoor? Het is toch logisch dat je gaat zitten?). ‘Het’ zegt: “Oh, ben je al aangekleed?”.

Slaande ruzie

‘Ik kan er echt niet tegen als ik een moeder tegen haar kind zie zeggen: Zou je dat koekje wel nemen?’ zegt mijn vriendin terwijl zij nog een slok van haar milkshake neemt. Ik kan niet anders dan met haar eens zijn, terwijl dit scenario bij mij thuis helaas erg bekend is. Door dit scenario ontstaan de ergste, gillende en krijsende ruzie’s tussen mij en mijn moeder.

Onverklaarbaar?

Als liefde onverklaarbaar is, waarom zijn er dan miljoenen teksten over geschreven?
De meesten zullen het volgende antwoorden: “Omdat men het juist probeert te verklaren.” Mijn meer rationele ‘ik’ zou zeggen: “Waarom zoveel woorden verspillen aan iets dat niet te verwoorden is?”
Toch zit ik hier, de blijkbaar niét rationele Lisa, over liefde te schrijven alsof mijn leven ervan af hangt. Misschien hangt je leven er ook wel vanaf. Er is immers geen liefde zonder leven en geen leven zonder liefde.