Tussen bank en bovenkamer.

– “Wat ben je aan het doen Marijke?”
– “Ik lees, dat zie je toch Herman.”
– “Wat lees je?”
– “Een boek.”
– “Jahaa, maar waar gaat het over, hoe heet het?”
– “Brave New World, van Huxley.”
– “Huxwie?”
– “Huxley!”

Seinstoring.

Fuck, het is druk in de trein. Geen plek om te zitten en ik moet dat hele kolere eind nog. Twee uur tussen bouwvakkers in een mislukt C&A
confectiekostuum hangen, en dat met 140 km per uur. Het kan verkeren.
Een vadsige corpsbal wringt zich nog net even als een rollade tussen
de sluitende deuren. Hij mist een baard maar met zijn kerstmuts vol
lichtjes en zijn rode pokdalige neus, zou hem een uitzendbaan als
kerstman niet misstaan.
Ach gadverdamme nee, bijna kerst. Gadverdamme. Weer een feestmaal.
Gadverdamme. Weer gezellig doen en sociaal. Gadverdamme. En waarom?
Zo heel gezellig was 2004 niet bepaald, toch?

Het Hof van Even

Geachte koninklijke hoogheid, koningin der Nederlanden,

Zaterdag 11 december jongstleden ervoer ik een moment van algehele, maar toch een duidelijk te specificeren gevoel van eenzaamheid. Een gevoel dat partieel werd aangevuld door de gedachte dat mijn persoon het kerstfeest anno 2004 in eenzaamheid zal moeten doorbrengen. Het idee van het al dan niet missen van verbale- evenals fysieke communicatie over en weer tijdens dit bijbelse feest, deden mij onwillekeurig aan uw persoon als mens denken.

Oog om Oog

Lou Reed klinkt krakerig als een oude grammofoon door de speakers van de stationshal. Het geluid vult de ruimte op zulke wijze dat ik in slow-motion dans en ritmisch laveer tussen de reizigers die gehinderd door tijd, hun doel moeten halen. Mijn enige bestemming is het onderweg zijn, niet belemmerd door tijd of ruimte.