Nasi Taal

Elke vrijgezel loopt het risico na een tijdje zonder partner minder aangepast en aangenaam te worden. Logisch aangezien er niemand is voor wie je deze toch vrij onnatuurlijke poses hoeft aan te nemen. Het maakt niet meer uit of je je die week geschoren hebt, dat de blouse die je draagt gestreken is, of dat de afwas gedaan is. Erger nog, je ziet het niet meer.

Denk slimmer

Niemand zit echt te wachten op bruine strepen in de toiletpot. Daarom maakt u vóórdat u gaat zitten een inschatting van of er een wc-borstel aanwezig is. In negen van de tien toiletten is dat het geval. Zoals het hoort. Maar wat te doen die ene keer dat dit handige gebruiksartikel ontbreekt? Gezien het toiletbeeld in Nederland bent u waarschijnlijk iemand die dan wegloopt, het bijltje er bij neer gooit, afdruipt. Maar is dat bewust? Zou u niet liever willen dat u op zo’n moment juist helder, analytisch en creatief kunt handelen? Zou u niet wensen dat deze situatie het beste in u boven brengt? Dat u kunt zeggen: “ongeacht wat ik aantref, ik doe hier mijn ding en aan het eind is die wc schoon!”

Heilig

“Ik scheer mijn pruim.” Zo maar een zinnetje dat ik ergens in een blad las. Maar natuurlijk ging mijn hoofd er op een onbewaakt moment mee aan de haal. Pruimen, pruimen? Mijn oma had gedroogde pruimen. In een bakje van tupperware. Daar mocht ik er af en toe een van. Van die glanzende zwarte. Sommige waren zacht. Het merendeel had de textuur van drop. Door de wimpers gezien heeft een gedroogde pruim inderdaad iets weg van het vrouwelijke geslachtsdeel. Maar als je hem in je mond hebt, proef je het verschil. En dat je de pitten eruit moet knarsen met je voortanden is ook anders.

Paradijselijk

De zon is onder. Maar hij kietelt nog net de kruinen van de bomen langs het water. De blaadjes fonkelen alsof ze vieren dat ze weer een dag Zijn licht hebben mogen ontvangen. Een man wandelt langzaam een kale glooiende heuvel op. Moe, maar voldaan van de lichamelijke arbeid in zijn tuintje. Het pad waarop hij loopt eindigt op de top van de heuvel. Daar staat een eenzame boom. Daar is zijn vriend. Zijn enige vriend.