Asphalt Tango

Oudenwijvenzomer in Nederland. Het leven tikt op het ritme van een Italiaanse kerkklok. Vrouwen flaneren luchtig gekleed door de stad. Mannen kijken om zich heen als de bodyguards van hun eigen ego. Mijn neef Mauro en ik cruisen in een Mercedes C350 door de straten. Mauro zit achter het stuur alsof niet zijn vader maar hijzelf de auto betaald heeft. Zijn arm hangt buitenboord. Bang dat een idioot in een bestelbus zijn arm tot pulp rijdt, is hij niet.

De dood of de gladiolen

Het wielerjaar begon zo mooi. Al vroeg in de lente kon ik met mijn maten goed doorkachelen. Lekker linkeballen en dan vanuit de zetel de sprint aangaan, zodat je met een straat voorsprong bij het dorpscafé arriveerde. Maar al snel verschenen de onvermijdelijke toerfietsers op het asfalt. Als echte renner ga je dan erop en erover. Vooral als het babyboomers zijn. Dat ze niet zelf trappen en een motortje het werk laten doen, is nog tot daar aan toe. Nee, die geriatrische nozems blijven stug met zijn tweeën of zelfs drieën naast elkaar rijden. Eigen gezelligheid eerst.