Stel, je bent een butskopwalvis. Je lijkt op een ietwat groot uitgevallen dolfijn, maar je bent toch echt een walvis. Zo een waar de waterwereld voor buigt, op het moment dat je staart zwiept. Je bent de koning van de wereld, je hoeft niet te overleggen, te overtuigen. Geen assertiviteitstraining voor jou. De vissen redeneren niet met je, maar gaan je uit de weg. De haaien laten je gaan, hoewel hun tanden zich bijna niet kunnen bedwingen. Maar ja, die staart he.. Toch maar op zoek naar het kleine grut. Happen naar beneden, vrezen naar boven. En jou is het tonijn, zo’n haai.