De hel op aarde

Meestal schrijf ik niets over actuele gebeurtenissen in mijn columns, maar deze keer moet ik een uitzondering maken, omdat wat is gebeurd in Beslan (Ossetië, Rusland) met de gijzeling door Tsjetsjenen van volstrekt onschuldige schoolkinderen me zo aangrijpt, dat ik moeite heb om me op iets anders te concentreren.

Loon naar werken

Zoals ik eerder heb verteld, ben ik op dit moment in een deeltijdbehandeling van een psychiatrisch centrum. Een van de therapieën die ik volg is tuintherapie. Dit houdt in dat ik samen in een groep elke woensdagmiddag in een tuin ga werken van mensen die ik verder niet ken, maar die ingegaan zijn op het aanbod van de tuingroep van het regionaal psychiatrisch centrum om te komen werken van ’s middags 1 tot half 4. Men doet dit ongetwijfeld vanuit het nobele streven, de geestelijk zieke medemens toch een zinvolle besteding te bieden, dan wel te laten participeren aan het leven in het algemeen.
Aangezien het psychiatrisch centrum is gevestigd op de Utrechtse Heuvelrug, met haar villadorpen rondom Zeist, is er aan klandizie dan ook geen gebrek. De tuinen die we onder handen nemen hebben een grootte van tenminste een volleybalveld, maar er zijn er ook bij met een oppervlakte van een voetbalveld.

De scheiding van de dood

Afgelopen week zou mijn jongste broer 43 jaar zijn geworden, maar hij is al bijna twee jaar dood. Ik denk nog voortdurend aan hem, vooral aan de tijd die we deelden in onze jeugd. Het is een absurd, paradoxaal gevoel dat ik nog wel besta en hij niet. Ik herinner me hem, maar de herinnering die hij aan mij had is met hem verdwenen. Als iemand sterft, sterft er ook een wereld. En als je in die wereld een betekenis had, ben je die op slag kwijt.

Aansluiting

Ruim een jaar geleden ging het ineens helemaal mis met me, ik viel bijna van de ene op de andere dag in een diepe depressie, ik kon niet of nauwelijks slapen en eten en was heel geagiteerd en geëmotioneerd, ik moest bijna elk uur van de dag huilen en alles overweldigde me in zo’n sterke mate dat het leven me een vreselijke kwelling was en ik sterk naar de dood verlangde.

Zoutarme mijmeringen

Ondanks minder goed nieuws over mijn gezondheid, merk ik toch dat mijn stemming verbetert. Het minder goede nieuws is dat mijn bloed niet in orde is, er is een ernstig zouttekort geconstateerd, wat een teken van een chronische ziekte zijn kan. Het verklaart alvast waardoor ik me de laatste tijd zo snel uitgeput voel.