Voyeur

Het hele huis is al leeg, op die ene kast na. Achter de eerste deur die ik open liggen plakboeken vol met suikerzakjes. Alleen exemplaren die vol en onbeschadigd zijn, uit een tijd dat suikersticks nog niet bestonden. Zakjes met een afbeelding van een vogel, een konijn een huis of restaurant. De één heel sober de ander kleurrijk. Keurig gedateerd en gealfabetiseerd op plaatsnaam en op land.

RRR

De klik van het lampje in de koelkast echoot als ik de deur open. De zoektocht naar iets eetbaars is kort. Op de bovenste plank ligt een stuk Edammer oud belegen schimmelkaas. Er naast staat een bol pak melk, welke ik nauwelijks durf aan te kijken, laat staan het op te pakken, te openen en het aan mijn mond te zetten. Een plank lager ligt, in een aangebroken verpakking, een stukje groen uitgeslagen ossenworst. In de groentelade, waar ik nooit groente bewaar, ligt een halve reep wit uitgeslagen pure chocolade.

Blinde vlek

Een grote hand pakt mij stevig bij mijn bovenarm en trekt mij van mijn stoel af. Er wordt mij opgedragen te luisteren, en hoe beter ik meewerk hoe sneller ik weer kan zitten. Ik wil niet mee, begin te schreeuwen en spartel tegen. Ondanks mijn geschop tegen zijn schenen en mijn oorverdovende gegil word ik aan mijn arm de gang opgetrokken. Het gaat niet snel, maar langzaam aan verlies ik terrein. Hij is veel groter en veel sterker dan ik ben. Mijn gevecht is kansloos.

Rijles

Ik wil al heel lang leren rijden, maar er is niemand die mij op een verlaten terreintje de fijne kneepjes van het rijden wilt leren. Ik ben nu dus aangewezen op het betere voet- en handwerk om ergens te komen. Dat is met tegenwind en regen geen hoogtepunt, bovendien kan je natuurlijk niet nat op je werk aankomen.