Hé Jan, doe er nog maar eentje van mij in.
Wist je dat”Jan“vroeger een algemene roepnaam voor kelners was?
Dat staat zo in het woordenboek.
Zo kwam ik ook tot de ontdekking dat een Jansenist een aanhanger van het Jansenisme is.
En ik dacht: Hé, ik wist niet dat Kees Schilder zo beroemd was, dat zijn leer al in het woordenboek beschreven staat.
`Mam, een boef is een gewone mijnheer met boevenkleren aan hé?`
Zoiets verzin je toch niet.
Was het maar zo eenvoudig als in een kinderhoofdje.
Het is 16 september en ik lees de laatste inzendingen op Column X.
“Schrijversgeluk” van Louise spreekt me bijzonder aan.
De droom van Louise om ontdekt te worden als schrijfster.
Ik kan me er wel iets bij voorstellen.
Toch bijzonder als er een boek van je in de boekhandel ligt.
Vooral de eerste lijkt me bijzonder opwindend.
Ik mijmer nog wat en klik wat en zie dat ik een paar berichtjes heb.
Oink! Wat zie ik….
Ik had juist de zak van het leger des Heils buiten gezet na gewikt en gewogen te hebben welk kledingstuk er in mag en welke nog even mag bivakkeren in mijn overvolle kledingkast.
Komt de buurvrouw binnen.Maakt een rondedansje midden in de kamer, gekleed in een geblokt burberyachtig plooirokje.
`Èn?`…vraagt ze veelbetekenend.
`Mijn vader hoeft niet zo`n dure bril.
Het zal toch waarschijnlijk de laatste zijn`, fluistert dochter ”lief” me toe.
Persoonlijk gun ík die man de allermooiste bril uit m`n collectie.
