Fictie
Woorden
Zonnestralen spetteren uiteen, in mijn gezicht, het overdonderende kleuren spektakel trekt zich aan mijn gezichtsbedrog voorbij.
Gedachten storten zich als waterval in mij neer, de vernevelde gedachten tuimelen over elkaar, zoveel ineens, waar te beginnen. Waar is het denkbeeldige zuchtje wind, welke bevrijdend kan werken in deze kolkende oceaan van verhitte gedachten. Waar is de druppel welke door de zwaartekracht tegen wil en dank uiteen spat op de bloem, in veel kleurige nevel van prisma werkend geluk.