“Timmertje, Timmertje wat doe je nou?”
Och Marianneke, wat is er met je gebeurd? Ooit was je één van ons, mensen van het platteland, mensen zonder poespas. Maar je knauwde niet meer en ook je blonde lokken waren verdwenen. We zagen het gebeuren, stonden erbij en keken ernaar. Nederland hunkerde naar een nieuwe ijskoningin nu de adembenemende blote benen van Sjoukje Dijkstra in de plakboeken waren verdwenen en de medailles van Yvonne van Gennip niet meer waren dan een gouden schim.