De brandweer met twee wagens, ‘s nachts om half drie. Of heet dat ’s morgens? Nou ja, via mijn jankerige 112-oproep, komen ze na een half uur aangescheurd, met knipperlichten, walkie-talkies, helmen en glimmende pakken, om ons dijkhuis te redden dat bijna succesvol pogingen doet om boot te worden. Enorme slangen worden uitgerold en slurpen water met bagger de dijk over, de Linge in. Het souterrain probeer ik intussen met een blik – van het stoffer en blik – leeg te hozen. Als een onnozel kind dat de zee leeg wil scheppen. Op mijn blote voeten. Het water stroomt snel uit de tuin naar binnen. Nou ja, hier liggen nog tegels. Maar als het hoger komt dan de kleine drempel aan de achterkant, zal de houten vloer van mijn atelier helemaal bedorven zijn.
Het water staat daar tegen de lage ramen aan. De vensterbanken beginnen al vochtig te worden. Ik grijp stapels badlakens uit de kast en leg ze in rollen neer. Ze zijn snel doorweekt.

Echtgenoot waadt naar de schuur en zaagt vloekend stukken oud hout tot schotten, timmert ze tegen ramen en deuren aan en boetseert de naden dicht met hompen klei. De brandweerlieden graven intussen kuilen in het grind en gooien dat met volle scheppen achteloos tussen de bloemen. En dan gebeurt het wonder: het water begint heel langzaam te zakken. Net, net op tijd. Geen minuut langer had het moeten duren.

Ik biedt koffie, bier, taart en champagne aan, al heb ik dat behalve de koffie en het bier niet allemaal in huis. ‘Erg lief aangeboden, mevrouw’ zegt de opperhelm vriendelijk, ’maar we moeten nog een hele lijst adressen afwerken, want nog nooit voor zover wij weten, is er binnen een half uur zoveel regen gevallen’. Ze vertrekken. Wij blijven moe en opgelucht achter. Zetten een pot koffie en werken een aantal boterhammen naar binnen. Als bootwerkers, maar dat zijn we dan ook ongeveer. Moddersporen lopen door heel het huis en spetters zitten op de meest gekke plekken.

De volgende dag ontwerpt en tekent echtgenoot een heel nieuw draineringplan, bestelt grote pijpen, een pomp, een reservoir, vlotters en aansluitingen en er komt een deskundige waterman, die alles uitlegt, maar geen lettergreep te veel zegt. Zo, en dan kunnen de mini-deltawerken beginnen.

Hij graaft anderhalve week langs het huis naar de sloot een hele diep geul. Echtgenoot himself en niet de waterman: een en al bagger en enthousiasme. Ik koop veel krachteten in, voer geregeld gepelde bananen aan de grote baggerbaby, die braaf hapt. ’s Avonds is de badkamer een zooitje, maar er verschijnt uiteindelijk toch een wonderlijk blanke figuur aan tafel, die de volgende ochtend alweer vroeg verder gaat spelen in de moddergeulen. Met plezier, ook al is het zwaar.

Binnenkort is het af. Wat zal dat wennen zijn…

Categorieën: Verhalen

pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

13 reacties

SIMBA · 13 augustus 2011 op 09:31

Oooooooooo, wat erg Pally! Ik stond laatst ook tegen beter weten in, te hozen. Raar, maar je wil íets doen. De dag erna hebben man en zoon het euvel opgezocht en verholpen, inderdaad gepaard gaande met een hele hoop viezigheid.

Mooie titel!

DreamOn · 13 augustus 2011 op 11:08

O bah, wat een angstig avontuur! Blij, dat ik 3-hoog woon… 😉
Goed geschreven, met veel vaart, je krijgt echt het ‘opschieten, opschieten, red het huis’ gevoel, als je dit leest. Heel goed!

Maarre: ik bied[b]t[/b] aan??!!! Pally toch! 😀

sylvia1 · 13 augustus 2011 op 13:33

Waterschade is vreselijk, zeker als je hele huis dreigt te overstromen, zeg! Maar met zo’n daadkrachtige echtgenoot zit je wel droog 😉 Mooie column! De tweede alinea, waarin je beschrijft hoe je met stoffer en blik staat te hozen, vind ik erg sterk.

Ferrara · 13 augustus 2011 op 14:02

Dweilen met de kraan open. Goed beschreven.
Die klei, heeft dat te maken met je atelier?

pally · 13 augustus 2011 op 14:37

Ja, DO, getver, niet gezien die domme verschrijving. Zeker ook een beetje bah-ger in mijn taalcentrum terecht gekomen. Normaal gesproken ben ik een taalpurist. Maar voorlopig durf ik een maand lang niemand te verbeteren, hier. Er staat nog een fout in, dat zeg ik zelf maar vast…
Pally :oeps:

pally · 13 augustus 2011 op 14:43

Nee, Ferrara, geen boetseerklei, maar gewoon uit de tuin : vette rivierklei genoeg voorhanden, hier en ook nog lekker nat, 😀
Pally

Mien · 13 augustus 2011 op 18:58

Ik vraag me werkelijk af, is hier nu sprake van een natte of droge column …? 😀

Mien

pluisvndkkr · 13 augustus 2011 op 19:07

Heel beeldend geschreven en heerlijk dat je zo’n echtgenoot hebt. Gewoon maar genieten zou ik zeggen en vooral blijven wonen waar je woont, want heel veel mooier dan in een dijkhuis en de daarbij behorende omgeving kun je bijna niet vertoeven.

Li · 13 augustus 2011 op 23:14

Een echte Pally deze column.
De kracht van jouw columns is dat ze als minifilmpjes op je netvlies verschijnen. Ik heb weer vol spanning ‘gekeken’ en gegniffeld om de zelfspot en woordspelingen.

Liefs van Li

pally · 15 augustus 2011 op 10:11

Bedankt voor de reacties!

groet van Pally

trawant · 15 augustus 2011 op 15:20

Angstig avontuur leidt tot Spannend verhaal, krachtig en soepel geschreven !

arta · 15 augustus 2011 op 17:07

Aaah, wat erg!!
Wij hadden ook enorm wateroverlast. (En dat op de tweede en derde etage :-D)
Ik vind dit echt supergoed geschreven. Hij leest als uit de losse pols geschreven,bij de tweede keer valt de subtiliteit op.
Die bananenbaby, hahahaha!

embee · 15 augustus 2011 op 17:16

Gelukkig hebben jullie inmiddels je schaapjes op het
droge!!

Supergoed mevrouw Lely!!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder