Loerend keek hij naar alle handelingen van de nog zeer jonge caissière. Elke beweging van het jonge meisje volgde hij op de voet. Niet wantrouwend maar met een blik van nieuwsgierigheid en belangstelling. Zeventig was hij – minstens – en misschien wel ouder, al was het hem niet aan te zien. Om hem heen hing een geur van after shave. Fresh up, zoiets. Keurig in het pak zette hij tien flessen rode wijn, allemaal van hetzelfde merk, op de loopband. Verders niets. Bijna geobsedeerd keek hij hoe het meisje de flessen een voor een scande. ,,Moet u ze een voor een er langs halen’’, vroeg hij. Het meisje lachte hem toe en knikte. Hij was beleefd, hij zei ‘u’, zelfs tegen een meisje uit twee generaties verder. Zo was het hem vast geleerd.

Mijn moeder doet dat ook. Consequent ‘u’ gebruiken. Daarnaast varieert ze wel in mevrouw en juffrouw. Ik weet niet waar ze de grens legt, maar ergens vermoed ik dat het erin gebakken zit. Misschien kon je vroeger zien of iemand getrouwd was dan wel een oude vrijster was. Jongere vrouwen waren altijd juffrouw, tot zeg maar halverwege twintig. Maar mijn moeder was altijd beleefd, ook tegen het jongste hulpje. Natuurlijk stond mijn moeder ver boven zo’n jong ding. Het ging om een correcte omgang, dat hoorde gewoon zo. Ook een mindere moet je correct behandelen.

Nadenkend keek de man naar het kleine beeldscherm boven de kassa, een frons ontstond tussen zijn wenkbrauwen. In zijn handen een kortingsbon die hij aan de caissière overhandigde. ,,Moet u dat nu uitrekenen’’, vroeg hij. Weer een stralende glimlach van het meisje. Ergens vond ze deze onwetende oude man ontwapenend. Niemand vroeg haar waarschijnlijk wat en als het te lang duurde kreeg ze een snauw. En zomaar ineens stond er iemand die haar werk met warme belangstelling bekeek. Met een simpele handbeweging scande ze de bon. Het kortingsbedrag verscheen op het beeldschermpje en werd automatisch van het bedrag afgetrokken. Verbaasd keek de oude baas er naar. ,,Helemaal automatisch hè?’’ Een diepe zucht was hoorbaar. Hij lachte zijn tanden bloot en trok zijn portemonnee om te betalen.

Hoelang is het geleden dat hij in een supermarkt was? Je zou denken dat iedereen tegenwoordig weet hoe een supermarkt de boodschappen afrekent. Mijn moeder vindt het ook maar niks. Pinnen? Ze gruwelt ervan. Het is een generatie die nog opgegroeid is met contant geld. Elke week een zakje met inhoud dat direct naar moeder de vrouw ging. Vader kreeg een paar centen en dat was het. ’s Morgens een pakje brood en een pakje sigaretten en werken maar. Moeder betaalde de rekeningen en de rest was voor de huishoudpot. Contant beheerd in een oude koektrommel en bewaard in de kast die in de huiskamer stond, daar kwam toch niemand. Je leefde tenslotte in de keuken. Maar tegenwoordig gaan de financiën anders. Alles automatisch, pinnen en chippen. De oude generatie vindt het niets. Geld moet je zien, voelen en ruiken denken ze waarschijnlijk.

Voor hij de boodschappen in de tas deed, bestudeerde hij aandachtig de kassabon. Zonder thuiskomen kan natuurlijk niet. En ja, dat ook is weer een deja vu. Ook mijn moeder telde elke bon na. Vroeger ging het uit het hoofd en op een papiertje. Moderne kassa’s zijn niet te vertrouwen. Maar de bon klopte en de kwieke oude man laadde de vracht rode wijn in, knikte beleefd nog een keer naar het meisje en verliet in stevige pas de winkel.


9 reacties

Eddy Kielema · 11 december 2005 op 17:55

Vooral dat stukje over het gebruik van ‘u’ vind ik grappig. Ik vind het heel denigrerend als mensen vaak in een zin ‘u’ en ‘meneer’ tegen me zeggen. Dat is de vorm van beleefdheid waarmee je, zoals je in je column schrijft ‘een mindere’ behandelt. Ik ben er dan ook een groot voorstander van om, net als in het Engels, iedereen met ‘je’ aan te spreken.

Troy · 11 december 2005 op 22:55

Soms weet ik zelf ook niet meer of ik iemand nu met je of u moet aanspreken. Gelukkig ben ik redelijk goed in het schatten van leeftijden, dus als iemand een bepaalde grens in jaren heeft overstegen kan ik niet anders dan diegene met “u” aan te spreken. (welke leeftijd dat is laat ik bij deze maar even achterwege, voordat er zich weer mensen beledigd gaan voelen;-)).

Goede column weer.

Mup · 12 december 2005 op 03:11

Lekker he, dat mensen observeren. Leuk beschreven, em ja, ik ga met Eddy mee, en dus ook met Troy, ik val al een poosje onder de categorie u en mevrouw, brrrr

Groet Mup.

KingArthur · 12 december 2005 op 13:51

Ik vind het inderdaad ook verschrikkelijk als mensen mij met u en meneer aanspreken maar ik respecteer deze beleefdheidsvorm wel.

WritersBlocq · 12 december 2005 op 16:10

een column waar u je tegen zegt.

pepe · 12 december 2005 op 18:29

Meneer Fred u schreef weer een mooie column. 😉 Dat geJIJ en geJOUW vind ik ook niet altijd passend, maar wel moeilijk waar je de grens legt, ik ken opa’s en oma’s die ik uit gewoonte u zou noemen die dat echt niet waarderen.
Zelf vind ik het niet prettig aangesproken te worden met u of mevrouw, ik heb een naam en verder jouwen ze maar tegen mij. 😛

melady · 13 december 2005 op 01:18

Leuke column over tutoyeren.
Maar ik maak me ernstig zorgen over die tien flessen wijn. 😀

Ma3anne · 14 december 2005 op 07:21

Dat ouwe jongens krentemikkerige gejij en gejou hoef ik niet altijd. Die tijd ben ik voorbij, eerlijk gezegd. In sommige gevallen vind ik het prettiger om met ‘u’ aangesproken te worden en anderen zo aan te spreken.

En onderschat het niet: ook kinderen voelen verschil. In een klas laat ik me met ‘u’ aanspreken en dat scheelt me veel energie om de boel in toom te houden. Het schept een natuurlijke afstand die kinderen niet onplezierig vinden en hen duidelijkheid verschaft over de rol die jij als juf wilt spelen in hun klas. Om maar een voorbeeld te noemen. 🙂

Dees · 14 december 2005 op 08:33

Leuke column.

Norm en waard technisch gezien sluit ik me bij Ma3 aan. Vousvoyeren schept afstand, die ik bij sommige mensen best prettig vind.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder