Het jaar waarin ik 21 werd is, achteraf gezien, het jaar geworden waarin ik ging samenwonen, een affaire had, Kerst bij mijn moeder doorbracht en tot twee keer toe tien kilo afviel als bijwerking van medische ingrepen. Aan het eind van dat jaar was er dus nog maar weinig van me over. Waarschijnlijk daarom is het een van de belangrijkste periodes uit mijn leven geweest. In april van dat jaar was ik nét niet ingeloot voor het uitwisselingsprogramma dat mijn hogeschool had met een college in midwest-Amerika. Dus besloten mijn verloofde en ik om, nadat mijn amandelen operatief verwijderd waren, te gaan samenwonen. Tijdens het bezoekuur in het ziekenhuis kwam de verrassing in de vorm van mijn klasgenoot, die vertelde dat de loting verruimd was en ik alsnog kon gaan. Mijn Nederlandse verloofde vroeg me niet te gaan, maar de roep van vrijheid en avontuur trok sterker aan me dan zijn liefde.

Zo vertrok ik, na een paar maanden te hebben samengewoond, naar Hillbillyland, waar ik binnen een maand tijd wederom te maken kreeg met de medische wereld. Tijdens een ambitieus partijtje racketball verdraaide ik mijn knie. De resterende drie maanden liep ik met een beugel om mijn been en twee krukken onder mijn oksels. Eenzaam en verloren voelde ik me, zeker toen mijn verloofde weigerde naar me toe te komen. De mensen op wie ik daar leerde te vertrouwen, twee Kenianen, een Amerikaan en een Ghanees, werden mijn nieuwe vrienden. Ik deed hard mijn best om een van hen niet meer dan dat te laten worden.

Vlak voor Thanksgiving gaf ik mijn stille strijd op en kuste ik een Afrikaanse man. Mijn leven stond op zijn kop. Moest ik het mijn verloofde vertellen? Kon ik dat maken, over de telefoon? Kon ik het maken om niets te zeggen? Want het was al gebeurd: ik was verliefd en goed ook. Hoe confronterend was het ook om na Thanksgivingbreak twee berichten te vinden op mijn antwoordapparaat: een van mijn verloofde en een van mijn geliefde. Toen wist ik het. Ik was er niet trots op, maar ik had er goed aan gedaan mijn hart te volgen.

Nog geen maand later liep mijn tijdelijke verblijf in de Amerikaanse heuvels ten einde. Mijn nieuwe liefde achterlaten was alsof ik met bruut geweld een deel van mezelf af scheurde, maar ik wist dat ik terug moest. Ik had unfinished business in Nederland. Die business heb ik nog dezelfde dag dat ik aankwam op Schiphol opgelost.

De dag dat Nederland mij terug zag was de dag voor Kerst. Achteraf gezien is dat de dag geweest dat ik weer opnieuw aan tafel ben gaan zitten om me de kaarten te laten delen, maar op een nieuwe blackjack wacht ik nog steeds.


6 reacties

Neuskleuter · 14 februari 2008 op 17:08

Geweldig beschreven! Ik voelde helemaal mee, met dilemma en al. Toevallig eigenlijk, mijn blackjackjaar viel ook samen met samenwonen, maar de kerst bij mijn moeder was pas een jaar later, door een andere affaire.

Trouwens, als de blackjack niet meer komt, kan je gelukkig altijd nog 31’en. Het duurt alleen wat langer 😉

kristie · 14 februari 2008 op 21:14

Ja, ben heel benieuwd naar wat dit jaar me dus gaat brengen 🙂

pally · 14 februari 2008 op 21:49

Het is een enerverende geschiedenis die je hier vertelt, Kristie, met zoveel elementen dat je er naar mijn idee wel drie columns aan zou kunnen weiden. Dan had je een en ander ook wat meer kunnen uitwerken, misschien.
Ook vind ik het jammer, dat je in de eerste alinea al een korte samenvatting geeft van wat er in dat jaar gebeurde. Dat haalt de spanning er wel een beetje uit.
Toch vind ik het zeker niet slecht geschreven.

groet van Pally

Siebe · 14 februari 2008 op 22:06

Ik vind dit vliegend eigenlijk. Dat ‘weggeven’ van de clou o.i.d. vind ik niet zo’n punt geloof ik. Het knalt en sprankelt tegelijk. Pally heeft wel gelijk, er zit materiaal in voor veel meer dan slechts één column, maar wie zegt ons dat dat alsnog niet kan komen? Eerste alinea vond ik super, ontzettend pakkend, d’r meteen vol en midden in.

Ik kijk uit naar meer.

gr
s

Mosje · 15 februari 2008 op 10:34

Goed geschreven stukje weer! Maar stap niet in de valkuil der persoonlijke ontboezemingen. Een column of een stukje proza moet net wat meer hebben om een grotere groep lezers te interesseren.

Dees · 16 februari 2008 op 12:53

Ben het wel eens met Mosje, maar wat is het lekker ook om je eigen ik eruit te gooien soms. En je schrijft meeslepend genoeg, dat scheelt een hoop.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder