Tweede jeugd

Lachen. Dat is het meeste wat we doen. Ik en mijn familie moeten vaak lachen om onze oma. Onze lieve oude oma. Een vrouw die in haar leven heel wat heeft meegemaakt en een fantastische familie ter wereld heeft gebracht. Een familie waar familie ook echt centraal staat. Koken deed ze heel graag, samen met mijn opa. Met een toko tot gevolg. Ik weet niet hoe ze als kind was, al heb ik natuurlijk wel wat meegekregen. Je wenst het niemand toe, maar toch kan ik zeggen dat ik haar mee maak als een kind.

De eenzaamheid voorbij.

Als ik traag het pad oploop dat mij leidt naar het graf van mijn moeder, voel ik al de tranen opkomen. De eenzaamheid slaat weer toe. Als het sadomasochisme in mij zit dan moet het er hier wel uitkomen. Want al tien jaar lang rijd en loop ik de route van mijn huis naar het graf waar ik elke zondag die God mij geeft altijd even een bloemetje neerleg bij het graf van mijn moeder, dat ik ondertussen tot een klein tuintje heb gemaakt. Zij wilde zo graag een eigen tuin in haar leven. Nu heeft ze er eentje, maar na haar dood. Mijn geloof vertelt mij dat zij het weet en ik heb er vrede mee, ik maak het tuintje elke week weer mooier voor haar.

Siem

Vier letters in een woord, vijf parels aan een kroon. Zo wordt een kleine telg groots aangekondigd. Keizerlijk onthaald in een hete zomer in juni 2010. In een Nederland volledig in de ban van voetballende Oranje elfjes. In een verwilderd Nederland op zoek naar een nieuw kabinet. Kleurrijke Vuvuzela’s en ijverige Twitteraars laten luidruchtig van zich horen, kleine Siem is geboren.

Een pot met goud

Een jaar geleden vertrokken we halsoverkop uit het paradijs. Na drie heerlijke dagen begonnen we aan een helse reis richting het afscheid dat we niet konden voorkomen. We verlieten het mooie landschap tijdens een broeierige hitte en de regen verwelkomde ons bij de grens.
Halverwege de reis droogde ik mijn tranen om het nieuws dat mij eerder bereikt had. We waren te laat voor een afscheid en ons doel was slechts nog een behouden thuiskomst. We waren onderweg naar het levenloze lichaam. Het lichaam van mijn vader die niet langer had kunnen wachten omdat het op was en klaar voor de dood.

Toonladders en riedeltjes

De zoete tonen dringen langzaam tot me door, terwijl ik de slaap uit mijn ogen wrijf. Het is zaterdagochtend en er moet geoefend worden voor een optreden. Na al die jaren hoor ik de tonen nog. De toonladders en de riedeltjes, die mijn vader oefende. Hij had helemaal geen oefening nodig, maar zijn honger naar de muziek liet hem spelen als geen ander.