Ophoesten, niet opgeven

Na in de afgelopen weken zes keer met veel plezier de hardloopdraad weer te hebben opgepakt, kon het niet uitblijven. Een ordinaire griep heeft een voortijdig einde aan mijn wederopgestarte loopcarrière gemaakt.

Proefrondje

De tweede hardlooptraining wordt uitgevoerd, met nog een lichte spierpijn in de bovenbenen van de vorige keer onder het mom: “no pain, no gain.” Ik reken op een zware dobber, vandaag. Per slot van rekening ben ik nog niet zo lang geleden weer tot het volk der rokers toegetreden; mijn conditie is daarmee niet optimaal te noemen.
Daarnaast zijn de benen niet meer gewend aan de status van hardloopstelten.

Op schema

Mijn kuiten staan onder een gezonde spanning. Ik strik mijn veters, beweeg wat met mijn voet en ja, het zit goed. Als gegoten. Nu weet ik uit ervaring dat dit geen garantie is voor een lekker loopje, al zijn de voortekenen gunstig.

Doorstart

Ooit, in een vorig leven, liep ik twee tot drie keer per week hard. Nou ja, ik ging in elk geval iets harder dan wandeltempo. Ik zal zo ongeveer acht km per uur hebben gehaald. Voor mij was het prima. Van al het moois, dat op zondagochtend tijdens het hardlopen aan me voorbijtrok, genoot ik.

De geur van gras

Als een oude, beginnend demente bejaarde, loop ik, pas zesentwintig jaar, mijmerend door het Wilhelminapark in Utrecht. Langs mij raast een grijzende man van middelbare leeftijd. Op zijn snelbinder heeft hij een koffer gebonden. Hij heeft haast, dat is duidelijk. Net als hij langs mij is hoor ik een knal. Ik draai mij om en zie dat de man overeind krabbelt en een bal keihard wegschopt. Hij pakt zijn koffer op en stopt een stapel papieren terug die eruit zijn gevallen door de klap.“Oppassen verdomme,” schreeuwt hij meer geschrokken dan kwaad terwijl hij over zijn been wrijft. Dan is hij ineens weg. Drie jongetjes van een jaar of tien lachen schamper, halen de bal op en gaan weer verder. De man is niet meer dan een vluchtige onderbreking van hun voetbalplezier. Terwijl de man waarschijnlijk op werk kleine steentjes uit zijn been aan het halen is, is het voorval voor de jongetjes niet meer dan een vage schim.