Metamorfose (lente)

“Verdorie,” moppert de magnolia. “Vroeger kon ik in maart aan mijn uitlopers voelen of het bloeitijd was. In april mochten mijn knoppen naar buiten, vervolgens was het kleur bekennen en dat duurde tot de meimaand.

Wat stelen Kiekendieven

Hoe goed zijn Slechtvalken, wat stelen Kiekendieven, welk geluid maakt een Oehoe en is een Paradijsvogel per definitie een mannetje, of zijn er ook nog andere radijsvogels? Dom zit ik naar de monitor te staren en stel me zelf deze vragen zonder er eigenlijk een adequaat antwoord op te verwachten.

De moestuin

De lente geeft de laatste dagen een uitbundige ouverture en ik zit midden in de zaal, op een van de beste plekken; een stukje grond aan de rand van het bos. Er zit een prikkeling in de lucht, het ruikt naar tintels en frissigheid  en buitelingen. Zo af en toe zweeft er een heel licht lauw briesje tussen de late wintervlagen door. Het zijn de eerste tekenen voor wie er zijn neus niet voor ophaalt , maar de vleugels wijd open zet.

Nestwarmte

Mijn tuin, een graspleintje van nog geen honderd vierkante meter met enkele struiken en een haag als scheidingsmuur tussen de naaste buur ligt er stil bij. Nu ja, stil bestaat niet meer in het dorp waar ik woon maar ik ben tevreden. Ik kan bij een aangename lentezon, met mijn laptop en een notaboekje, gezeten aan een tafeltje rustig werken. Na weken binnen zitten is dit een plek die zelfs wat vreemd aanvoelt, die me soms zoals ook nu, uit de concentratie haalt als ik wil verder tokkelen op het klavier.

Kantoorslaaf (eloze column)

Dinsdag, acht uur twintig, op kantoor. Bobs hand trilt als hij zijn pc opstart. Alsof hij aan Parkinson lijdt. Hij pakt zijn arm vast, dwingt ‘m tot rust. Ach, zo lukt vandaag natuurlijk niks. Wat nu? Van ’n slok knapt hij vast wat op. Maar voorzichtig, opdat Harold niks doorkrijgt.