Dinsdag, acht uur twintig, op kantoor. Bobs hand trilt als hij zijn pc opstart. Alsof hij aan Parkinson lijdt. Hij pakt zijn arm vast, dwingt ‘m tot rust. Ach, zo lukt vandaag natuurlijk niks. Wat nu? Van ’n slok knapt hij vast wat op. Maar voorzichtig, opdat Harold niks doorkrijgt. Wacht, als hij nou ‘s…. “Och, kijk nou toch, mijn ballpoint valt! Nou ja, dan raap ik ‘m maar op!”
OK, OK, dat klonk nogal raar, maar ’t zij zo. Hij hurkt bij zijn tas, haalt Jack D. voorzichtig aan zijn hals omhoog. Dop vlug los, klok-klok-klok, dop vast, flacon in tas. Zijn slokdarm brandt, maar dan baant ’t vocht zich ’n zalig warm pad naar zijn buik, waar nog niks in zat. Ontbijt skipt hij bijna altijd. Hij staat op, wist zijn mond af. “Zo, daar is hij hoor! Ik kon ‘r nog maar juist bij” Hij houdt ’t schrijfwaar omhoog. Zijn buurman bromt wat, maar kijkt op noch om. Tuurt nog altijd strak naar zijn monitor.

Thuis is Bob nooit zo voorzichtig. Dankzij zijn ’training’ duurt ’t lang voordat hij aan zijn taks zit. Na ’n glas wodka of twaalf gaat ’t nog normaal. Impact nul. Bij nr. 20 raakt hij wat uit balans. Na nog ’n dozijn gaat ’t langzaamaan mis. Als hij ’t glas dan nog ’n paar maal volgooit, gaat hij finaal [i]out.[/i] Uit ’n slaap zo vast als ’n coma ontwaakt hij vaak languit in ’n plas kots. Zijn kop bonkt als ’n motorschip, zijn mond smaakt zuur, zijn tong is droog als zand. [i]Nu kap ik voor altijd[/i], luidt zijn mantra dan, maar ’s avonds, soms ’s middags al, is zijn plan mislukt. [i]Slapjanus! Flapdrol! [/i]klinkt ’t in zijn hoofd als hij ’t glas aan zijn mond plaatst. [i]Jij kunt niks, dat blijkt toch maar.[/i]

Zijn arm houdt zich nu stil. Hij had ’t blijkbaar nodig. Nou ja, voorlopig kan hij voort. Straks om 12:00 uur gauw naar ’t SPAR-filiaal vlakbij, voor ’n sixpack Bavaria. Grolsch mag ook. Hij drinkt zijn pils altijd op ’n bank in ’n stil stuk van ’t park. Hij krijgt nou al dorst. Houdt hij ’t zo lang vol, of duikt hij toch nog maar ’s in zijn tas? Of krijgt Harold dan argwaan?

Daar bang voor zijn is onnodig. Harold richt zijn aandacht nog altijd op zijn monitor. Hij gaat voor 100% op in zijn partij. Oh man, hij is in ’n [i]winning mood[/i]. Vandaag wordt zíjn dag. Hij gaat zijn slag slaan, dat staat vast. Hoopvol klikt hij voor ’n kaart. Shit. Nog maar ’n kaart dan. Oh godv…. [i]You lost![/i] staat ‘r. Bijna had hij ’n Royal Flush. Dag winst. ’n Maandsalaris kwijt, hij is bijna blut. Toch waagt hij nog ’n kans. Hij klikt, bidt stil tot Vrouw Fortuna. Maar voorzichtig, opdat Bob niks doorkrijgt.


11 reacties

sylvia1 · 31 oktober 2011 op 08:44

Wat een verrassend einde! Mooie twist zit erin. Sterke titel ook. Goed geschreven zeg!

pally · 31 oktober 2011 op 09:14

Mooie e-loze column (nauwelijks merkbaar), over twee op zichzelf focussende losers. :wave:

groet van Pally

Marja · 31 oktober 2011 op 10:01

Een heel knap verhaal. De plas kots was me iets te heftig op de “nuchtere” maag.

Boukje · 31 oktober 2011 op 10:14

Tja, al die verschillende verslavingen houden de mens soms stevig in de ban.
Spreekt hier een ervaringsdeskundige, het lijkt er wel op.
Goed geschreven, levensecht man!

Wat mij betreft de beste eloze column tot nu toe :hammer:

LouisP · 31 oktober 2011 op 10:39

Ik vind em ook erg goed, slim ook. Bij de titel dacht ik aan Arta.
En eigenlijk bij ’t stuk zelf ook.

Harrie · 31 oktober 2011 op 10:41

Li

Ferrara · 31 oktober 2011 op 10:57

Grote kanshebber, deze kantoorslaaf.
En wat een plot.

Mien · 31 oktober 2011 op 13:48

Bijzonder eloos. Knap geschreven. Ik denk dat deze van de hand van Arta is.

DACS1973 · 31 oktober 2011 op 14:07

Volgens mij is Arta ontmaskerd!

Mien · 3 november 2011 op 10:40

@DACS1973:
Ik dacht het niet … (ha, ha) 😀
Mooie column hoor.

DACS1973 · 3 november 2011 op 11:03

Haha, ja ik dacht: ik breng ze op een dwaalspoor!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder