[i]In den beginne was er niets dan Chaos, een woeste leegte.[/i]

“Moeder, waarom heb jij jezelf ooit verbonden met Tartarus? De hel!”
Het reusachtige wezen laat zich vermoeid in het zand zakken, hopend dat zijn lange tocht, in tegenstelling tot de rest van zijn woelige leven, onbeschreven blijft. Voor zijn gevoel heeft hij er eeuwen over gedaan om de onderwereld te ontvluchten. Zijn overcompleetheid verbergend in het duister van de nacht. Overdag schuilend voor angstige, gevaarlijke ogen. Het lichaam doordrenkt met bitterheid. “Waarom, mama? Iedereen houdt van je als moeder Aarde, maar ik verwerp je. Jouw verbintenis met Uranus was voldoende. Aarde en hemel in totale volmaaktheid verbonden. Meer is niet altijd beter. De hel bracht jullie uit balans.”
Briareus krabt aan één van zijn hoofden, terwijl hij de anderen laat hangen. Wéér laat hangen. Vervuilde slierten haar van het hoogste hoofd hangen voor al zijn ogen. Zesentwintig dagen heeft het geen water gezien. De zee ebt nu aan zijn voeten. Hij belooft zichzelf de volgende avond een zout bad te nemen. De lichte streep aan de horizon kondigt de nieuwe dag aan. Als een jong hondje woelt hij in het zand tot hij zijn draai gevonden heeft.

[i]“Misbaksel! Jij mag blij zijn dat we je bij jouw broers gelaten hebben. Alle drie even lelijk. Wat zal jouw moeder geschrokken zijn de eerste keer dat ze je zag. En de tweede keer. En de honderdste keer. Moeder Aarde haat je.”
De bewaker kijkt hem wreed lachend aan. De woorden dringen niet door. Te vaak herhaling maakt ongeïnteresseerd.
“Eeuwig zul je hier blijven.”
De gruwelijke lach echoot nog minutenlang na. Minuten waarin hij besluit zijn lot in eigen handen te nemen.[/i]

Als hij wakker schrikt is het nog licht. Een mens betast zijn gezichten, maar kijkt hem niet aan. Tot zijn verbazing ziet de persoon er niet bang uit, eerder verheugd.
“Kom mee! U wordt gezocht.”
Zonder na te denken springt hij op en volgt de man naar een schuur even verderop. Al is het plafond hoog, toch moet hij kruipen om binnen te kunnen komen.
“Als wij het samen goed kunnen vinden, laat ik een onderkomen voor u maken dat wél past.”
“Waarom doet u dit voor mij? Ik ben gespuis.”
“U bent één van de legendarische Centimani. Bekend in onze hele wereld. Vijftig hoofden, honderd handen en twee mensen groot. Kunt u schrijven?”
“Ja.”
“Dan gaan wij vrienden worden.”

Dat dit niet zo gemakkelijk is blijkt in de daarop volgende weken. Iemand vertrouwen voelt al jarenlang niet meer vertrouwd. Elke stap dichterbij is eng. Elke aanraking voelt als een dolksteek. Homerus, zijn redder, geeft niet op. Er wordt gevraagd naar zijn ouders, Moeder Aarde en Vader Hemel. Ook de bevrijding vanuit de onderwereld door broer Zeus komt ter sprake. Dankzij hem en de medestrijders mag Zeus nu als hoofdgod bivakkeren op de Olympus. Op het moment dat Homerus vraagt waarom zijn broer hem weer heeft opgesloten in de onderwereld slaat hij steeds dicht. Zelfs een jaar later wordt hij nog overmand door emoties wanneer dat onderwerp aangeroerd wordt. Doordat hij steeds openhartiger wordt, durft zijn redder eindelijk de grote vraag te stellen.

“Briareus, mijn vriend, zou je mij een gunst kunnen verlenen?”
Aarzelend kijkt hij zijn gastheer aan, alvorens bevestigend te knikken met de helft van zijn hoofden. De andere helft kijkt bedenkelijk.
“Wat wil je van me?”
“Je weet dat ik met mijn ogen niet kan zien. In mijn hoofd echter zie ik minstens zoveel als jij. Zou je mijn gedachten voor mij op kunnen schrijven?”
Heftig knikken alle hoofden ‘ja’.

Dertig jaar later kijkt niemand op het eiland Chios meer vreemd op als Briareus langsloopt. Hij staat niet meer bekend als lelijke barbaar. ‘De rechterhanden van Homerus’ wordt hij genoemd. Met zijn honderd handen schrijft hij honderd verhalen tegelijk. Allen ondertekend met de naam van zijn vriend, wiens ogen hij tot op de dag van vandaag mag zijn.

[i]Aan het einde waren er niets dan woorden.[/i]

*Geschreven als honderdste inzending voor CX.

Categorieën: Verhalen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

16 reacties

lisa-marie · 6 november 2008 op 19:16

:ballon: :dj: Gefeliciteerd met je honderste!!!
En ik heb er net zo van genoten als alle anderen.
Ik ben nu een boek over de griekse mytologie en de sterren aan het lezen en dit verhaal past daar helemaal in.
:kus:

SIMBA · 6 november 2008 op 20:03

De honderdste hier maar ik denk dat je het dubbele geschreven hebt in die periode.
Wat een fantasie, ook bij deze is dat weer eens duidelijk. Gewoon doorgaan zou ik zeggen.

arta · 6 november 2008 op 20:13

@ Sim: Nou, om heel eerlijk te zijn is dit verhaal niet helemaal fantasie. Het verhaal van de Centimani bestaat echt, maar op een gegeven moment was er niets meer over te vinden, dus heb ik het zelf maar afgemaakt. (Ik vond het ook wel toepasselijk)

WritersBlocq · 6 november 2008 op 22:49

[quote]Briareus krabt aan één van zijn hoofden, terwijl hij de anderen laat hangen. [/quote]

Falso! Anderen ha un ‘n’ troppo 😀 (questo, e il titolo insieme, sono le sole cose che ho capito :eh: 😕 da questa storia)

[quote]Iemand vertrouwen voelt al jarenlang niet meer vertrouwd.[/quote]

Ti amo per sempre, cento volte e di più, perchè tu scrivi come scrivi, tu sei com’è, sai. Io lo so, lo sento, ti sento.

Baci, abbracci, Paolina :kus:

Nick · 6 november 2008 op 23:43

[quote]*Geschreven als honderdste inzending voor CX.[/quote]

Ja ja… pseudoniemen niet meegerekend zeker 😎

Neuskleuter · 7 november 2008 op 07:50

Aha! Daarom kon Homerus zulke dikke boeken schrijven, zoals de Odyssee! Hij had gewoon een aantal goede rechterhanden!

Jij ook trouwens, of goede typvingers, maar het leest weer heerlijk weg.

Gefeliciteerd met je 100e!

pally · 7 november 2008 op 09:50

Feli, Feli, Arta! Je 100e! En dan zo’n prachtig stuk weer. Als je dit tempo volhoudt en dan ook nog in deze oplopende kwaliteit, wie weet word je dan nog beroemd als schrijfster. Het zou mij niet verwonderen,

:kus: :kus: Pally

Mien · 7 november 2008 op 10:20

Grieks sentiment en vele manies.
Ik heb de column 100x herlezen.
Uiteindelijk alle touwtjes ontwart uit de kluwen.
Dat had wat mij betreft soepeler gekund.
Misschien niet gebeurd uit ongeduld of euforie.
Het is ook zware kost die Griekse tragedies.
En toch lust ik er pap van!

Proficiat met ONE HUNDRED
op naar ONE HUNDRED AND EIGHTY

Mien

KingArthur · 7 november 2008 op 10:41

Ik sluit me aan bij Mien. Achtergrondinformatie over mythologie is noodzakelijk om de tekst goed te kunnen doorgronden maar ik vind je poging er niet minder om.

EDIT: Je opmerking over je 100e column had wat mij betreft niet gehoeven. Ik vind dat een tekst voor zichzelf moet spreken.

klapdoos · 7 november 2008 op 11:05

Heb er van genoten en gefeliciteert met je 100ste, op naar de volgende 100
groet van leny

pepe · 7 november 2008 op 15:30

Pittig stuk dit keer.

Taart voor je honderste, op naar de volgende negenhonderdeneen 😉

Laat er voorlopig geen eind aan komen Arta. Ik lees je graag.

Dees · 7 november 2008 op 20:13

Tja, mooi man, centimani, prachtig, wat een idee om te verwerken en te versmeden in je honderdste inzending. Het enige waar je wmb de mist mee ingaat is de neiging om je uitleg in het verhaal te knutselen. Je hebt overigens groot gelijk; er is uitleg nodig hier. Maar niet in het verhaal zelf als zogenaamde verhaallijn, want dan gooi je 60 van de 100 glazen om. Doe dan liever wat links naar wikipedia, of beter nog, laat die onwetende lezer zelf maar googelen. Zal ik er nog een intens Spaanse liefdesverklaring achteraan doen? Niet he…? Ok, groetjes dan maar,

Dees

arta · 8 november 2008 op 09:40

Dit was voor mij een geweldig stuk om te schrijven!
Natuurlijk besefte ik wel dat het vrij zwaar was en de karakters voor weinigen bekend, maarre… af en toe kan ik het gewoon niet laten zoiets er tussendoor te gooien.
Dank jullie wel voor de reacties!
@ WB: Anderen was goed hier, want het betreft meerdere hoofden. (en ik geloof toch wat vertaling nodig te hebben :hammer: )
@ King: Tja, die laatste zin: Je hebt gelijk! 🙂
@ Dees: In ’t Roemeens had ik ook wel gewaardeerd.;-)

Dees · 8 november 2008 op 12:12

Draga mea prietenă, trebuie să faci baie acum.

Welgemeend 😀

Ma3anne · 8 november 2008 op 17:53

Door de stijlwisseling in het tweede gedeelte van ‘gedragen taal’ in ‘spreektaal’, zal ik maar zeggen, wordt de sfeer onderbroken, waarin je me meenam. Jammer.

Anderen is wel degelijk fout, lieve Arta. De n wordt enkel erachter gezet als het over mensen gaat. Bij planten, dieren en dingen moet de n achterwege blijven.

Verder vind ik het een waagstuk om een verhaal als dit te schrijven, maar het is je redelijk gelukt.

Nooit geweten hoe ‘Andra moi ennepe Mousa polutropon hos mala polla, plancte epei ptolietron hieron eperse’ tot stand kwam. Blij dat ik dat nu weet. :geslaagd:

KawaSutra · 9 november 2008 op 01:42

De honderdste inzending met als titel “Centimani”. Hoe toepasselijk! Wel een hele kluif maar zodra ik Homerus tegenkwam in je verhaal werd ik terug geleid naar de TV-serie over Odysseus en las ik je verhaal vol aandacht uit. Heel goed geschreven Arta maar lastig om de essentie van mythen en sagen in een kort verhaal te raken.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder