Nog enkele weken en het is andermaal volle zomer. Het zet me nu al aan tot het schrijven van een column over vakantiebestemmingen. Nee, het mag geen afgelikte brochuretaal zijn met steeds een blauwe lucht, lachende kinderen en heerlijke barbecues op zwoele zomeravonden. Ik zoek mijn inspiratie meer bij de eenvoud, de waarheidsgetrouwe omschrijving van een rustgevende plek, het simpele even weg zijn van het dagdagelijkse ritueel.
Bijna automatisch kom ik terecht bij St Valery-sur-Somme, ons St Valery-sur-Somme. We kennen de streek en, anders dan in zowat de rest van Frankrijk, men kan er heerlijk fietsen! Tien keer? Vijftien keer? Ik ben de tel kwijt als ik me afvraag hoe dikwijls ik er samen met de wederhelft al ben geweest.
De zee! Die zee, daar met een kustlijn die op een lengte van amper twintig kilometer overgaat van enorme zandstranden via waarachtige keistranden naar de woeste grillig metershoge krijtrotsen. Die zee, op en af, het eeuwenlange spel van eb en vloed, met daarboven de wolken en de zon die met enig geluk lichtschakeringen geven aan het water, het opale, iedere dag anders, elk uur anders..
De achtergelaten oude tractor van de vissers die op het ritme van de getijden hun netten uitzetten of binnenhalen, dag en nacht. Eenzame wandelaars, rennende honden, krijsende meeuwen,

Rinkelende telefoon.. Een onbekend nummer.

“Hallo Meralixe.. “ Een voor mij vreemde vrouwenstem aan de andere kant van de lijn.
“Is het bij Meralixe? Noemt uw moeder Ivonne?”
“Jaaa….”
“Oef.. Gevonden.. Het zit zo, we hebben uw moeder hier opgepikt aan ons huis daar ze ons een vrij verwarde indruk gaf. En inderdaad, ze was de weg naar de bejaardenflatjes verloren. We hebben uw telefoonnummer opgespoord via dit tehuis..”

Echt schrikken doe ik niet daar dit scenario gezien de toestand van mijn moeder past binnen ons verwachtingspatroon. Alhoewel, het is de eerste keer..

“ En waar bevind ze zich nu?”
“ Molenstraat nummer negen”
“ Oei, dat is wel twee kilometers de andere kant op! Ik kom direct!”

Zevenentachtig jaar, met een rollator twee kilometers de verkeerde kant op langs een vrij drukke verkeersweg.. Ik durf er niet aan denken wat er zich in dat verwarde kopje van haar afgespeeld zal hebben. De paniek, de machteloosheid, de schrik, de twijfel.. Daar denk ik aan als ik me, hier en daar de snelheidsbeperkingen aan mijn laars lappende naar het desbetreffende adres begeef.
Ik ben er me ook terdege van bewust dat dergelijke voorvallen niet al te veel mogen voorkomen. De overheid ziet toe en spreekt dan in een verdere evolutie een verbod uit wat betreft het verdere bewonen van het bejaardenflatje waar ze nu al een tweetal jaren min of meer haar plan trekt. Volgende stap.. Het bejaardentehuis met volledige verzorging en controle, de gevangenis? Nooit een vlieg kwaad gedaan. Alleen, een zieke geest in een gezond lichaam..
Hoeveel jaar nog? Zal ze de honderd halen?

Ik zie vermoeidheid en verwarring in haar blik. Haar grootste zorg: “ Zal ik nog op tijd zijn voor het middageten?” “ Ach moedertje, het is nog maar elf uur, natuurlijk zal je nog op tijd zijn.”
Ik bedank de vriendelijke mensen uitvoerig. Het zijn eenvoudige boerenmensen met een grote zin voor realiteit. Er zijn weinig woorden nodig om de problematiek van het ganse verhaal te omschrijven.

Ik ga nog even mee in ’t restaurant. Nu is er opluchting af te lezen. De vertrouwde omgeving en de herkenbare mensen stellen haar gerust. Oef, ze is terug thuis. Thuis? Wat is echt thuis in een brein die haar in de steek laat, met een gehoor die steeds suist, met een bril die andermaal vol zit met vettige vingerafdrukken? Zucht..

Een uurtje later zit ik andermaal achter de computer. Hoe ver was ik gebleven? Ach ja, Valery sur Somme en de schoonheid van de zee.. Maar dan, die paniekerige oproep.

Nee, verder schrijven lukt niet. Er zit te veel storing op de gedachten. Eén keer was mijn moeder er ook. We namen haar mee bij wijze van verjaardagscadeau voor haar tachtigste verjaardag. We hebben er in Bois-de-Cise op een bankje gezeten, hoog boven de zee met uitzicht op Ault en Cayeux-sur Mer. Toen fietste ze nog van St Valery – sur- Somme naar Le Crotoy om er mosselen te kopen. In Le Tréport dachten we dat ze ons eens ging trakteren met een etentje maar haar geldbeugel bleef hardnekkig dicht. De gierigheid van iemand die oorlog heeft gekend. We waren geduldig als ze voor de tiende keer vertelde dat ze nonkel Armand was tegen gekomen..

Als alles een beetje lukt gaan we deze zomer andermaal naar de baai van de Somme. Dan zal ik er op dat bankje zitten en naar de zee kijken. En uitwaaien, met gemengde gevoelens.

Categorieën: Maatschappij

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

9 reacties

Mien · 3 juni 2014 op 07:51

Zou niet misstaan als hoofdtukje in een boekske van Bermlef. :yes:

troubadour · 3 juni 2014 op 09:51

Schipper naast Mathilde kwam bij mij bovendrijven. Ernst en plezant in een of twee zinnen omsloten in een mooi decor van een met liefde omschreven regio. Dat kan Meralixe.

g.van stipdonk · 3 juni 2014 op 11:25

Sfeervol verhaal in een verhaal. Het stukje over de verdwaalde moeder komt mij bekend voor. Met plezier gelezen.

Spencer · 3 juni 2014 op 12:05

:yes:

Sagita · 3 juni 2014 op 12:20

Mooi stuk Meralixe! Alleen is de streek de Somme voor mij zo heftig verbonden met de eerste wereldoorlog. Dat ik daar steeds aan moet denken. Las laatst: ‘Oorlog en Terpetijn” van Stefan Hertmans. Schitterend boek en zelf wijdde ik er ook al eens een stukje aan:
http://belichtingstijd.blogspot.nl/2009/12/mijn-kleine-oorlog.html

arta · 4 juni 2014 op 11:42

Mooi verhaal, Meralixe.

Ik houd van ‘overloopjes’ in verhalen. De laatste alinea over de dichte beurs wekte een glimlach op.

Meralixe · 4 juni 2014 op 19:03

Aan allen mijn dank voor het reageren. Mooi verhaal? Nog nooit schreef ik iets zo autobiografisch als hier.. Het is de pure waarheid. De wederhelft was uit werken en ik WAS bezig aan die column toen die akelige telefoon ging.

Nachtzuster · 4 juni 2014 op 23:09

De zorgen over een ouder (moeder) herken ik maar al te goed. Het feit dat dit autobiografisch is, maakt het des te meer schrijnender. Altijd in je achterhoofd houden dat je zorg hebt over. Zelfs tijdens de vakantieplanning. Mooi neergezet!

Suus · 20 juni 2014 op 20:34

Inderdaad, een mooi en helaas ook herkenbaar verhaal.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder