De illusie de baas te zijn heb ik al jaren niet meer. Met drie dames in huis kom ik in ons familiale kastenstelsel niet verder dan de vierde en laagste kaste. Jarenlang had ik noodgedwongen vrede met mijn status. Een tijdje geleden is er na een zoveelste familieberaad een besluit gevallen: we zouden een kat nemen. Er gloorde hoop, dit bood mij de kans om op te klimmen in de gezinsrangorde. Na weken informeren en denken togen we naar het asiel om de nieuwe huisgenoot uit te zoeken. Snel waren we het over een wie er bij ons mocht komen wonen: Bubbels. Aangezien we dit niet echt een stoere naam vonden voor een kat die van het zwerversbestaan was gered, was zijn naam al snel gewijzigd in Yabba.

De eerste dagen ging het goed. Eindelijk was er iemand in huis met nog meer ontzag voor het heersende trio dan ik. En zelfs voor mij had Yabba respect. Hij erkende mijn vaste plaats op de bank en ging netjes opzij als ik met mijn maatje 45 aan kwam lopen. Maar katten wennen snel. Reeds na enkele dagen waagde meneer het om plaats te nemen op de mij vertrouwde zitplaats op de bank. Hij wist dat dit mijn plek was, want hij ging snel weg als ik eraan kwam. Daar kon ik mee leven, als maar duidelijk was dat ik hoger in de rangorde stond dan hem.

De eerste signalen dat Yabba de door mij gehoopte rangorde niet erkende kwamen na ongeveer een week. Yabba sprong op de tafel, iets wat niet bedoeling is, en keek mij na mijn vermanende woorden aan met een blik die alleen katten kunnen hebben: “en wie ben jij dan wel helemaal?” Ik hield het op een vergissing en hoopte op beterschap.

Ik had beter kunnen weten toen meneer enige dagen later heerlijk op mijn plek lag en toen ik aanstalten maakte om te gaan zitten slechts met geduw te bewegen was zijn positie op te geven. “Ach, hij is moe” dacht ik.

Inmiddels had Yabba ook besloten dat in een mandje liggen te min is voor een edele kat. Hij heeft een rouleringssysteem ontwikkeld waarbij hij in de loop van de dag diverse ligplaatsen aandoet in de huiskamer.

Vandaag woont Yabba drie weken bij ons thuis en heb ik de hoop opgegeven dat mijn laatste plaats overgenomen wordt. Soms, heel soms, als hij iets anders aan het doen is, mag ik nog even op mijn oude plekje zitten. En als hij in een goede bui is hoef ik hem niets steeds te aaien. Nee, een kat was niet de goede keuze om mijn rangorde probleem op te lossen. Ik denk dat ik de dames eens ga vragen wat ze van een goudvis vinden.

Categorieën: Diversen

12 reacties

Libelle · 17 november 2011 op 07:51

Kostelijk, vooral die uitsmijter.

Helmar · 17 november 2011 op 08:23

Leuk! En heel erg herkenbaar!

SIMBA · 17 november 2011 op 09:28

:hammer:

Marja · 17 november 2011 op 09:31

Leuke column. Mijn innige deelneming.

Boukje · 17 november 2011 op 09:52

Ha naamgenoot!

Tja, zo gaat dat vaak hè…
Goede column, er had iets meer snelheid in mogen zitten van mij.

Boukje.

Harrie · 17 november 2011 op 16:12

Zou ik niet doen. Hij trekt je zo de viskom in en dan … dan je verdrink je. Of op zijn minst nat. Ik vind jouw column helemaal yabba yabba dooh!

Meralixe · 17 november 2011 op 20:22

Graag gelezen.
:lach:

BKVDM · 19 november 2011 op 15:52

Dank je wel voor de feedback. Ik wil graag leren. Wellicht kun je me een suggestie doen wat anders zou moeten om het sneller te maken?

BKVDM · 19 november 2011 op 15:54

Dus ook geen goudvis 🙁

BKVDM · 19 november 2011 op 15:55

Dank voor jullie reacties. Fijn dat het in de smaak valt.

sylvia1 · 19 november 2011 op 16:01

Leuk onderwerp! Ik ben het wel met Boukje eens, ik denk dat je soms beter een ‘echte’ situatie kunt beschrijven waaruit het blijkt (bijv dat je je rangorde verliest), dan dat je het uitlegt en het gegeven zelf beschrijft.

Ferrara · 20 november 2011 op 14:44

Leuke beschrijving van de strijd tussen de kat en zijn baas. Neem van mij aan van de kat kun je niet winnen.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder