Charlotte, de dochter van Peter wordt vermist, nadat ze een schoolfeest heeft bezocht.

De politie kan Peter de volgende dag melden, dat ze meerdere schoolfeestbezoekers hebben gehoord. Edoch, niemand wist te vertellen wie de jongen was, waarmee Charlotte voor het laatst werd gezien. De speurtocht gaat verder. Via verschillende media wordt alarm geslagen, maar de dag verloopt, zonder resultaat.

Alweer een dag verder. Peter houdt het thuis niet meer uit, en gaat zelf of pad. Met zijn witte Peugeot 404 rijdt hij door het buitengebied van zijn woonplaats. Naast hem zit zijn trouwe hond Leika. Intensief speurt het tweetal de omgeving af. Op een van de achteraf landweggetjes surveilleert een politieagent. Het lijkt er op dat hij iets, of iemand zoekt. Peter stopt, en vraagt of er nieuws is. Hij vertelt hem dat hij de vader is van het vermiste meisje. De agent aarzelt even, en reageert: “We doen ons best mijnheer Sanders. Maar … gisteren zijn er hier in de omgeving enkele dieren op een gruwelijke wijze om het leven gebracht. Het is onduidelijk wie of wat deze slachtpartijen heeft aangericht. De verwondingen zijn bizar, luguber, ik zal u de details besparen. Blijft u in de wagen, zou ik zeggen.” Peter slikt eens, groet de agent, en rijdt verder. Verdomme, dat kan er nog wel bij, een of ander monster dat de omgeving onveilig maakt, moppert Peter. Inmiddels is hij terechtgekomen in voor hem onbekend gebied. Naast hem begint Leika te piepen. Het beest wil naar buiten. Ondanks de waarschuwing van de agent laat Peter de hond uit. Deze zet het meteen op een rennen, schijnbaar is hij iets op het spoor. Peter moet een tandje bijzetten, om in de buurt te blijven.

Ze komen bij een drietal vervallen boerderijen uit, die troosteloos tegen de bosrand hangen. Langs de weg staat, op een gedeeltelijk overwoekerde plaat, nog net te lezen: ‘Gisteren.’ Een of ander oud gehucht, waarvan Peter nog nooit heeft gehoord, en dat zo te zien al jaren niet meer bewoond wordt. Bij een van de boerderijen stopt de hond. Als Peter dichterbij komt, schrikt hij. Tussen het struikgewas ligt een fiets. Hij herkent de fiets van Charlotte. Peter loopt verder, rammelt aan de staldeur, en trekt deze piepend open. Hij stapt naar binnen. In de stal hangt een muffe geur van schimmel en oud hooi. Tegen de achtermuur staat een oude verroeste Lanz Bulldog. Verder nog een gammele werkbank, met gereedschap, en blikken en flessen, de opschriften bijkans niet meer leesbaar. Weer trekt Peter een deur open, en komt in het woongedeelte terecht. Eerst een oud keukentje, en vervolgens wandelt hij zo de ‘goei’ kamer binnen, zoals ze vroeger zeiden. Daar ligt zijn dochter! Vastgebonden op een bed. Ze kijkt haar vader aan, met een lege blik in haar ogen. Geen woord komt er over haar lippen. Rond het bed verspreidt liggen enkele dode dieren. Peter zucht, en gaat aan de slag. Hij probeert haar boeien los te maken, maar daarvoor moet hij gereedschap hebben. Plotseling slaat de hond aan, diens haren staan stijl overeind. Peter huivert. Hij hoort iets achter zich.


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder