De mens ontwaakt en wast de kop. De mannen eten het brood, de vrouwen de muesli. Het drinkt koffie om zich kunstmatig te activeren en poetst de tanden om de mond rein te houden. Het koppel loopt gehaast naar de voordeur, waar hun wegen zullen scheiden. Hij pakt de BMW, zij de Fiat Panda. Zij zullen de komende uren, tot aan de ondergaande zon, niet in elkaars gezelschap verkeren. De mens leeft in deze uren als een automatisch georganiseerd systeem. Het heeft een schedel, met daarin een omvangrijke schat aan woorden. Voor elke omstandigheid heeft hij een aparte afgebakende groep van woorden, die automatisch wordt geactiveerd. Elke dagelijkse situatie krijgt een plek toegewezen in de hersenen en eenmaal per dag wordt deze plaats geactiveerd. Het vriendelijke groeten naar de secretaresse is niets meer dan een geactiveerde plaats in het brein, die op het juiste moment tot uiting is gekomen.
Na het groeten van de secretaresse begint de werkdag. Het onafgebroken staren naar een scherm, waarop cijfers in tabellen de overhand hebben, behoort tot de gangbare manieren, hoe zich te gedragen op het werk. Nadat het uurwerk aangeeft dat de ochtend is vervangen door de middag, begeeft de man zich naar de eetzaal. Hier is het te samen met anderen van zijn soort, die exact dezelfde ochtend hebben ondergaan. Er wordt een plaat gepakt, waarop het voedsel voor de persoon, door hemzelf wordt verzameld. Dan loopt hij naar de kassa, alwaar zijn verdiensten van de ochtend, voor een deel worden uitgegeven. Het mens moet immers eten en daarvoor heeft het gewerkt.
Het zoekt een plaats in de buurt van zijn lotgenoten. Er wordt een deel van de hersenen geactiveerd, met de gebruikelijke vragen van de dag waarop geleefd wordt. Het is een begin van een nieuwe week, dus wordt er gevraagd naar de hoogtepunten van de vorige week, want in de toekomst wordt niet graag gekeken door de automatische systemen in de hersenen. De verre toekomst is een bron van onzekerheid, daardoor verliest de vanzelfsprekendheid zijn bijdrage aan het leven.
Na de lunch begint de vergadering. Het gezamenlijk nuttig voordoen van de nutteloze taken. Er wordt overvloedig cafeïne geschonken, om de koppen bij elkaar te houden. Wanneer de arbeiders een akkoord hebben bereikt, wordt er van hen verwacht weer terug te keren naar hun schuilplaats achter het scherm. Eenzelfde taak als in de ochtend wordt uitgevoerd, alleen nu met een gevoel van voldoening, die in de vergadering is opgewekt.
Klokslag vijf uur wordt er gestopt met de taak, of het is voltooid of niet, dat maakt niet uit. Vijf uur betekent terug naar de dierbaren. Het groet zijn secretaresse voor de laatste maal die dag en stapt in zijn voertuig. Thuis wachten zijn geliefde en zijn nakomelingen op hem. Niet uit liefde, maar vanwege de honger. Een dier, dat nooit het daglicht heeft gezien, wordt geserveerd, door de lieftallige vrouw. Zij heeft in de keuken gestaan en ook het kroost van school gehaald.
Na het eten wordt het huis opgelapt tot een schone leefomgeving, waarna het koppel de kinderen naar dromenland dirigeert en vermoeid op de bank ploft. Het kijkt, tot het in slaap sukkelt, naar de beeldbuis, alwaar zich programma´s tonen over de beslommeringen van andere wezens met een evenzo nutteloos bestaan. De kijker valt in slaap.
De volgende dag is een herhaling van de vorige, met uitzondering van het weekend. Dan is er tijd om samen te komen met bloedverwanten. Ook deze wezens hebben hetzelfde ritme. Een gespreksonderwerp is snel gevonden. Het weer, want er zou maar over diepere lagen van de menselijke kennis gesproken worden. Nee, het weer is een veilig onderwerp. Zijn de bloedverwanten uitgepraat, dan gaat het gezin weer naar huis. In het onderkomen wordt gegeten en kom, morgen is het een rustdag, dus wordt er een alcoholische versnapering naar binnen gewerkt. Niet te veel, die tijd is geweest.
Op zondag gaat men vroeg naar bed, om zich zo energiek te voelen voor het nutteloze, dat in de volgende week zal domineren.
Categorieën: Maatschappij
6 reacties
Ingrid · 13 januari 2010 op 11:14
Saai maar o zo waar
Chris · 13 januari 2010 op 14:10
Je vergeet erbij te vermelden dat je ook nog wel eens een column schrijft. En bedenk dat je het ook anders kunt doen. Je hoeft alleen maar te durven loslaten. Je kunt beginnen met bijvoorbeeld wat meer columns te gaan schrijven.
SIMBA · 13 januari 2010 op 14:59
Op welke planeet leven deze wezens? 😀
LouisP · 13 januari 2010 op 17:00
Leipelullo,
weer een bijzondere manier van benadering….misschien iets te langdradig en daardoor wat saai….
Eerste zin is fabuleus als uit ’n lied van Jef vanuijtzel…
Louis
Emiliever · 13 januari 2010 op 21:07
Ja, een béétje langdradig is het wel, maar misschien is dat juist de bedoeling. Als een soort stijlfiguur? Maar verder is het grappig om te lezen. Ja, grappig. Want ik kan me haast niet voorstellen (hoewel ik zelf ook jarenlang in de spreekwoordelijke tredmolen heb gelopen) dat mensen hun leven en werken als zó nutteloos ervaren.
arta · 14 januari 2010 op 14:22
Ik vind dit dus echt heel leuk geschreven!
🙂