Net over de grens van Luxemburg ligt het oude Franse stadje Thionville, dat we in de loop van 20 jaar vaak gepasseerd zijn. Natuurlijk weer veel te laat van huis gegaan zoals altijd, willen we toch op de eerste vakantiedag Frankrijk halen en stoppen, boem, meteen na de magische kruisjeslijn op de versleten kaart. We rijden langs de ‘Moselle’ de stad binnen en komen vanzelf bij de oeroude gemeentecamping. Soms zijn we daar jaren niet geweest, maar hij blijft er precies hetzelfde uitzien, er niet uitzien eigenlijk. Helemaal goed. Als ik de gebladderde hefboom passeer om in te schrijven zit in het receptiehokje nog de bekende oude mevrouw met zo’n vriendelijk gezicht dat de zon die daar bijna nooit schijnt, even lijkt door te breken. Ze heeft het air van de receptioniste van een duur hotel. Met een blauwe balpen schrijft ze onze gegevens grondig en ernstig op in haar ronde handschrift. Daarna overhandigt ze me een oude sleutel met een stuk hout eraan waar nummer 18 op staat, onze plaats. ‘Voor de toiletten. Een hele mooie plek krijgt u’, zegt ze plechtig. We rijden ons busje erheen, en kijken zo op de Moezel met een kale kade vlak onder ons.

En de geluiden, ach, we herkennen ze weer: van de spoorbrug links waarover elk kwartier een trein binnen dendert en van het station pal aan de overkant. De piepende remmen, het rangeren van lange goederentreinen, erg hoorbaar, maar niet zichtbaar achter al het groen. Zelfs de TGV ruist hier rustig zonder snelheid over de brug met zijn gestyleerde neus nieuwsgierig vooruitgestoken voor een stop.
Tegen het hoge hek geleund kijken en luisteren we naar al het vertrouwde. Ook de vele zwanen drijven nog deftig rond, gaan vooruit zonder dat je beweging ziet en komen soms aanlanden als watervliegtuigen. Op de kade beneden ons wandelen een paar oude echtparen in de koele avond.

We gaan met de plattegrond die we ook nog van de campingmevrouw kregen de stad in om te zoeken naar dat restaurantje waar we lang geleden zo heerlijk hebben gegeten en dat we natuurlijk niet kunnen vinden. De naam weten we niet meer. Dan maar een andere, maar wel in het oude gedeelte tussen de middeleeuwse achterstraatjes waar de doorgangen naar pies ruiken en de lantaarns geel licht geven. Zo ontvluchten we de brede winkelstraat waar opeens enorme terrassen verrezen zijn. We willen ze niet zien. Het eettentje ziet er grappig uit, tikje shabby-sjiek. De ober maakt dat ik steeds moet denken dat hij vast een broertje heeft met het syndroom van Down, maar dat kun je niet vragen, natuurlijk. Het eten is het net niet, aardig geprobeerd, dat wel. Terug in de regen moeten we een half uur zoeken naar de rivier en gaan vervolgens op het geluid van de treinen af.

Slapen. Slapen? Oordopjes in. Het voelt alsof ik een muts op heb in bed, maar maakt het dreunen dragelijk. Na een halfdoorwaakte nacht zeg ik ‘s morgens tegen echtgenoot: ‘Maar goed hè, dat ik die oordoppen had meegenomen.’
‘Nee, ik heb ze niet ingedaan, prachtig toch, echte ouderwetse treingeluiden, genieten is dat,’ antwoordt die doodleuk. Hij méént het.

Als we even later buiten ontbijten, verschijnen er vier mannen met wèl enorme oordoppen, al snel weten we ook waarom: het geluid van de treinen wordt zwaar overstemd door twee kantenmaaiers, een zitmaaier en een ouderwetse grasmachine. Het stokbrood trilt onze monden binnen en de thee in de bekers geeft golfjes. Ook krijgt de blauwe bus gratis een groen gespikkelde onderrand waardoor hij op een gestyleerde landschapsfoto lijkt. Onder ons lopen joggers voorbij. We horen ze niet puffen.
Een zwaan heeft zijn hals sierlijk naar achter gerold en dobbert slapend.

Bij het terugbrengen van de sleutel voor vertrek verontschuldigt onze mevrouw zich voor de herrie. Ze vraagt of we nog in het gastenboek willen schrijven, wat ons niet verstandig lijkt. We krijgen een voorgedrukt diploma waarin staat dat we geslaagd zijn als rustige kampeerders met respect voor onze omgeving.
Als we wegrijden zien we nog het guitige gezicht van mevrouw die ons nazwaait.

Thionville, wat kan daar aan tippen?

Categorieën: Reisverhalen

pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

10 reacties

Anne · 6 juni 2008 op 12:26

Ha ha, ook melancholie is aan slijtage onderhevig!
Mooi geschreven. De zwaan vond ik het prachtigste.

lisa-marie · 6 juni 2008 op 17:56

[quote]…willen we toch op de eerste vakantiedag Frankrijk halen en stoppen, boem, meteen na de magische kruisjeslijn op de versleten kaart. [/quote]
Gelukkig maar want het geeft een prachtig verhaal weer over van die mooie oude stadjes die nog heerlijk authentiek zijn.
En het diploma zou ik goed bewaren,je weet maar nooit wanneer je weer bij hun stopt. 😀
Ik geniet altijd zo van je reisverhalen dus nu ook weer.

Neuskleuter · 6 juni 2008 op 23:00

[quote]‘Nee, ik heb ze niet ingedaan, prachtig toch, echte ouderwetse treingeluiden, genieten is dat,’ antwoordt die doodleuk. Hij méént het.[/quote]
Bij het lezen van jouw reisverhaal, geloof ik toch ook dat je er stiekem wel van hebt genoten. Je weet het weer zo mooi, sfeervol neer te zetten. Ik zou er zelf ook bijna willen staan. Bijna.

Krijgen we nog meer reisverhalen, om je afwezigheid helemaal in te halen? 😀

pepe · 6 juni 2008 op 23:28

😆
Oeps ik krijg zin in vakantie, lekker toeren en vooral genieten van wat we thuis niet horen, ruiken en voelen. Zelfs treingeluiden zijn dan mooi, ik snap jouw vechtgenoot wel.

knuf

Prlwytskovsky · 7 juni 2008 op 00:23

[quote]Het voelt alsof ik een muts op heb in bed[/quote]
Ik heb ook wel eens met een muts geslapen. 😉

KawaSutra · 7 juni 2008 op 01:23

Lijkt me een aardig reisdoel voor een motorritje. Maar schijnt daar echt zo zelden de zon?
Mooi beschreven reisverhaal, alleen ‘een paar echtparen’ was even een kleine hindernis om te nemen. 😀

Dees · 7 juni 2008 op 09:40

In de categorie Pally’s reisverhalen vind ik dit veruit de leukste! Het neemt mij mee terug naar die vakanties van toen ik nog een ukje was en die treingeluiden zo exotisch en zo spannend vond. Campings onderweg lagen eigenlijk altijd aan het spoor, zoals ik me dat herinner dan 🙂

Li · 7 juni 2008 op 10:05

Onderstaande zin vind ik weergaloos.
[quote]We krijgen een voorgedrukt diploma waarin staat dat we geslaagd zijn als rustige kampeerders met respect voor onze omgeving.[/quote]

Wat een heerlijke Pally-vakantie-ansichtkaart.

Li

SIMBA · 7 juni 2008 op 12:10

Ik kan het niet laten om de “verboden woorden” te gebruiken bij dit stukje; ZO HERKENBAAR!!!
We hebben eens een jaar een vakantie gehad dat we op elke camping het grasmaaien hebben “mogen” meemaken 😕 dat is dan het nadeel van rondtrekken.

arta · 9 juni 2008 op 16:26

Echt een geweldig reisverhaal, Pally!
Dat diploma: geweldig, ik blijf er om lachen!
🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder