Ik kom uit een stevig nest. Niet al te groot, zeker niet te luxe met verschillende soorten mos of dergelijke accessoires die het leven vergemakkelijken. Gewoon een simpel degelijk takjes nest. Goed gesprokkeld tegen een redelijke prijs. Mijn vader is dan ook wel een echte koopjesjager. Ik heb zijn voorbeeld gevolgd, en heb mij dan ook de lijfspreuk aangemeten; waarom duur als het ook stukken goedkoper kan?! Ik heb plezier in het afstruinen van de rommelmarkten om vervolgens een totaal onbruikbare spiegel voor maar vijf euro vol trots aan mijn verzameling toe te voegen. Ik beschouw mijzelf dan ook ondanks mijn Indische moeder, als een rasechte onvervalste zuinige Nederlandse.
Mijn vriend daarentegen zou zelfs een vierkante euro kunnen laten rollen. Met een nonchalance die ik slechts met verbijstering kan aanschouwen, zie ik hem zijn zuurverdiende centjes zonder blikken of blozen over de toonbank knallen.
Met name de nieuwste amusementsverhogende elektronische apparatuur vind bij hem gretige aftrek. Bedragen waar ik onze maandelijkse boodschappen voor bekostig vind hij niet meer dan normaal voor de nieuwste dolby digital surround sound system set ding geval.
Onze nieuwste aanwinst is de laatste uitvoering van de high-tech kinderoppas. De niet te vervalsen playstation 3. Waar moeders de fabrikant van dit machtige zwarte kastje op hun blote knieën danken, daar zouden de vriendinnen iedere willekeurige inbreker geld bijgeven om het helse ding uit hun huiskamer te verwijderen.
Sinds dit stylish verantwoorde doosje zijn intrede heeft gedaan in ons privé leven heeft mijn vriend een nieuwe handicap ontwikkeld. Hij is nu niet alleen Oost-Indisch doof, hij heeft totaal contact gestoord voor de afwisseling aan zijn sociale assortiment toegevoegd.
Iedere vorm van communicatie niet gerelateerd aan Call of duty 4 wordt door zijn grijze massa gescand en meteen via zijn tegenover gelegen trommelvlies handig naar buiten gemanoeuvreerd.
De zeer ongezellige mitrailleurgeluiden die de hele boel begeleiden tetteren niet alleen dwars door de regels van mijn boek, maar zijn ook nog eens met geen wierrook te verdrijven.
Samen met mijn bevriende lotgenote heb ik de oorlog verklaard aan meneer PS3.
Bivakkerend in de loopgraven proberen wij het ons wat te veraangenamen door middel van flesjes wijn, toastjes en doet Trijntje verwoede pogingen om de AKA-57 te overstemmen.
Buiten het feit dat de aanschaf van deze uiterst bekwame sfeerverpestende zwarte ufo niet alleen belachelijk buitensporig was, is zijn prijzen voor de nodige attributen om de boel spannend te houden onverantwoord hoog.
Met liefde koester ik de valse hoop dat ik mijn strijd tegen dit technische vriendje ga winnen.
En ik mijn wederhelft kan overtuigen van het volslagen zinloze geweld wat zijn vriendje hem laat uitvoeren tegen het gecamoufleerde Australische elfjarige jongetje dat zijn uiterste best doet om het volgende level te halen aan de andere kant van de wereld.
Maar ondanks de zege die mijn zwarte vijand zo enthousiast viert iedere dag, zal mijn eind toch het langst zijn en zal ook hij ondanks zijn strakke glanzende pianolak aan de kant worden gezet. Er zal een ander komen, een mooiere, interessante, lieve, verbeterde concurrent in beeld komen wat ongetwijfeld zijn voorliefde zal hebben, ze zal al zijn wensen en fantasieën vervullen. Ze zal hem dwingen om mijn zwarte vijand te laten verdwijnen als sneeuw voor de zon. Ze is… Playstation 4.


7 reacties

Witteflits · 15 maart 2008 op 12:18

Hehe inderdaad, als ik iets niet snap dan zijn het volwassen mannen die verslaafd aan zo’n dom kastje kunnen hangen.

Dees · 16 maart 2008 op 12:34

De eerste vier alinea’s hadden mijn aandacht, maar daarna verslapt het. Ook hier vlieg je soms uit de bocht met het te mooi willen maken en ik vind het te lang en (sorry) voorspelbaar…

Maar je kunt wel schrijven, vind ik, nu nog schaven en een stukje zelfcensuur waar het de net onnatuurlijk lopende mooimaakzinnen betreft…

Bitchy · 16 maart 2008 op 18:08

Ik herken mezelf een beetje in de manier waarop jij schrijft. Ook ik heb de neiging om dingen duidelijk of humoristischer te maken met meer woorden dan eigenlijk nodig is 😉

Kortom …. Leuk verhaal! 😆

Grace · 17 maart 2008 op 09:35

Dees, ik ben erg blij met je opbouwende kritiek. Maar ik vind het wel erg moeilijk om zelf te zien waar er geschaaft en gecensureerd moet worden. Ik ben zelf denk ik gewoon een beetje lang van stof… :eh:

Dees · 17 maart 2008 op 14:53

Zie ik een handschoen, of is dat mijn interpretatie? :-D.

Ben niet te porren qua werk vandaag, dus hier een poging op zijn allerkrietiest:

Je begint met korte zinnen. Na je eerste alinea worden ze echter langer en complexer. Soms met woordvolgorde die hier en daar op het randje van fout is. Of gewoon fout is. Of onmelodieus is:

[i]Hij is nu niet alleen Oost-Indisch doof, hij heeft totaal contact gestoord voor de afwisseling aan zijn sociale assortiment toegevoegd. [/i]

Op de plaats van contactgestoord zou je trouwens een zelfst. naamwoord neer moeten zetten. ‘voor de afwisseling’ is een struikelblok voor de mooie vondst van het ‘sociale assortiment’. Overkill.

Verder, in diezelfde zin gebruik je twee keer een bijvoeglijk naamwoord. Ook in andere zinnen gebruik je m.i. net teveel bijvoeglijke naamwoorden. Ik ben daar extreem in, geloof ik, want ik vind gebruik daarvan sneller overmatig dan de meesten. Maar dit zal meer mensen niet zo lekker in het oog liggen:

[i]bekwame sfeerverpestende zwarte ufo[/i]

Is toch wat veel 😉

Verder gebruik je erg veel metaforen en slimme vondsten. Sommigen zijn erg leuk! Maar als je zoveel op papier zet begraaf een mooie vondst in de vorige en de volgende en komt uiteindelijk niets volledig tot zijn recht.

De volgende keer zou je jezelf kunnen dwingen zeker twee derde daarvan te schrappen, gebruik de allermooiste, die je dan vervolgens in een lekker lopend verhaal tot hun recht laat komen. Zonder al die enters.

Die enters lijken namelijk een formule. Lange zin met mooie vondst (of twee) geschreven en dus tijd voor een enter. Als je je stukje qua vondsten en metaforen op dieet zou zetten, zou je een heleboel zinnen aan elkaar kunnen smeden tot een lopende alinea. Schrijven als vloeiende golfbeweging. Meer lijm, minder materie, mooier geheel!

Verder nog:

[i]Bedragen waar ik onze maandelijkse boodschappen voor bekostig vind hij niet meer dan normaal voor de nieuwste dolby digital surround sound system set ding geval. [/i]

Deze zin loopt niet lekker. Nog los van de grammatica ervan ligt de woordvolgorde niet lekker. En waarom ‘voor bekostig’? Fout (het zou ‘van bekostig’ moeten zijn), maar sowieso zou ‘van betaal’ lekkerder in het oog liggen.

Dit vind ik een typisch staaltje te mooi willen:

[i]grijze massa gescand en meteen via zijn tegenover gelegen trommelvlies[/i]

Sorry, ben een beetje doorgeslagen. Maar als ik het niks vond had ik er niks van gezegd. En wie weet heb je er toch iets aan…

Grtjs,

Dees (die gelukkig bijzonder kort van stof is :oeps: )

Neuskleuter · 17 maart 2008 op 15:58

Grace, je kan beter van nature lange zinnen schrijven met teveel beschrijvingen, dan te korte zinnen. Ik spreek nu uit eigen ervaring. Ik wil altijd alles zo precies mogelijk vertellen. Aangezien mijn synoniemenkennis en oog voor detail dit toestaat, wordt het vaak te veel. Dat gevoel heb ik bij jou ook. Maar je kan makkelijker leren om het in te korten, dan om je tekst uit te breiden.

Schrappen is een kunst, maar dingen toevoegen lijkt me moeilijker 😀

Grace · 17 maart 2008 op 19:36

Dames, mijn dank is zeer groot!
Ik ga het proberen in couponnetjes van een meter!!! Dat is al best kort toch?! :lach:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder