Voorafgaand: Op de begrafenis van oom Wilbert krijg ik een schrijven in handen van onze ambassade in Brazilië. Een verongelukte verre neef zou nog in leven kunnen zijn. Met de vagebond César ga ik op zoek naar deze Richard, in de jungle van Mato Grosso.

Weer rijden we uren verder en verder over weerbarstig wegdek, totdat we uitkomen bij een povere nederzetting aan de oever van een brede rivier. ‘Hier moet we overheen,’ constateert César. We parkeren de jeep op een veilige plek, nemen onze spullen mee en zoeken een lokale visser, die ons met zijn bootje naar de overkant kan varen. Marcos, een goedlachse jongeman met lang haar en een vrolijke babbel, wil en kan ons daarbij helpen.

Na de overtocht moeten we lopend verder. Met behulp van machetes banen we ons een weg door het struikgewas. Om mij heen hoor ik de raarste geluiden en ruik geurtjes die ik niet herken. Vreemdsoortige dieren slaan op de vlucht en hoog boven ons vliegen felgekleurde vogels over ons heen. Voor César is het gesneden koek, maar ik kijk mijn ogen uit. Eindelijk komen we bij het gezochte Indianendorp aan, maar de plaats is compleet uitgestorven. ‘Shit,’ moppert César. ‘Ze zijn verhuisd.’ We overnachten in een hutje en de volgende dag marcheren we verder. César volgt het spoor van de Indianen als een ervaren trapper. Dan begint het ongenadig hard te regenen. We schuilen onder een tentdoek, totdat het weer opklaart. Verder gaat de tocht, maar ik ben volledig uitgeput. ‘Even pauzeren,’ zeg ik tegen César, maar het is al te laat. Als een plumpudding zak ik in elkaar.

Wanneer ik bij positieven kom, lig ik in een hangmat in een hut. César zit naast mij op de grond en kijkt mij grijnzend aan. Naast hem zit een Indiaan, met blond haar. ‘Dit is Richard, waar het al die tijd over heeft gegaan,’ begint César. De Indiaan en ik kijken elkaar aan en inderdaad, er is enige gelijkenis. Ik stel me voor aan Richard en met César als tolk leg ik uit waarom ik ben gekomen. Dat zijn vader is gestorven, de begrafenis en over de brief van de ambassade. En dat ik wil weten hoe het met hem gaat en of hij eventueel terug wil, naar het leven in de wereld waar hij vandaan komt. Richard hoort het allemaal aan en denkt even na. ‘Hier ben ik opgegroeid, dit is mijn thuis,’ begint hij. ‘In de jungle leven wij in harmonie met de natuur, bij jullie willen ze alleen maar alles kapot maken,’ beweert hij. Hij ziet het duidelijk niet zitten om met mij mee terug te gaan naar de westerse beschaving en ik zie verder niet in hoe en waarom ik hem eigenlijk nog zou moeten overhalen om dat wel te doen. Dan komt er een jong meisje de hut binnen. Richard gaat staan en legt een hand op haar schouder. ‘Dit is Mitaya, mijn vrouw,’ legt hij uit, pakt haar hand en de twee lopen zonder verder commentaar de hut uit. De boodschap is duidelijk. César kijkt mij aan. ‘Zo, dat was het dan capitanõ, wat zijn de instructies?’ ‘Laat me maar even nadenken,’ mompel ik, draai me om en val in slaap.

We slapen allebei in dezelfde hut, César en ik. ’s Nachts horen we een vreemd geluid. Ik loop naar buiten en zie Richard geknield voor zijn hutje zitten. Hij schreeuwt iets onverstaanbaars naar boven, de donkere nacht in. Zijn vrouw Mitaya staat naast hem. Ik loop er naar toe. Richard is helemaal bezweet. ‘Wat is er aan de hand?’ vraag ik. César is mij gevolgd en kan Richards gebrabbel ter plekke omzetten: ‘Ik droomde over het vliegtuigongeluk, over mijn vader en moeder. Mijn moeder smeekte mij om haar bij vader te begraven,’ verklaart Richard. ‘Ze zei: Breng me alsjeblieft terug naar mijn eigen wereld. Thomas zal je gids zijn. Echt, dat zei ze.’ Richard kijkt naar zijn vrouw. ‘Maar ik kan niet, ik laat Mitaya niet alleen achter,’ besluit hij. Het meisje gaat voor hem staan. ‘Je hoeft mij niet hier te laten. Ik ga met je mee. Respecteer de wens van je ouders,’ zegt ze. Richard zucht. Hij staat op en verdwijnt in zijn hut. Mitaya volgt. César kijkt mij aan. ‘Zo gaat dat hier capitanõ, dromen zijn heilig bij die gasten. Morgen gaan we op zoek naar zijn moeder. Of had je andere plannen?’ Ik knik.

Wordt vervolgd

 


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder