Myrthe schuift de gordijnen op haar dochters kamer opzij. “Kijk eens Sarah, het heeft gesneeuwd.” Sarah wrijft in haar kleine oogjes, nog niet precies bevattend of ze nog slaapt of wakker is. Vorige week is ze drie jaar geworden en heeft van opa en oma een slee gekregen. Dat plotseling beseffend, springt ze boven haar dekens uit, glijdt via de glijbaan haar halfhoogslaper af en komt naast haar moeder staan. Ze drukt haar neusje tegen het glas en straalt van oor tot oor. “Mama, gaan we snel naar buiten? Gaan we sleeën?” Myrthe verzekert haar, dat ze later die morgen nog naar buiten gaan, maar eerst moet mama nog wat werken.

Na het ochtendritueel van wassen, aankleden en eten, schuift Myrthe achter haar computer. Sarah wordt met de minuut ongeduldiger en wil heel graag, heel snel, de witte wereld gaan verkennen. Ze zeurt om de twee minuten, wanneer ze nu eindelijk eens naar buiten gaan en Myrthe begint zich daaraan te ergeren. Ze kijkt even op van haar werk en kijkt door het raam. De tuin ziet er prachtig uit deze morgen. Het teakhouten tuinstel is bedekt met een laag sneeuw van zeker vijf centimeter. Op het gras ziet ze de voetstappen van de buurpoes in de sneeuw, maar verder is de witte deken van ruim vijftienhonderd vierkante meter nog onberoerd. Zelfs de bomen zien nog wit, maar aangezien het niet vriest, zal dit schilderachtige tafereeltje vast snel weer verdwenen zijn. “Weet je wat”, zegt Myrthe. “Ga jij maar vast naar buiten. Ga maar een sneeuwpop maken. Mama maakt snel even iets af en dan komt ze ook.” Sarah laat zich maar al te graag in haar jas helpen en huppelt naar buiten. Myrthe kijkt haar nog een tijdje na om te kijken waar ze zich nestelt en zet zich dan terug aan haar computer.

Toch zit het Myrthe niet helemaal lekker. “Sarah zal toch wel op haar plaats blijven? Ze zal toch niet richting vijver gaan? Nee, vast niet, dat doet ze nooit.” Toch is ze hier niet helemaal van overtuigd en gaat nog even buiten kijken. Zodra ze de deur open doet, hoort ze Sarah al roepen: “Mama, ik zit híer!” Opgelucht stapt Myrthe naar buiten. In de verte zit Sarah op haar knietjes bij een grote berg sneeuw die ze bij elkaar heeft geraapt. Het benul om grote ballen te maken, heeft ze nog niet, maar het wordt een kunstwerk, dat is nu al te zien. Myrthe geniet als ze naar haar kijkt. Sarah vertelt honderduit over wat ze aan het doen is. “Deze stok is de neus, mama! En deze wordt zijn veger! En deze mama, deze steentjes worden zijn oogjes!” “Prachtig!”, roept Myrthe terug. “Ik ga nog heel eventjes verder werken en dan gaan we lekker sleeën! Tegen die tijd is jouw sneeuwman vast klaar!”

Tien minuten later is Myrthe dan eindelijk uitgewerkt. Terwijl ze haar jas aandoet, checkt ze nog even snel haar mail en sluit dan haar computer af. Myrthe loopt naar de garage om de slee te halen. Ze pakt het touw en sleept hem mee de tuin in. Verderop ziet ze twee stokken uit een bergje sneeuw steken en haar mondhoeken krullen omhoog. En dan weer heel snel omlaag. Het kunstwerk is dan wel in zicht, maar Sarah is nergens te bekennen. Myrthe laat het touw los en haar hart gaat sneller kloppen. “Sarah!”, roept ze. “Sarah, waar ben je dan?!” Maar ze krijgt geen antwoord. Ze kijkt de tuin rond, maar ziet haar niet. Dan krijgt ze een heel naar gevoel van binnen en draait haar hoofd richting de vijver. Haar hart gaat nog sneller kloppen, het zweet breekt haar aan alle kanten uit en het liefste zou ze ter aarde storten, maar nee, dat kan niet, ze moet zich nu vermannen, er is niemand die haar hierbij kan helpen. In de vijver drijft iets. Wat het precies is, kan ze nog niet zien, maar het is rood, net als Sarah haar sjaal. Myrthe wil er naartoe rennen, maar net als in een droom lijkt het of haar benen niet snel genoeg willen gaan, dat het in slowmotion wordt afgespeeld. Honderden dingen schieten in rap tempo door haar hoofd. Van de geboorte van Sarah tot de angst waar ze nu van doordrenkt is.

Hijgend en Sarah-roepend komt Myrthe bij de vijver aan. Haar vermoeden blijkt te kloppen. In het water ziet ze inderdaad de rode sjaal van Sarah liggen. De vijver is helder, ze kan tot op de bodem kijken. Sarah ligt in ieder geval niet in het water. Wanhopig draait Myrthe een paar keer rond, haar handen wild door haar rode haren halend. Plotseling ziet ze Sarah gehurkt zitten achter een boompje aan de rand van de vijver. “Sssstttt, mama, de visjes slapen. Je moet niet zo hard roepen, anders worden ze wakker,” fluistert Sarah haar toe, terwijl ze liefdevol het water in staart. Myrthe loopt naar Sarah, valt op haar knieën en omhelst haar stevig. “Waarom ligt je sjaal in het water?” vraagt ze aan Sarah. “De visjes hadden het koud, mama”, zegt Sarah vol medelijden en zonder op te kijken. Myrthe kan haar tranen niet meer bedwingen. Tranen van angst, opluchting, ongeloof en boosheid. Boosheid, vooral op haarzelf. Sarah kijkt op en vraagt: “Mama, waarom huil je? Zit er een viezigheidje in je oog?” Myrthe glimlacht even. “Ja schat, er zat een vuiltje in, waardoor mama niet kon zien. Maar nu zie ik alles weer heel duidelijk. Duidelijker dan ooit tevoren.”

Categorieën: Verhalen

14 reacties

archangel · 29 januari 2006 op 11:44

Een mooi uitgewerkt stukje gevoel met een titel die weliswaar op het randje van een kitschromannetjestitel balanceert, maar mij dat gevoel desondanks niet geeft. En dat is knap.

(Een omslachtige manier om te zeggen dat ik hem mooi vind dus ;-))

… en ik heb een enorme zwak voor de naam Myrthe.

Mosje · 29 januari 2006 op 13:14

Wat een foute vrouw, die Myrthe. Niet vanwege het feit dat ze werkt hoor, maar een teakhouten tuinstel. Gadverdamme.
😀

KawaSutra · 29 januari 2006 op 13:58

Iedere ouder kent denk ik dit soort momenten wel als het kleine kroost op ontdekkingsreis is gegaan. De schrik slaat om het hart en het hart bonst in de keel.
Mooi geschreven Wendy.

Chantal · 29 januari 2006 op 15:03

Heel mooi geschreven, ik voelde helemaal mee 🙂

Outsider · 29 januari 2006 op 15:15

[quote]Heel mooi geschreven, ik voelde helemaal mee [/quote]

Dat vind ik ook. Wendy heeft hiermee bewezen dat ze behalve goede columns ook goed verhalen kan schrijven.

bert · 29 januari 2006 op 21:16

Een heel mooi en gevoelig verhaal dat iedere ouder doet terugdenken aan beangstigende en mooie momenten in het leven. Knap en ontroerend geschreven. 🙂 🙂 🙂

Li · 29 januari 2006 op 21:59

Ja, mooi geschreven.

Li

melady · 30 januari 2006 op 01:56

Geen hoogstaande column maar gaf me wel kippenvel op één of andere manier.
Herkenbaar. Dat zeker.

Kees Schilder · 30 januari 2006 op 08:47

[quote]Wat een foute vrouw, die Myrthe. Niet vanwege het feit dat ze werkt hoor, maar een teakhouten tuinstel. Gadverdamme[/quote]

Zolang het maar niet van IKEA komt is het prima 😀
Erg mooie column

wendy77 · 30 januari 2006 op 09:03

@Mosje: Je kunt er altijd nog de openhaard mee aansteken toch? 😀

@Melady: Tis dan ook geen column maar een verhaal 😉 Trouwens kippenvel is precies hetgeen ik wilde bereiken bij de lezer, dus is mijn doel bereikt.
@de rest: bedankt voor de lieve reacties.

Ma3anne · 30 januari 2006 op 09:32

Goed geschreven, goed opgebouwd verhaal.
Ja, die angst als je kind kwijt is, is heel herkenbaar en sterk neergezet.

Dat een moeder een kind van 3 buiten in de sneeuw laat spelen zonder toezicht als er een vijver in de buurt is, kan ik me moeilijk voorstellen. Hoe computerverslaafd kun je zijn! 😮

wendy77 · 30 januari 2006 op 09:37

[quote]Dat een moeder een kind van 3 buiten in de sneeuw laat spelen zonder toezicht als er een vijver in de buurt is, kan ik me moeilijk voorstellen. Hoe computerverslaafd kun je zijn![/quote]

Ja precies. Daar snap ik dus ook niks van, maar ik zag zoiets op televisie. Mijn dochter is ook 3 en ik kon me dus goed inbeelden wat er zou kunnen gebeuren. 😉

sally · 30 januari 2006 op 09:56

Mooi verhaal. Die angst en schrik ken ik maar al te goed.

groet Sally

Mup · 30 januari 2006 op 13:51

Alles al gezegd, maar wilde toch nog even mijn complimenten bijvoegen,

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder