De hele vakantie was het goed gegaan. Op de overtocht op de heenreis had ik het niet eens gemerkt. Maar nu is het goed mis. Ik moet snel een pilletje innemen. Het is de muziek. De als kalmerend bedoelde muziek om de ferry-passagiers een veilig gevoel te geven bij de afvaart. Ik merkte het ooit voor het eerst in een lift. Nooit eerder had ik last van claustrofobie gehad, maar die keer in dat winkelcentrum, met het muzakje dat uit de gecamoufleerde minispeakers klonk, dus wel. Met vliegen kreeg ik het ook ineens. Vliegangst! Juist op het moment dat een electronische stewardess met een stemmig muziekje op de achtergrond mij op geruststellende toon toesprak welke handelingen ik zou moeten verrichten in het onwaarschijnlijke geval dat de luchtdruk zou wegvallen en we een waterlanding zouden moeten maken.

En toen bij ons in het dorp niet lang daarna Dries Roelvink een optreden ten beste gaf, gutste het angstzweet door mijn bilnaad. Nu realiseer ik mij best wel dat een optreden van Dolle Dries niet zo veel met muziek te maken heeft, maar toch.

Met mijn compagnon Jan, de rechts-extremist, gezellig naar het muziekcafé van zijn buurvrouw, of naar een jazz festival, ik kon er geen lol meer aan beleven. Ik kon het gewoonweg niet meer opbrengen. Ik besloot een psychiater te raadplegen.

“In wezen hebt u een diepgewortelde doodsangst. Claustrofobie, vliegangst, maar ook bijvoorbeeld pleinvrees of smetvrees, het zijn alle manifestaties van een onderliggende angst om dood te gaan. Hoe lang hebt u dit al?”
“…….”
“Eigenlijk gaat het nog een laagje dieper. U bent, neem ik aan, bekend met de term middenleven? Welnu, het lijkt erop dat u een middenlevencrisis hebt. Het openbaart zich bij u misschien een beetje later dan gemiddeld, maar misschien wordt u dan wel heel oud, hahaha. U wordt geconfronteerd met de vergankelijkheid en u realiseert zich dat u niet alles wat u vroeger niet heeft gedaan, of verzuimd heeft te doen, in dit leven nog kan rechtzetten of uitvoeren. Kunt u een voorbeeld uit uw jeugd noemen waarvoor dit wellicht zou kunnen gelden?”

Ik hoefde niet lang naar zo’n voorbeeld te zoeken en ik raakte op mijn praatstoel:”Nou, in mijn middelbare schooltijd was een bioscoopje pikken een populair tijdverdrijf. Niet zozeer voor mij, maar wel voor mijn vrienden, die dan ook met meisjes gingen. Ik was niet zo succesvol bij de meisjes. Ik herinner mij een keer bij – hoe heet die film nu ook al weer, met Dustin Hoffman. Ze gingen met z’n allen naar de film, maar ik ging in mijn eentje naar huis. Kom ik thuis, doet mijn vader open, in zijn eeuwige ribbroek met dat geruite overhemd van hem. Mijn ouders hadden een bevriend stel op visite en ze hadden van dat jazz-gepiel opstaan. Progressieve negermuziek. Ze draaiden altijd van dat oeverloze avant-garde spul . Ik zie mijn vader daar nog staan, in de deuropening, met zijn peper-en-zout baardje en uilenbril. Ik denk dat hij stoned was. Ze waren allemaal stoned. Ik wist niet hoe snel ik naar mijn kamer moest gaan. Daar kon ik tenminste mezelf zijn. Stukjes schrijven. Tekenen. Dingen onderzoeken. Maar liever was ik natuurlijk naar de bisocoop gegaan en had ik een meisje gevingerd.”

“Juist ja. Ehm. En nu realiseert u zich dat u nooit meer een meisje in de bioscoop zult gaan vingeren. En u identificeert uw ouders, of in ieder geval uw vader, met muziek. En u legt een verband tussen uw vader, en dus de muziek, met uw falen. Uw falen omdat u niet met uw vrienden en een vriendinnetje naar de bioscoop hebt kunnen gaan. En waar u altijd hebt kunnen denken: “mijn tijd komt nog wel, ik haal het nog wel in,” realiseert u zich nu dat deze tijd nooit zal komen. Althans, niet in deze vorm. De eindigheid van uw leven komt in zicht en u projecteert uw zogenaamde tekortkomingen op uw vader. En de muziek triggert uw frustratie en uw angst voor het einde.”
“…………”
“Ik denk dat het goed kan helpen om uw angsten en frustraties van u af te schrijven. En er eens even tussen uit gaan. Op vakantie. Als het even kan zonder muziek. En voor het geval de angst of paniek te groot worden, raad ik u aan medicatie te gebruiken. Ik geef u een recept voor Prozac mee.”

Ik kijk met enig dedain naar de groep motorrijders die zich op het dek heeft verzameld: “Stelletje omhooggevallen yuppen, die weigeren toe te geven dat ze ouder worden.” Dan realiseer ik mij:”Ik ben óók een middeljarige motorrijder. Zonder motor weliswaar en zonder lederen outfit, maar mèt een muziekfobie.”


Chris

Chris den Daas

2 reacties

Mien · 11 augustus 2011 op 18:55

[quote] Maar liever was ik natuurlijk naar de bisocoop gegaan en had ik een meisje gevingerd.[/quote]

En met de vinger blijven vastzitten door de bisokit … :hammer:

Mien

Libelle · 12 augustus 2011 op 19:20

Soms denk ik wel eens, als Chris eenmaal flink zijn kop stoot is’tíe op slag van het Reve.
Zelfs Mien vermoedt iets…
En al met al, wie wil er nu niet vingeren?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder