Het zou een leuke dag worden. Lekker een hapje eten in een gezellig restaurant, totdat mijn heerlijk, warm, gezellig gevoel werd vervangen door somberheid. Net toen ik mijn dag erdoor wilde laten verpesten, werden ik en de oude dame met de prei gered door een engel. Het was maandag en manlief had een dagje vrij genomen. We wilden van de gelegenheid gebruik maken om er samen een leuke dag van te maken. Het weer werkte echter niet mee en we besloten dan maar een hapje te gaan eten in de stad. We belandden in een knus restaurantje aan de markt en namen plaats aan een tafeltje bij het raam. Het was er druk en heerlijk warm. Het vuur knetterde in de houtkachel. We bestelden een glaasje wijn en genoten van de gezelligheid die dit restaurant uitstraalde.

Ik keek naar buiten door het beslagen raam van het restaurant. De regen viel met bakken naar beneden en de nog groene blaadjes werden ruw van de bomen gerukt. De mensen op straat hadden zich verstopt in dikke winterjassen en nergens was er een lach op iemand zijn gezicht te ontdekken. Ze wilden allemaal zo snel mogelijk op hun plaats van bestemming zijn. De wind blies hard. Zo hard dat sommige oudjes moeite hadden hun roer recht te houden. Mijn oog viel op een oude dame. Ze had net op de markt een tas vol prei gekocht en liep ermee over straat. Ze moest nog één keer oversteken voordat ze bij haar fiets zou zijn. Eén voet zette ze op straat toen de wind het nodig vond haar te pesten. Hij rukte de tas uit haar handen en gaf haar nog een trap na. Daar lag ze, languit op straat. De prei verspreid om haar heen. Ze probeerde overeind te krabbelen en vluchtig al haar prei bij elkaar te rapen.

Dit was het, dit moment. Hier draaide mijn gevoel zich. Hier werd ik overmand door somberheid.

Het leek een eeuwigheid te duren. Het werd als in slowmotion afgespeeld. Ik kreeg medelijden met haar en de oude mens in het algemeen. Eigenlijk was het ook nog een soort van zelfmedelijden. Zal het bij mij ook zo gaan als ik oud ben? Alleen om mijn boodschapjes moeten, ten val komen, weer opkrabbelen en dan thuis niemand hebben om je verhaal tegen te doen? Plots werd ik overmand door schuldgevoel. Ga haar dan helpen, kom met je luie reet van die stoel en ren de straat op.

Ik keek weer naar buiten. In de verte zie ik iemand aan komen rennen. Het is een kale man in een spijkerbroek en een beige colbertjasje. Nooit zal ik hem nog vergeten. Hij was in no-time bij de oude vrouw. Hij helpt haar recht en brengt haar naar een bankje op de markt. Dan gaat hij terug de straat op, raapt al haar prei van de grond, gaat naar de marktkraam om een nieuw tasje en stopt de prei er weer in. Hij helpt haar nog naar haar fiets, stopt de prei in haar fietstas en zegt haar gedag.

Dit was het, dit moment. Hier draaide mijn gevoel zich. Hier werd ik overmand door een gevoel van……verliefdheid.

Zo een kleine moeite was het voor hem, maar hij heeft heel haar dag weer goed gemaakt en mij gered van mijn somberheid. Zolang er zulke mensen rondlopen, hoef ik niet bang te zijn om oud te worden.Vrolijk eet ik verder. Ik geniet weer van de gezelligheid in het restaurant. Af en toe ben ik heel even afwezig. Als mijn man vraagt wat er aan de hand is, zeg ik: “Ach, ik ben verliefd. Verliefd op een engel.”


14 reacties

bert · 13 november 2005 op 19:54

Ja Wendy, als iedereen op zijn tijd eens de Engel zou spelen zou de hemel op aarde best dichterbij komen, denk je ook niet. En zo veel moeite hoeft dat niet te kosten. Mensen hoeven alleen hun schaamte te overwinnen en niet af te wachten tot een ander de Engel wilt spelen.
Goede column, hier steken we allemaal iets van op. 🙂 🙂 🙂

Trukie · 14 november 2005 op 00:11

Ha Wendy het is je weer gelukt.
Een bijzonder onderwerp, een vlotte pen en een goede daad in een.
Een heel prettig leesbare column.
Om de een of andere reden brengt het me al een beetje in Kerststemming.

Geertje · 14 november 2005 op 00:50

Leuke column, met plezier gelezen!

Troy · 14 november 2005 op 01:21

Ik vind het een leuke column maar ik had het geheel nóg beter gevonden zonder alinea zeven en de laatste paar zinnen. Bij “Ik geniet weer van de gezelligheid in het restaurant”, zou ik er een punt achter hebben gezet, maar dat is puur persoonlijk. Het maakt het geheel net iets te zoetsappig naar mijn idee. Voor de rest vind ik het een goed verteerbare column en heb je het verhaal prima neergezet.

Tasz · 14 november 2005 op 09:46

Hoi Wendy – voelt het een leuke herfstcolumn. Goed beschreven.

Fijne dag nog.

Bye
Tasz

Dees · 14 november 2005 op 10:14

Dit vind ik je leukste column tot nu toe! Hij is sympathiek en steekt goed in elkaar.

KingArthur · 14 november 2005 op 11:32

i.d.d. een klein handje helpen kan zoveel betekennen.

heupie · 14 november 2005 op 12:12

Leuk zo’n opbeurend verhaaltje. Véél welkomer dan de vele woordkunstenaars die uiteindelijk toch op een eenheidsworst van schelden en negatieve ideen uitkomen. Het verhaaltje leest als vanzelf.

Kees Schilder · 14 november 2005 op 15:25

Heb de column van Dees net gelezen.Die over bang zijn en angst.Daar had deze man geen last van.Want hij heeft liefde in zich en dan ben je niet bang.
Goede column.

Ma3anne · 14 november 2005 op 16:52

Leuk geschreven. Toch vraag ik me af waarom je zelf niet bent gaan helpen… 😕

wendy77 · 14 november 2005 op 16:56

Tot zover allemaal al bedankt voor jullie leuke reacties.

Ma3anne: Hij was ons voor. Mijn man stond al op om te gaan toen ik mijn engel aan zag komen 😉

Ma3anne · 15 november 2005 op 07:01

Oke![img]http://www.examedia.nl/columnx/images/subject/icon14.gif[/img]

Li · 15 november 2005 op 11:33

[quote]Hij was ons voor.[/quote]

Dan zijn jullie ook een beetje engel 😛

Lekker vlot geschreven column Wendy.

Li

Jan_Mulder · 20 november 2005 op 23:44

Erg leuk geschreven! 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder