Voor een paar dagen heb ik een baantje op de ambassade. Aan de telefoon.
Ik spring al zittend in. Bosnisch, Engels, Nederlands, doorverbinden, uitleggen en af en toe afpoeieren. Kortom: dienstbaar. Tussen half een en een mag ik even pauzeren. Dan ga ik naar buiten. Even lopen. Want aan de telefoon zitten is dus vooral veel: zitten.
Ook vandaag ging ik de straat op, richting bakkertje. De enige bakker in de omgeving bevindt zich aan de overkant van een erg drukke weg waar om duistere redenen de stoplichten niet werken. Oversteken is bepaald penibel. Voor mij als vlotte dertiger, maar zeker voor trage ouderen.
Enfin, heen was gelukt, de burek op en nu moest ik weer terug. Bij een zebrapad, waarvan de betekenis bij elke langsrazende automobilist blijkbaar spontaan was gesmolten, wachtte ik op een kans om over te steken. Naast mij voegde zich een oude mevrouw. Zodra ze mijn blik had gevangen begon ze een gesprek.
“De stoplichten werken niet.” constateerde ze verontrust. “En wat doen we nu?”
Ik had geen idee. Maar ik draaide me naar haar toe om zo over mijn hulpbereidheid geen enkele twijfel te laten bestaan. Tegen beter weten in stelde ik haar gerust en mompelde: “We gaan gewoon oversteken en dan stoppen de auto’s vanzelf wel.”
Wat warempel waar bleek te zijn. De dame met haar vertraging was voor mij net zozeer een vrijgeleide als ik voor haar met mijn souplesse.
Nadat de oude vrouw mét haar arm haar lot in het mijne had gehaakt, begonnen we aan de oversteek. Het was net alsof we door een woeste rivier heen waadden; een zeer sterke stroom en benen van lood. Tijdens het waden bezwoer de vrouw het gevaar door om zich heen te strooien met ervaringen en uitroepen van angst en afschuw. Een motor was haar in wilde vaart voorbij geraasd, op nauwelijks tien centimeter afstand, de dag ervoor. Haar hand legde ze onder het vertellen illustrerend op haar hart; dáár had de schrik toegeslagen.
De toverkracht werkte; auto’s stopten en wij in ons benenbootje konden rustig overlopen.
Aan de overkant gekomen haakte de vrouw zich weer uit mijn arm. Nog een paar meter liepen we samen verder, en paste ik me aan haar tempo aan. Zorgvuldig lieten we de kortdurende nabijheid overgaan op loslaten. Zoals je een pleister van de huid trekt: heel voorzichtig. Tot vijf keer toe herhaalde de vrouw haar dankbaarheid en even zo vaak beantwoordde ik die met de verzekering dat bedanken niet nodig was.
En toen versnelde ik mijn pas, spoedde mij naar de ambassade en kroop weer achter de telefoon. Dienstbaar.
8 reacties
Troy · 26 juni 2006 op 12:22
Jouw columns zijn vaak mooi in eenvoud. Zo ook deze weer.
sally · 26 juni 2006 op 12:33
Jouw columns lees ik altijd met veel aandacht.
Alles is zo mooi tot in detail beschreven.
Ik denk er zelfs veel van op te steken wat schrijfwijze betreft.
Groet
Sally
KawaSutra · 26 juni 2006 op 12:56
Mooie gedetailleerde maar toch ingetogen column.
[quote]Enfin, heen was gelukt, de burek op en nu moest ik weer terug.[/quote]
Dit vind ik een beetje een warrige zin maar dat komt misschien ook omdat ik het woord ‘burek’ niet ken.
Mosje · 26 juni 2006 op 13:36
Als ik dit stukje lees denk ik: Eigenlijk heeft die vrouw jou de straat over geholpen. Toch? Nou ja, op een bepaalde manier dan.
WritersBlocq · 26 juni 2006 op 19:45
Lief en een mooi voor en met elkaar 🙂
Ma3anne · 26 juni 2006 op 20:49
Mooi stukje qua inhoud.
Hier en daar vind ik de woordcombinaties een beetje gekunsteld, maar er zitten ook hele mooie tussen.
Dit vind ik een mooie:
[quote]Nadat de oude vrouw mét haar arm haar lot in het mijne had gehaakt[/quote]
Deze vind ik wat minder geslaagd:
[quote]auto’s stopten en wij in ons benenbootje konden rustig overlopen. [/quote]
[quote]Bij een zebrapad, waarvan de betekenis bij elke langsrazende automobilist blijkbaar spontaan was gesmolten[/quote]
DreamOn · 26 juni 2006 op 22:42
Mooie, lieve column. Als iedereen zo aardig zou zijn voor elkaar………dan hadden we een betere wereld!
Mup · 27 juni 2006 op 15:19
Wat zouden we het goed hebben, als iedereen een beetje in zich had, van wat jij beschreven hebt, en daar ook andere van mee laat genieten, of als meerdere mensen eens zouden beseffen hoe goed ze het eigenlijk al hebben. En ga zo maar door, erg mooi stuk,
Groet Mup.